Blog

Vrouwen met invloed: Mirjam

overweging op zondag 31 juli 2022                       PG De Open Hof ~Oud-Beijerland

zomerserie: Vrouwen met invloed

 

uit de Bijbel: Numeri 12 en Jacobus 3: 1-6

 

bosbrand

Een probleemgeval, dat is het. Scherp als een scheermes, gespleten of van fluweel. Soms kun je hem wel afbijten. Je tong.

Zoals een klein bit een paard in toom houdt, een klein roer een schip op koers houdt -zelfs als het stormt- zo is de tong het stuur van ons lichaam. Koersbepalend. Klein maar o zo belangrijk. We kunnen er de waarheid mee spreken. We kunnen ermee zingen, bidden, troosten. De tong is een prachtig instrument om ons geloof mee uit te drukken; om het stem te geven. Met de woorden van onze mond en de overleggingen van ons hart dienen we God. (Ps 19:15)

Maar wees je er ook van bewust wat je kunt aanrichten met diezelfde tong. Voor je het weet heb je een bosbrand ontketent. Iets waarop je bijna geen grip meer hebt en dat veel schade aanricht. Een onrechtvaardig woord, een veroordeling, onwaarheid, het kan allemaal woekeren als een virus en iemands leven verzieken. Onze woorden wegen zwaar. Zette God op sommige momenten maar een wachter voor onze mond, een slot op de deur van onze lippen. (Ps 141:3)

Want kwaadsprekerij is een snelle zonde. Het flapt er zomaar uit. Het vraagt dan ook oefening en zelfbeheersing om goed om te gaan met dat prachtige instrument dat tegelijkertijd zo’n venijnig wapen is.

 

onvrijheid

De rabbijnse uitleg van de Tora hecht veel waarde aan de manier waarop mensen met elkaar communiceren. In het groter geheel van de samenleving, in gemeenschappen, in gezinnen. Want, zo stellen de wijzen, onze vrijheid hangt af van beleefdheid, van mensen die hoffelijk over en met elkaar spreken. Vrije mensen houden het gesprek open en zijn het -als dat nodig is- op een respectvolle manier met elkaar oneens. Je kunt ook in líefde elkaar terecht wijzen en dan samen verder gaan.

Maar een gemeenschap waar veel wordt geroddeld is onveilig. Onderlinge solidariteit en vertrouwen krijgen het zwaar als er slecht wordt gecommuniceerd. Als er alleen kritiek of cynisme is zet dat de loyaliteit aan elkaar op het spel. Harde woorden veroorzaken wantrouwen en vijandschap, polarisatie. Een kwade tong leidt tot onfatsoen, onvrijheid. En precies als bij een bosbrand roept het ene woord het andere op en raken we verstrikt in discussies; verwijderd van elkaar. Dat kan gaan over de politiek, maar ook over de kerk, ons gezin, de werkvloer. Slecht communiceren doet iets met de gemeenschap, met het zinnig verband waartoe wij behoren. Kritiek die niet opbouwend is kan de groei van een gemeenschap belemmeren, voor tweespalt zorgen. Het is dan ook niet alleen Mirjam die de gevolgen draagt van haar kwaadsprekerij. Het heeft zijn weerslag op het hele volk; dat moet zeven dagen op haar wachten voordat het verder kan trekken. Eerst moet het brandje dat zij aanstak zijn geblust.

 

Mirjam

Want Mirjam kon het niet laten. Tegen Aaron spreekt zij kwaad over hun broer Mozes. Ze heeft wat tegen zijn vrouw, een Ethiopische, niet iemand van zijn eigen volk. Ze heeft wat tegen zijn leiderschap en het feit dat de Eeuwige alleen met hém spreekt, en niet met háár, of met Aaron. De Heer hoorde dit. En Mozes ook. Mozes was een zeer bescheiden man. Zachtmoedig, staat er in de oude vertaling (NBG ’51 en SV). Wat Mozes kon zou ik ook willen kunnen. Zwijgen. Hij gaat er wijselijk niet op in.

Hij laat de kritiek waar die thuis hoort, bij de mond waaruit die gekomen is. Want het zegt vooral iets over háár en niet iets over hem. Het zwijgen van Mozes doet me denken aan wat Jezus leert in de Bergrede. Over het toekeren van de andere wang. Het meelopen van een extra mijl. Laat je niet meeslepen in kwalijk gedrag maar doe iets onverwachts, iets zachts, iets moedigs. (Mat 5:39v)

 

Het zou ons als gemeente, als christenen, passen om even bedachtzaam te zijn als hij. Mild. Zonder oordeel. Wat zou het helend zijn als we hier tijd zouden maken voor verstilling en ruimte voor verdieping en kritische doordenking. Het is juist in het vertragen dat we ontdekken wat nodig is om te doen, of – eventueel- te zeggen. Mozes kan dat.

 

boos

Maar de Heer laat het niet over zijn kant gaan. Hij is woedend en gebiedt Mozes, Aaron en Mirjam om bij de ontmoetingstent te komen. Als kinderen op het matje geroepen bij de Vader.

Luister goed, zegt de Eeuwige. Er zijn profeten in soorten en maten. Maar Mozes is een geval apart. Een vertrouweling, een vriend. Iemand op wie God kan vertrouwen en met wie Hij rechtstreeks kan spreken. Hoe durven Mirjam en Aaron daar aanmerkingen over te maken. Het is niet alleen respectloos naar hun broer maar indirect ook naar God zelf. Alsof er iets aan zijn beoordelingsvermogen scheelt. En boos gaat God weg. Hij wil ze voorlopig even niet meer zien.  Ze zoeken het maar uit. ‘God af. Weg wolk’. (Nico ter Linden. Het Verhaal gaat, 1)

 

en nu?

‘Nauwelijks had de wolk de tent verlaten of Mirjam zat onder de uitslag, haar huid was wit als sneeuw.’ Melaats. Nu wordt zichtbaar hoe ziekmakend haar kwaadsprekerij was; en hoe. Maar door het vertrek van God is er impasse ontstaan. Wat nu? Hoe gaan we verder met elkaar? Kunnen we nog verder? Kan wat dreigde kapot te gaan nog worden gerepareerd?

Even terzijde… je zou je af kunnen vragen waarom alleen Mirjam wordt gestraft. En niet Aaron. Kwaadsprekerij schaadt altijd drie mensen. Degene over wie kwaad gesproken wordt, degene die kwaad spreekt en degene die luistert. En dat was Aaron. Mogelijk wordt hij niet gestraft omdat onreinheid voor een priester langer duurt en dat zou onevenredig zwaar zijn in dit geval. Maar dat is speculatie. Het blijft een vraag.

Aaron neemt het wel meteen op voor zijn zus. Zijn spijt is meteen al wakker geworden. We hebben ons belachelijk gedragen, het was dwaasheid. Reken het ons niet aan.

Laat Mirjam niet als een levende dode zijn. Want dat zal ze zijn, een mens buiten de grenzen van de gemeenschap, een onreine. Mozes is aan zet.

Het ligt in de lijn van de verwachting dat hij het Mirjam niet moeilijk zal maken. Zachtmoedig als hij is zal hij haar de zonde niet blijven nadragen. Na overleg met God wordt beslist dat zij zeven dagen buiten het kamp gehouden moet worden. Noem het quarantaine, of een afkoelperiode.

 

geduld

Terwijl Mirjam in afzondering haar zonde overdenkt, wacht de gemeenschap op haar. Ze hebben geduld met haar. Zonder haar is het volk niet compleet. Uiteindelijk zijn er ook andere dingen over haar te zeggen en die haar typeren als mens. Zij was het toch ook die ervoor zorgde dat haar broertje, dat te vondeling was gelegd in een rieten mandje, door de dochter van de farao werd opgevoed. En zij was het ook die, toen het volk wegtrok uit Egypte en veilig door de zee was getrokken, haar tamboerijn inpakte en zingend en dansend de vrouwen voorging in een lied van bevrijding. (Exodus 15:20v) Door die ene misse-daad is zij niet afgeschreven.

Juist door het geduldige wachten, door de bereidheid om haar weer op te nemen in de gemeenschap, kan het volk verder trekken. Je komt uiteindelijk geen stap verder als je elkaar kwade daden blijft nadragen. Het houdt alleen maar op, het belemmert een groep mensen, als er niet ook sprake is van genezing, vergeving. En soms moet je er wat voor over hebben om mensen binnen boord te houden. Mirjam zal altijd een waarschuwing zijn voor het volk om geen kwaad te spreken (Deut 24:9) maar zij zal ook herinnerd worden vanwege haar kwaliteiten als profetes en voorganger van het volk. (Micha 6:4)

 

de tong in toom

Wie heeft nog nooit gezondigd met zijn tong? (Jezus Sirach 19:5vv) Houd dus je tong in toom. Deze woorden vond ik in het deutero-kanonieke boek Jezus Sirach. Vertel een gerucht nooit verder. Je zult er niet van barsten als je het niet vertelt. En als je iets hoort over een vriend, doe navraag. Hij heeft het misschien niet gedaan. En als hij het wel heeft gedaan, zorg ervoor dat hij niet opnieuw doet. Doe navraag. Zij heeft het misschien niet gezegd. En als zij het wel heeft gezegd, zorg ervoor dat zij het niet opnieuw zegt. Houd je tong in toom. Zo houd je je aan de wet van de Allerhoogste.