Blog

Nooit alleen

overweging op Hemelvaartsdag     PG De Open Hof ~ Oud-Beijerland

 

uit de Bijbel: Daniel 7: 9-10 en 13-14

lied: Verheven, Psalmen Anders 47a

 

uit de Bijbel: Efeziers 1: 17-25

lied: Hij leeft, NL 667

 

uit de Bijbel: Lucas 24: 44-53

luisteren: Alles komt goed, uit De Passion 2022

 

Ik heb me geen dag van God verlaten gevoeld.

Ik was op bezoek bij een gemeentelid van hoge leeftijd.

Zoals zoveel anderen heeft hij het nodige meegemaakt.

Vreugde, verdriet, verlies.

Hij woont niet meer thuis en heeft veel moeten inleveren.

Lichamelijk, geestelijk.

En toch zegt hij: ik heb me geen dag van God verlaten gevoeld.

 

Ik denk dat het daar over gaat op Hemelvaartsdag.

We vertellen het verhaal van Jezus’ afscheid van de aarde,

over zijn leerlingen die zonder hem terugkeren naar Jeruzalem

en toch is het geen verhaal over leegte, of missen.

Maar een verhaal over blijvende verbondenheid en vreugde.

Ondanks dat Jezus niet meer zichtbaar en tastbaar in hun midden is

vervolgen zijn leerlingen vol vreugde hun weg.

 

Ik heb gezocht naar wat de basis zou kunnen zijn van dat zelfvertrouwen.

Waarom waren ze niet verdrietig?

 

Ik vond drie sleutelwoorden.

Begrijpen

getuigen

gezegend zijn.

 

Jezus maakte hun verstand ontvankelijk voor het begrijpen van de Schriften.

Hij opende hun verstand,

zoals Hij eerder die dag de ogen van de Emmausgangers had geopend.

In hun hart wisten ze al dat Jezus de van God gezondene was,

degene in wie alle verhalen over vallen en opstaan, gevangen zijn en bevrijd worden, leven en dood, werden samengevat en vervuld.

Maar waar ze er eerder met hun verstand niet bij konden,

groeit nu het begrijpen, het besef dat Jezus is opgestaan.

Op de derde dag, de Bijbelse dag dat leven tóch doorgaat.

Ze begrijpen dat Jezus leeft.

 

Nu zij dat begrijpen worden ze getuigen.

Ze waren het natuurlijk al; ooggetuigen van wondertekens en bijzondere ontmoetingen, en ook oorgetuigen van goede woorden, zoals die van de Bergrede.

Met de kennis die ze nú hebben, dat Jezus de Opgestane Heer is,

kunnen ze Jezus’ missie voortzetten:

de volken oproepen om tot inkeer te komen, zodat hun zonden worden vergeven.

Over de hele wereld mogen ze vertellen van Gods nieuwe wereld.

 

Dat hoeven ze niet alleen te doen.

Zegenend neemt Jezus afscheid van hen.

Vanaf nu zijn ze geen leerlingen meer maar gezondenen. Apostelen.

Mensen met een missie.

Mensen die zullen handelen in de geest van Jezus.

En de woorden die ze zullen spreken zullen ook in zijn geest zijn.

Alsof die geest als een mantel om hen heen geslagen wordt.

 

Wanneer Jezus uit hun midden verdwijnt, maakt Hij plaats voor de kracht uit de hemel,

voor Gods Geest. In zijn tweede boek (Handelingen) zal Lucas daarover vertellen:

het geluid als van een windvlaag, vuurtongen en een vlammend betoog van Petrus.

 

Ze hebben zich geen dag van God verlaten gevoeld.

De leerlingen die getuigen werden – apostelen- gingen gevormd door de Schriften en in de verwachting van Gods Geest terug naar Jeruzalem. In grote vreugde.   

 

Ook wij vinden daarin onze troost en bemoediging. In de verhalen.

En in het weten dat we gezegend zijn met dezelfde Geest die ook op Jezus rustte.

De vreugde in ons mag even groot zijn.

Wat we ook doormaken,

wat ons ook overkomt,

wij dragen dat hemelse kleed van geestkracht, van liefde.

We worden dan wel alleen gelaten

maar niet aan ons lot overgelaten. (Leo Feijen, in: Met zonder Jezus)