Jan 03, 2022

In het begin

overweging op zondag 2 januari                PG De Open Hof ~ Oud-Beijerland

 

uit de Bijbel: Genesis 1:1 – 2:4

afbeelding: Ruud Bartlema

 

in het begin

Wie denkt dat ‘In het begin’ te maken heeft met tijd, vergist zich. Het lied van de schepping houdt zich niet bezig met het wanneer van de schepping. Of het hoe. Of het waarmee. Met deze vragen en mogelijke antwoorden was de schrijver van Genesis 1 helemaal niet bezig. Het ging hem om iets diepers. Het ging hem om de dragende kracht van het bestaan.

Wie schilderde het licht van de morgen zo mooi? Wie gaf de kleuren aan de bloemen, het lied aan de vogels? Wie hing de sterren op aan het plafond van de hemel? En wie draagt het geheim van het leven in zijn hand? De dichter geeft zijn antwoord: In het begin, in beginsel, komt het bestaan voort uit Gods hand. Fundamenteel voor ons leven is dat het gewild en geschapen is door God. De dichter vertelt ons niet hoe het allemaal is begonnen, maar waár het om begonnen is.

Ooit schreef ik een uitgeschreven gemeentelid weer ín. Hij was afgehaakt omdat hij met veel antwoorden op zijn geloofsvragen niet kon leven. Tot hij zijn eigen antwoord ontdekte. Dominee, zei hij, als ik een pasgeboren baby zie, en ik tel de vingertjes en de teentjes, dan móet ik wel in God geloven. Hij is gestorven in het volste vertrouwen dat wie door God geschapen werd, ook bij hem zal terugkeren. 

Een wetenschappelijke verklaring houdt ons niet overeind als we dreigen om te  vallen. En een dogmatische verhandeling troost ons niet als onze wereld instort. Dat doet het vertrouwen op de draagkracht van God wél.

Het scheppingslied is bedoeld om te troosten, om Gods volk overeind te houden in de uitzichtloze situatie van de ballingschap in Babel. Zij zullen niet, nooit, vallen uit het smal en onvast bestand van hun bestaan dan in Gods hand. De profeten vallen op dit oergeloof terug als zij, ook ten tijde van de ballingschap, de mensen oproepen om moed te houden en te blijven hopen dat zij eens weer thuis zullen zijn. Zij roepen: ‘Weet je het niet, heb je het niet  gehoord? Een eeuwige God is de Here, schepper van de einden der aarde. Hij geeft de vermoeiden kracht, de machteloze geeft Hij macht… (Jes 40:28) En in Jesaja 43: ‘Dit zegt de Heer, die jou schiep, Jacob, die jou vormde, Israël… wees niet bang… Ik heb je bij je naam geroepen. Je bent van mij.’ (Jesaja 43:1)

Er gaat troost en draagkracht uit van het vertrouwen dat in de basis God ons leven heeft gewild, ons heeft geschapen. Omdát Hij de Schepper is, zal Hij altijd zoeken naar zijn schepselen. Hen redden en bevrijden.

woest en doods

Niet als chaos heeft Hij de aarde aan ons gegeven, maar om te bewonen. (Jesaja 45: 18) Woest en doods is de aarde. In het Hebreeuws klinkt het onheilspellend: tohoewabohoe. Wirwar. Vormloos en zonder doel of betekenis. Toekomstloos. Dat tohoewabohoe vormt een tegenstelling met het woord dat straks zeven keer zal vallen: Tof. Goed. Prachtig en betekenisvol. Daar zit toekomst in. De zon zal schijnen. De aarde zal bloeien. De vogels en de vissen zullen talrijk worden en de mens zal de aarde bewonen er ervoor zorgen. De Schepper heeft ons dus niet alleen het leven gegeven, maar Hij heeft ons leven ook betekenis gegeven. Wég van de leegte, weg van de vergeefsheid. Het is zoals Huub Oosterhuis ons laat zingen: dat wij niet doelloos en onvindbaar zijn. (Nieuw Liedboek 601)

 

Woest en doods. Als woordenpaar komt het nog één keer voor in de Bijbel. Bij de profeet Jeremia. Met grote ongerustheid ziet hij hoe de bevolking van Jeruzalem zich stoort aan God noch gebod. Wat kan hen de nood van de medemens schelen. Ieder moet maar voor zichzelf zorgen. Ze zijn wel wijs, maar in het kwaad. Tot het goede zijn ze niet in staat. En dan verzucht Jeremia: ‘Ik zag de aarde, ze was woest en doods. Ik keek op naar de hemel, er was geen licht. Ik keek, er waren geen mensen.’ (Jeremia 4: 22-26) Op deze manier zit er geen toekomst in, profeteert Jeremia. Alleen leven voor jezelf is betekenisloos en leidt tot niets. In die wirwar moet Gods Geest verandering brengen. Die zweeft boven het water, broedend op een plan, onder haar de chaos van de eerste dag. (Nieuw Liedboek 701)

 

Ik moest denken aan de presentatie van de eerste Nieuwe Bijbelvertaling in 2004. Koningin Beatrix kreeg het eerste exemplaar overhandigd en zij zou er een stukje uit voorlezen: Genesis 1. De dag erna staat in Trouw: 

 

'Geroutineerd slaat de majesteit hem open, bij het rode leeslint, Genesis 1 vers 1' (Trouw 28 oktober, Freek N.M. Nijssen) ). Ja, maar bij vers 2 gaat het al mis. Ik luister met gekromde tenen. Wat een misser! Ze leest: 'De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de overvloed...'Er staat, zie ik in de NBV op mijn schoot, 'over de oervloed'. Symbool voor de dreigende dodelijke chaos, die teruggedrongen moet worden, wil er op aarde echt leven mogelijk zijn. Gelukkig 'zweefde Gods geest over het water'. Prachtig perspectief! Jammer, dat dat wegviel door die verspreking.

Of wilde Beatrix (on?)bewust ook nog even zeggen, dat er duisternis ligt over onze overvloed, onze welvaart? Een exegese om zeker over na te denken.’

 

En God sprak

God zei: Laat er licht zijn! De schepping begint als God begint te spreken. Licht en donker worden gescheiden; er komt een onder, de aarde, en een boven, de hemel; water en droog land krijgen hun vaste plek toegewezen. Er komt groen. En God hangt lichten op om de dag te scheiden van de nacht; om uren, dagen maanden jaren aan te geven. Zo heeft Hij met zijn Woord de mens ruimte en tijd van leven gegeven. De voorwaarden zijn geschapen. Het is nu aan ons om er is iets goeds mee te doen. Iets dat de moeite waard is. Iets bestendigs. 

Johannes herhaalt het in de proloog van zijn evangelie en wij lezen het met Kerst. In het begin was het Woord. Alles is erdoor ontstaan. In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. (Johannes 1: 1-4) Dat is schepping 2.0. De Geest van het begin is de bezieling van die ene mens naar Gods hart; Licht uit Gods Licht. Een mens die je op zijn Woord kunt geloven. Hij kwam niet op aarde om iets nieuws neer te zetten maar om het oude te genezen, te helen, te corrigeren naar de oorspronkelijke bedoelingen. Hij herstelt de tekortkomingen en breuklijnen en zet mensen weer op hun benen zodat ze echt kunnen leven en het leven góed wordt. Tof. Nooit sprak God zo luid en duidelijk als in het leven van Jezus. In hem zit toekomst voor de wereld.

Beresjiet  

Wat een mooi begin van het nieuwe jaar. Beginnen bij de basis, de grond onder onze voeten. Bij het grondvertrouwen dat we mogen hebben; ook als we dat soms moeten opdiepen uit de wirwar van ons bestaan.

Het boek dat wij Genesis noemen, heet voor de Joden Beresjiet. Naar het eerste woord waarmee het boek begint. De eerste letter van de Bijbel is daarmee de B, beth.

Jullie zien de letter nu op het scherm. (schilderij Ruud Bartlema, serie: Mystiek van de Hebreeuwse letters) Let op: we moeten van rechts naar links kijken.

In de gele rand staat in het Hebreeuws de zin waarmee alles begint: In het begin schiep God de hemel en de aarde. In de ronde vorm, de aarde, zien we mensen. En huizen.

Beth betekent ook huis. Dat woord staat in de halve cirkel onderin.

De Beth vertelt een eigen verhaal. Dat elk mens een plaats heeft bij God, een huis. Je mag er zijn. En omdat we van rechts naar links lezen, vertelt deze letter ons dat we niet alleen grond onder onze voeten hebben, maar ook een dak boven ons hoofd en een beschermende muur in onze rug. Aan alle kanten beschermd en gedragen door God ligt het huis van ons leven aan de voorkant open. ‘Oorsprong en doel en zin’ gevangen in dat ene beeld. (Nieuw Liedboek 513)  

We zouden ook kunnen zeggen dat de Schepper voor zichzelf een huis heeft geschapen, een plaats in onze werkelijkheid. En ook hier kun je Johannes al in horen. ‘Het Woord is mens geworden en heeft in ons midden gewoond.’ Overal nabij is Hij. En zichtbaar wordt Hij daar waar mensen naar elkaar omzien, elkaar respectvol tegemoet treden. God is daar waar liefde is  - Kijk naar de kus op het schilderij in het hart van de Beth-  God is daar waar mensen voor elkaar een warm huis zijn, een plaats om te blijven. 

En zie: het is goed. 

This entry was posted in Preken