Blog

tegen de verharding

 

 

overweging op zondag 12 februari 2023           PG De Open Hof ~ Oud-Beijerland

 

uit de Bijbel: Exodus 10: 1-20

 

verharding

‘Een gedicht schrijven is mij geen doodsbedreigingen waard’ en Pim Lammers trok zich terug als schrijver voor het kinderboekenweekgedicht. Niet alleen hij maar ook zijn naasten waren doelwit geworden bedreigingen. Het lijkt wel of er elke week weer meer brandjes ontstaan. Omdat mensen, overtuigd van hun eigen gelijk, de ander afserveren. Omdat mensen hun eigen doelen nastreven, en de ander daarin geen ruimte gunnen. Ieder voor zich. De samenleving verhardt. Op allerlei terreinen, in het verkeer, in de sport, langs de lijn, aan gesprekstafels, in de politiek….

 

Verharding. Ik kwam erop omdat van de farao wordt verteld dat zijn hart verhard was. Geen van de plagen heeft hem ertoe kunnen brengen de Israëlieten te laten gaan. Daarvoor zijn zijn belangen te groot. Zijn hovelingen proberen hem wel tot rede te brengen maar de farao is het stadium van de redelijkheid allang voorbij. Hij zal zich niet laten kennen tegenover dat slavenvolk met hun God. Ondertussen brengt één man met zijn hardnekkigheid het hele land aan de rand van de afgrond. Geen moment is hij bewogen om het lot van mensen of dieren. Niet als de economie getroffen wordt met een smerige, stinkende Nijl. Niet als zij ziek worden. Niet als een ramp dreigt omdat een groot deel van de oogst wordt vernietigd door hagel. En ook niet als de rest van de oogst ook nog eens wordt opgevreten door sprinkhanen. Één man die voor chaos zorgt en de mensen waarover hij regeert in het verderf stort… het klinkt als de mannen die vandaag de dag het nieuws beheersen en ten koste van alles hun eigen positie beschermen.

 

Het hart van de farao is niet meer bereikbaar. Hij is niet meer in staat om óm om te keren en een andere weg te bewandelen. Het zal van kwaad tot erger worden. Uitzichtloos. Maar met God wil het toch nooit uitzichtloos worden?  

 

God strijdt voor ons

Want God gaat de strijd aan. Hij wil zijn volk bevrijden. En Hij wil ook zo door hen worden gekend, als Bevrijder. Hij staat niet  aan de kant van de kant van de macht maar aan de kant van de machtelozen. Jullie zullen inzien dat ik de Heer ben, zegt Hij, Ik ben ‘Ik-zal-er-zijn’. En niet alleen voor de Israëlieten wil God dat zijn. Iedereen op aarde moet weten wie Hij is. Hóe Hij is. (lees Exodus 9:16) De bevrijding uit Egypte, God die strijdt tegen de verharding, is een sleutelgeschiedenis. Niet alleen van betekenis voor Israël, zo vertelt de Tora, maar voor de hele wereld. In bevrijding zal voortaan de hand van God worden herkend. Hij zal er zijn, voor de mensen die worden onderdrukt. Hij zal er zijn in woorden die oproepen tot vrijheid; in bewegingen die inzetten op rechtvaardigheid. Hij zal er zijn in de strijd tegen de verharding, tegen harde harten.  

 

 

Hoe zit het met óns hart? Betrappen we onszelf er af en toe op dat niet het beste in ons naar boven kwam? Verontwaardigd over het onrecht dat ons is aangedaan.. Wie wil niet opkomen voor zijn eigen hachje, voor zijn dierbaren. Wie staat niet voor zijn of haar mening? Dat hart van ons is ook halsstarrig en het weigert om over zijn eigen schaduw heen te stappen, iets goed te maken, toe te geven..  Dat de samenleving verhardt heeft ook met ons te maken. Met hoe wij ons erin laten meeslepen.

 

Het lijkt nodiger dan ooit dat wij ons níet laten meeslepen maar tegengas geven. Dat wij in Godsnaam de confrontatie aangaan met onrecht, met onvrijheid. Het lijkt nodiger dan ooit dat wij sterk zijn en blijven terugkomen, al is het tien keer. Wij zijn een instrument in Gods hand. Zoals Mozes dat mocht zijn toen hij zijn arm uitstrekte en de sprinkhanen liet komen. Wij zijn een instrument in Gods hand; wie weet wat wij kunnen ontketenen als wij meegaan in zijn bevrijdende beweging. Voor Israël spleet Hij de zee en de farao en heel zijn leger kwamen om. Tien plagen lang rende hij zijn ondergang tegemoet. Gods volk werd bevrijd en trok beloofd land tegemoet.

 

vertellen

Het Exodusverhaal is een verhaal dat begint bij onderdrukking en ongelijkheid. Het begint bij een heerser die denkt onschendbaar te zijn. Maar uiteindelijk gaat het over durven vertrouwen op God. Met elke plaag geeft God zijn visitekaartje af en geeft Hij de Israëlieten de bevestiging dat Hij er zal zijn voor hen. Dat Hij zal strijden voor hen en een toekomst voor hen heeft.

Ons verhaal vertelt over het uithouden met vandaag en over geloof in de toekomst.

Het geeft troost en kracht. En zo heeft het ook gefunctioneerd. In de strijd tegen de slavernij. In de bevrijdingstheologie. Het houdt de hoop hoog dat een samenleving die is gebouwd op onderdrukking geen kans van slagen heeft. Dat tirannen opkomen maar ook weer verdwijnen. Laat dat hoop mogen geven aan mensen in Oekraïne, in Turkije, in Syrië… laat dat kracht en troost mogen geven aan mensen van overal, aan jou en aan mij.  

Vertel het aan je kinderen en kleinkinderen, zegt God tegen Mozes. Vertel hoe hard

Ik de Egyptenaren heb aangepakt en welke wonderen Ik heb verricht. Dan zullen jullie inzien dat Ik de Heer ben.

Die opdracht om te vertellen hebben we nog steeds. Dus bedenk eens hoe jij hebt leren vertrouwen op God. Op welke momenten jij hebt ontdekt dat Hij er voor je is, dat Hij voor je strijdt. Bedenk wat jou de hoop en de moed geeft om te blijven geloven in morgen. En vertel dat door. Want het begint met vertellen, met gedenken. Daar ligt de sleutel tot een samenleving die menselijk is, met mensen die hart hebben voor elkaar. In het vertellen ligt de overtuiging dat juist de zachte krachten leiden tot de overwinning. Want hoe machtig een dictator ook is, zijn opstelling wordt onder kritiek gesteld, veroordeeld, door elke daad van barmhartigheid die daar tegenover wordt gezet.

 

Jezus

Het is niet voor niets dat het verhaal van de uittocht uit Egypte juist ook in de tijd voor Pasen wordt gelezen. Jezus streed als geen ander tegen de verharding. Hij riep terug van dwaalwegen, riep op tot omkeer en bekering. Zijn boodschap van liefde riep weerstand op omdat het veroordeelde, onder kritiek stelde. Hij ontmaskerde onrecht, onbarmhartigheid. Maar de menigte, de gewone mensen, herkenden in zijn zachtmoedigheid dat Hij een gezondene van God was. Een koning zelfs, een heerser. Maar wel een op een ezel.

Hij wil ons harde hart vernieuwen en vullen met goedheid en oprechtheid. Mét hem mogen we opstaan tégen het kwaad. Ook als dat zwaar is, of hopeloos lijkt.

Als we brood en wijn met elkaar delen gedenken wij zijn vertrouwen op God en zijn trouw aan zijn geloofsroeping. We vertellen het verhaal van zijn uittocht uit de dood en zijn intocht in het leven bij God. Zoals God eens Israël bevrijdde, zal Hij ons keer op keer leiden naar de dag van morgen, en steeds weer bevrijden van wat ons maar vasthoudt. En uiteindelijk zal Hij ons leiden naar de vrijheid en vrede die voor altijd is.