Blog

Sssst!

overweging op zondag 5 september 2021        PG De Open Hof ~ Oud-Beijerland

 

uit de Bijbel: Galaten 3: 26-28 en 1 Korintiers 14: 26-40

 

Vrouwen moeten gedurende uw samenkomsten zwijgen. Ze mogen niet spreken, maar moeten ondergeschikt blijven, zoals ook in de wet staat.

 

buitengesloten

Ik was nog maar net predikant in mijn eerste gemeente toen Bas en ik werden uitgenodigd om de opening van een tentoonstelling bij te wonen. Een gemeentelid wilde ons voorstellen aan de kunstenaar en zei met een armgebaar: En dit is onze nieuwe predikant. Waarop de man voor mij langs reikte en Bas een hand gaf om hem hartelijk welkom te heten in het dorp. Een fraai staaltje alledaags seksisme waarom we hartelijk hebben gelachen. Maar als je op vergaderingen wordt aangesproken met mevrouw en mannelijke collega’s als dominee, als je op je qui vive moet zijn dat je niet de rol toebedeeld krijgt om rond te gaan met de koffie, dan is het toch niet zo leuk meer. Net zo min als ik nog geduld heb met mensen die zeggen: u lijkt helemaal niet op een dominee. Waar lijkt een dominee dan op? Op een man? Als vaak genoeg gezegd wordt dat je niet aan de verwachtingen voldoet, gaat dat vanzelf een keer ondermijnend werken. Maar als ik aankaart waar ik in de kerk te maken heb met ongelijkheid, krijg ik te horen dat er mensen zijn met ‘echte problemen.

En dan ben ik nog voorganger in een deel van de kerk waar vrouwelijke voorgangers worden geaccepteerd; sterker nog waar steeds meer vrouwen zijn. Helemaal niet om te lachen is het voor die vrouwen die een verhaal te vertellen hebben maar dat niet mogen; dat kwaliteiten van vrouwen ongebruikt blijven omdat ze dat van de Bijbel niet zouden mogen. Er zijn collega’s die geworsteld hebben met hun eigen geloof omdat zij zich geroepen wisten door de Geest en tegelijkertijd lid waren van een kerk waar zij niets met hun gaven konden.

Wat heeft Paulus bezield om te schrijven dat vrouwen moeten zwijgen? Wat bedoelde hij ermee dat zij zich moeten onderwerpen aan hun echtgenoot? Hij, die nota bene ook schreef dat in Christus geen onderscheid bestaat tussen mannen en vrouwen, dat er eenheid is. Paulus, die samenwerkte met vrouwen en grote waardering had voor hun opbouwende werk in de gemeente. [ Voor Febe, bijvoorbeeld, afkomstig uit de omgeving van Korinte en uitgezonden naar Rome; voor Junia, apostel net als Paulus, die aanzien geniet en omwille van haar verkondiging zelfs in de gevangenis heeft gezeten (resp Rom 16: 1, 16: 6) ]

Hoe is het toch mogelijk dat men zo kritiekloos als norm heeft aangenomen wat Paulus lang geleden schreef? Waarom is het niet genuanceerd in het licht van de waardering voor vrouwen die hij óók uitspreekt?

Ik dacht, wat zou Paulus hier nu van vinden. Vandaag. Wat zou hij schrijven aan mij, aan mijn zusters. En dit is het geworden.

 

Van Paulus, apostel van Christus aan Lyonne

Éen ding heeft me altijd gedreven: het evangelie van Jezus Christus. Hij zegde vergeving aan en genas mensen die tot dan toe buiten de boot vielen. Hij sprak met vrouwen, genas vrouwen en vergaf hen. Vrouwen behoorden tot zijn volgelingen.

Zijn gelijkenissen gaan over het leven van mannen én vrouwen. Hij verkondigde een vrijheid en gelijkheid die in zijn tijd ongebruikelijk was. En het waren vrouwen die als eerste getuigen waren van zijn opstanding. Zij waren de eerste apostelen want zij hadden de Levende Heer gezien en van hem hun opdracht ontvangen.

Daar konden we niet meer achter terug. Van harte heb ik samengewerkt met vrouwen; ik heb hun gastvrijheid genoten als zij hun huis openstelden voor de samenkomsten van de gemeenten. En ik heb van harte geloofd dat het wáár is dat in Christus alle mensen één zijn. Dat wij in Gods ogen allemaal kinderen van de belofte zijn. En dat allemaal op dezelfde manier kunnen groeien in ons geloof, op dezelfde manier Gods vergeving nodig hebben. En toch… ik was een kind van mijn tijd. En wat in de kerk wél zou moeten kunnen, daar was in de samenleving om ons heen helemaal geen sprake van. Het was in de wet verankerd dat mannen verantwoordelijk waren voor vrouwen. Posities buiten het huishouden waren voor hen niet weggelegd. Onderwijs was niet voor hen bedoeld. Stel je voor dat een vrouw buitenshuis wél iets te zeggen zou hebben, wat zou dat dan betekenen voor de verhoudingen thuis? Wat we in de gemeente voorstonden, botste met de cultuur daarbuiten. Ondanks mijn grote waardering voor vrouwen én mijn geloof in de eenheid van Christus heb ik daarmee geworsteld.  

 

ondergeschikt belang

Maar je hebt gelijk als je mij tegenspreekt over wat ik schreef, dat vrouwen moeten zwijgen en ondergeschikt blijven. Ik zeg het nogmaals: één ding heeft me altijd gedreven, het evangelie van Jezus Christus. En dat stond in de gemeente van Korinte onder druk: de geloofwaardigheid van het evangelie. Stel je voor, als de gemeente van Christus daar samenkwam was het een gekrakeel van jewelste. Iedereen wilde in klanktaal spreken. De een nog luider dan de ander. Er was geen touw aan vast te knopen want er was niemand om het uit leggen. In de oren van gelovigen was het dus alleen maar bla bla bla. Maar buitenstaanders zullen wel gedacht hebben: wat  een krankzinnige bende is dit.

Mensen stonden te dringen om te profeteren. Ik heb geprobeerd hen erop aan te spreken dat je dan wel de talen van engelen en mensen wil kunt spreken, maar dat het zonder liefde klinkt als een schelle cimbaal en een dreunende gong. (1 Kor 13:1) Tevergeefs. Gemeenteleden overschreeuwden elkaar. En als een man preekte werd hij soms luidkeels terecht gewezen door zijn echtgenote. Het is zelfs gebeurd dat vrouwen onderling begonnen te kijven omdat ze het oneens waren over wat de man van de ander verkondigde.

Dit bouwde op geen enkele manier de gemeente op. En het verhinderde dat het evangelie mensen bereikte die het nog niet hadden gehoord. Het maakte het evangelie zelfs compleet ongeloofwaardig. Er was rust nodig, en orde. En ik heb geprobeerd die orde te scheppen zoals God ook orde schiep in de chaos van het begin.

Het is dáárom dat ik schreef dat vrouwen moeten zwijgen. Getrouwde vrouwen welteverstaan. Zij kunnen hun man thuis om uitleg vragen. En als ze het oneens met hem zijn, kunnen ze dat beter thuis bespreken dan in het openbaar.

Het ging me dus niet om de vrouwen maar om het belang van de gemeente. In het bijzonder de gemeente in Korinte. Een stad die toch al bekend stond om zijn losse moraal, met mensen vol goede wil maar toch ook een beetje volks en grof. Ik vind het vreselijk dat men later zo aan de haal is gegaan met mijn woorden en dat het vrouwen is verboden om te bidden en te profeteren. Dat heb ík nooit verboden. Ik heb alleen geprobeerd het te reguleren. (lees bijv 1 Kor 11: 5) Vrouwen moeten ondergeschikt blijven. Ja, dat heb ik geschreven. Ondergeschikt aan het belang van de gemeente en het evangelie! Niet aan de mannen. Niet aan de leiding van de kerk. Het spijt me meer dan ik kan zeggen dat het zo is misverstaan. Genade en vrede voor jou, Paulus.

 

iedereen draagt iets bij

Door dat ene vers is in het gedrang gekomen wat Paulus nog meer heeft geschreven en wat wij ter harte zouden kunnen nemen om als gemeente van Christus te bloeien en het evangelie van harte te verkondigen.

Ten eerste, iederéén draagt iets bij dat de gemeente kan opbouwen: een lied, een onderwijzing, een uiting in klanktaal of de uitleg daarvan. Iedereen! Mannen en vrouwen, ouderen en kinderen, mensen met lef en de stillen in den lande, de denkers en de doeners. Daarin zijn we gelijk, éen in Christus. Een mooie vraag om aan onszelf te stellen: wat draag ík dan bij, wat kan ik betekenen? Waar ben ik nodig? Waar men in Korinte teveel op de voorgrond drong, zijn we hier misschien te bescheiden over onze eigen gaven, over de tijd die we beschikbaar hebben. En de luwte bevalt ons soms best. Dus: durf te spreken.

Maar… durf ook te zwijgen. Heb vertrouwen in diegenen die leiding nemen en val hen niet af. Wees je er, net als Paulus, van bewust dat de samenkomsten van de gemeente ook een gezicht naar buiten zijn. Met elkaar dragen wij bij aan een de orde en de vrede waarbinnen het evangelie kan floreren. Daaraan zijn we allemaal ondergeschikt.

En ten laatste, zijn we soms niet te véél bezig met het in stand houden van de gemeente, de kerk; zo veel dat de gemeente doel op zich is geworden in plaats van slechts een middel om het evangelie te verkondigen. We maken ons bezorgd over de inkomsten, over de geringe aanwas van de jeugd; we maken ons zorgen of De Open Hof ná corona even bruisend zal zijn als ervoor. Het is goed om ervoor te waken dat de gemeente nooit een doel in zich is. Maar een middel om het evangelie te verspreiden; een afbeelding van Gods koninkrijk op aarde.

Dat ene vers, zo uit zijn verband gehaald, is een tekst met grote gevolgen. Ik hoop en bid dat de gehele tekst grote gevolgen zal hebben als het gaat over onze bevlogenheid, over hoe warm we lopen voor onze gemeente en voor het evangelie van onze Heer Jezus Christus.