Lyonne

Lyonne

Jun 27, 2023

Poezie

Donderdag begint de week van de poëzie. Ik houd ervan hoe dichters met een enkel woord of een mooie zin iets kunnen samenvatten waar ik een halve bladzijde voor nodig zou hebben. Ik houd ervan hoe zij in staat lijken te zijn in woorden te vatten wat ik niet zeggen of uitleggen kan. Dichters brengen ons zo in allerlei opzichten dichter bij wat we voelen of geloven. Niet voor niets vallen we vooral in verdrietige momenten terug op een gedicht of een lied. Het is draagbare troost, als het uit ons hoofd kennen.

Een prachtig gedicht is als lied opgenomen in het Nieuwe Liedboek. Het is Klein Danklied van Ad den Besten, lied 920. Ik lees het regelmatig voor als we iemand wegbrengen naar het graf. Het gaat over de kwetsbaarheid van een mensenleven. Den Besten, dichter van vele liedboekliederen en de berijmde psalmen, schreef dit gedicht in 1973. Het was feest, omdat het -voor toen- nieuwe liedboek net in gebruik was genomen. Er was verdriet, omdat een van de dichters met wie hij nauw had samengewerkt plotseling was overleden. En zelf stond hij voor een operatie waardoor hij zijn eigen kwetsbaarheid inzag. Vanuit die mengeling van emoties schreef hij over ‘bevende zekerheid’ en het ‘smal en onvast bestand’ van het bestaan maar niettemin over vertrouwen op God. In zijn eigen toelichting op dit lied schreef hij: “Kortom, ik kon mij niet onttrekken aan sombere voorgevoelens. Toch ontbrak het me niet aan momenten van 'elevatie' (= opgetild worden), getuige dit lied.”

In het Nieuwe Liedboek staan naast liederen ook gedichten, om bijvoorbeeld voor te lezen aan tafel, bij een ziekbed. Dat is winst. Een overzicht van alle gedichten in het Nieuwe Liedboek vindt u op:  https://www.liedboekcompendium.nl/

22 januari 2023

Jun 27, 2023

Gods wil

Als er een ramp gebeurt in je leven, welke plaats heeft God dan daarin? Het antwoord op die vraag is niet altijd makkelijk. Soms worstelen mensen ermee of lijden ons overkomt door Gods wil, omdat ze hebben geleerd wat in Zondag 1 van de Heidelberger Catechismus staat: ‘dat zonder den wil mijns hemelse Vader geen haar van mijn hoofd vallen kan’. De gedachte dat Hij lijdzaam toeziet en niets doet, maakt dat velen God de rug toekeren.

Jezus zegt tegen zijn leerlingen: Wees niet bang. ‘Wat kosten twee mussen? Zo goed als niets. Maar er valt er niet één dood neer buiten jullie Vader om. Bij jullie zijn zelfs alle haren op je hoofd geteld.’ (Mat 10:29) Het gaat niet om de wil van God, ook niet om het lot dat Hij ons toebedeelt. Het gaat erom dat er niets buiten hem omgaat. Hij is erbij. Ook in een ramp. Hij wil ons zelfs dragen. Ds. W.R. van der Zee vat het in een kort, maar indrukwekkend gebed samen:

‘Alles wat er gebeurt op deze wereld en in ons leven valt niet samen met uw wil, maar wordt wel omsloten door macht: voed ons vertrouwen, Heer onze God.’ (in: Zondagswoorden)

29 januari 2023

herdenking watersnoodramp

Jun 27, 2023

Blue Monday

De meest depressieve dag van het jaar, zegt men. De vrolijkheid van de feestdagen is voorbij; de eerste goede voornemens zijn alweer gesneuveld en het duurt nog heel lang tot de zomervakantie. Het is geen echte dag natuurlijk. Hij bestaat vooral in ons hoofd en het wordt vooral een depri-dag als wij onze oren ernaar laten hangen. Bedenk maar, januari gaat vanzelf voorbij en het wordt vast ook nog wel een keer droog.

Blue Monday is wel een moment om aandacht te vragen voor mensen die lijden aan het leven, voor jongeren die depressief zijn, voor ouderen die geen zin(geving) meer hebben in het leven. Laten we zacht zijn voor elkaar. En als jij het bent die in het donker zit, blijf er dan niet alleen mee zitten. Je kunt bij iemand terecht. En ja, ook bij Iemand.

15 januari 2023

Jun 27, 2023

Stil

Vorige week was ik een paar dagen te gast  bij de zusters Cisterciënzers in abdij Koningsoord. Bidden en werken bepalen de dagorde in een heilzaam ritme. Stilte is een belangrijke waarde voor de zusters en ook van gasten wordt verwacht dat zij die stilte in acht nemen. Ook tijdens het eten. Eerst voelt het alsof ik niet mag praten. Als de dag vordert groeit het besef dat ik niet hoef te praten. Ik hoef me deze dagen niet te verbinden met anderen; in ieder geval niet de hele dag. En juist als je niet hoeft te praten, ontdek je dat ook niet altijd alles gezegd hoeft te worden en dat ik niet altijd gehoord hoef te worden om gezien te zijn. De meeste dingen zijn niet belangrijk of kunnen ook wel even wachten. We mogen onze woorden wegen.

Omdat ik zelf spaarzaam mocht zijn met mijn woorden, was ik extra bedacht op de woorden die wél klonken, de Psalmen en de lezingen. Het terugkerende vers was ‘Een mens te zijn op aarde’ en ik nam daaruit de woorden mee: ‘Een mens te zijn op aarde is leven van de woorden die opgeschreven staan en net als Jezus worden die het ons heeft voorgedaan.’

Zullen we nu samen zwijgen?

Niets meer zeggen en heel stil

luisteren of we antwoord krijgen,

of God ons soms iets zeggen wil.

In de stilte kan zoveel moois ontstaan. Als we maar gewoon onze mond eens houden en luisteren. Naar Gods stem, naar elkaar, naar onszelf.

12 maart 2023

Jun 27, 2023

Familie Zwaan

Donderdagmorgen, onderweg naar De Huiskamer voor de koffie. Over het zebrapad vlakbij de kerk steekt familie Zwaan over. Moeder voorop, vijf kleintjes en vader als achterhoede. Geen auto zal passeren en zijn vrouw en kinderen omver rijden. En passant blaast hij venijnig naar een overstekende fietser.

In de leesclub, waar we een boek over familieverhoudingen bespraken, herkenden en kenden we dat het gezinsleven ook verdriet, spanning en verwijdering met zich mee kan brengen. Dan houden de zwanen ons een mooie spiegel voor: zij zijn elkaar eeuwig trouw en zijn liefdevol en beschermend naar hun kroost. In de Bijbel zochten we naar voorbeelden van goed ouderschap en we kwamen uit bij de vader van de verloren zoon, aan Maria, die haar zoon tot aan het kruis blijft bijstaan en Hanna, die haar in de tempel opgroeiende zoon Samuel elk jaar een jas gaat brengen in een maatje groter. Hun ouderschap komt dicht in de buurt van dat van God, die we Vader noemen. Of Moeder. Als een vogel beschermt de Eeuwige wie op Hem vertrouwen.

Volgens oude verhalen zingt een zwaan vlak voordat hij sterft. Denk maar aan het woord zwanenzang. Na een leven zonder noemenswaardig geluid juicht de zwaan om de naderende dood en de verlossing van het leven. Als je daar bij optelt dat in de literatuur de zwaan ook symbool staat voor ziel en de vernieuwing van de ziel, dan lijkt het plotseling logisch dat op grafmonumenten soms een zwaan te zien is. Wat je niet al bedenkt als je even stopt om de familie Zwaan te zien oversteken. Geen zwanenzang, wel een mooi lied: ‘Laat mij als een kleine vogel schuilen mogen waar Ge uw vleugels om mij slaat’. (Psalm 61)

 

verschenen op de Weekbrief van 11 juni 2023

Jun 27, 2023

omdenken

omdenken

Toen David op Goliat afliep, hem de spot hoorde drijven met alles wat hem lief was, dacht hij niet: ‘Wat een reus van een vent. Die overwin ik nooit.’ Nee, hij dacht: ‘Wat een reus van een  vent, die kan ik niet missen.’

We weten niet wat het nieuwe jaar ons zal brengen. Zal het ons goed (blijven) gaan? Of zal rampspoed opdoemen als een reus in het dal en ons bang maken, dreigen met de dood? Zullen we de moed verliezen als de Israëlieten of onze moed bijeen rapen zoals David? Gelukkig maar dat we het van te voren niet weten, dan hoeven we er ons ook niet druk over te maken. We kunnen ons wel voornemen hoe we willen omgaan met de onverwachte moeilijkheden die op ons pad komen. Saul was tot de tanden gewapend maar durfde evengoed niet. David mocht zijn wapenrusting lenen – een bronzen helm en borstplaat – maar het was zo zwaar dat hij eronder bezweek. David ging als zichzelf. Met zijn eigen kwaliteiten en met zijn herderstas waarin een slinger en wat stenen zaten. Maar het belangrijkste waarmee David Goliat te lijf ging was zijn geloof. ‘Moge de Heer je bijstaan’, zei Saul tegen hem. Gezien de hele voorgeschiedenis klinkt het een beetje als ‘God zegene de greep’, maar David ging in het vertrouwen dat hij ook verwoordde in een lied: ‘De HEER is mijn licht, mijn behoud, wie zou ik vrezen? Bij de HEER is mijn leven veilig, voor wie zou ik bang zijn?’ (Psalm 27)

Mijn nieuwjaarwens voor 2023 is: laten we niet bang zijn.

 

verschenen op Weekbrief van 8 januari 2023

Jun 25, 2023

Elkaar ontmoeten

overweging op zondag 25 juni 2023                     PG De Open Hof ~ Oud-Beijerland

 

[ afbeelding: Joel Whitehead ] 

 

uit de Bijbel: Lucas 19: 1-10

lied: Kom, Geest van God, NL 333

tekst: Je moet van twee kanten komen, Stef Bos

 

lied na de preek: Woon in mijn dromen, Sytze de Vries

 

“Je moet van twee kanten komen om elkaar te ontmoeten.

Je moet eigenlijk toevallig onderweg zijn.

Je moet geen doel voor ogen hebben.

En je moet laten gebeuren waarvoor je bang bent.

 

Je moet niet alles willen verklaren.

Voor je het weet verklaar je elkaar de oorlog.

Je moet van twee kanten komen om elkaar te ontmoeten.

Je moet jezelf in de ander durven zien

zonder in die ander te verdwijnen.

 

Het kan opeens zomaar voor je staan.

Het lijkt op iets om uit de weg te gaan.

Dat is het vreemde van geluk.

Je maakt het waar of je maakt het stuk.

 

Het kan jou bedreigen.

Het kan jou behoeden.

Maar je moet van twee kanten komen om elkaar te ontmoeten.”

 

Stef Bos

 

hokje

Wat wéten we nu eigenlijk over Zacheus?

We kennen zijn beroep en zijn financiële situatie. En hij is klein van stuk.

Dat staat in de tekst.

En toch denken we hem beter te kennen dan dat.

Hij is niet gewoon klein;

hij is een miezerig mannetje, dat heult met de vijand;

dat meer belasting heft dan nodig is.

Dáár is hij natuurlijk zo rijk van geworden.

In de meeste kinderbijbels wordt zó over Zacheus verteld.

Godzijdank, bad de Farizeeër in de gelijkenis van Jezus,

dat ik niet ben zoals die tollenaar. (Lucas 18:11)

Een zondaar, dat is het!

Daar stond hij gelukkig vér boven.

En de mensen in Jericho vinden het belachelijk

dat Jezus in Zacheus’ huis wil blijven slapen.

Zij hebben hun mening over hem ook al gevormd.

 

[ (N.b. het samenspel met de Romeinse overheid was veel ingewikkelder dan simpel zwart-wit. De Romeinen zorgden voor stabiliteit. Ook de religieuze leiders moesten noodgedwongen samenwerken met de overheid. Denk aan de veroordeling van Jezus. Daarvoor hadden ze de medewerking van Pilatus nodig.]

 

Mensen kunnen zo snel zijn met hun mening over een ander.

Soms op grond van een eerste indruk.

Gebaseerd op weinig tot geen feiten duwen ze een ander in een hokje,

schrijven ze iemand af. Omdat de ander niet past bij ‘ons soort mensen’,

vanwege kleur, geaardheid, beroep, of noem een reden..

Je kunt zelfs in de problemen komen door je achternaam.

En sta je eenmaal te boek als probleemgeval,

probeer je daar dan nog maar eens aan te ontworstelen.

Je hoort er niet meer bij, wordt een buitenstaander.

 

boom

Zacheus lijkt te berusten in zijn rol als outsider.

Hij zoekt hij hogerop in een vijgenboom.

Niet omdat hij zich schaamt

maar omdat anderen hem het zicht op Jezus ontnemen.

Ze staan er voor. Met hun veroordelende harde ruggen.

Met hun ideeën over wie er wél en wie er niet bij horen.

 

Hoe kijken wij? Eerlijk…

Zijn er mensen die wij onrecht aandoen, bewust of onbewust,

mensen die we niet écht zien

omdat we afgaan op het beeld dat we ons hebben gevormd,

zonder het ooit écht ontmoet te hebben?

Als je er over nadenkt, sta jij dan wel eens iemand in de weg?

Ben jij soms ook een rug waarachter iemand vergeefs probeert

een glimp op te vangen van God?

En hoe zíjn we gezien?

Verberg jij je het liefst om alles vanaf een afstandje te bekijken?

Dat kan lekker veilig zijn; geen mens die een beroep op je doet.

Maar doe je echt mee?

Laat jij je bepalen door wat anderen van je denken?

Wat weten ze dan niet van jou? Wat zit er in jou wat niet wordt gezien?

 

 

 

Van Zacheus weten we uit het verhaal in ieder geval ook iets anders.

Ten eerste: hij heeft een bijzondere naam, met een bijzondere betekenis:

de rechtvaardige, Gutmensch. Dat zit er dus ook in,

al hebben zijn stadsgenoten nooit de moeite genomen om dat te zien.

 

En ten tweede: Zacheus is ‘ook een zoon van Abraham’;

Daar wijst Jezus de mensen op. Hij hoort erbij, hij is als jullie, een kind van God.

Die liefde hoef je niet te verdienen.

Die kun je ook niet op rekenen, al voel je jezelf tien keer beter dan een ander.

Jezus komt op voor Zacheus. Hij kijkt anders.

 

Jezus kijkt omhoog

Jezus kijkt omhoog.

Maar toch is dat niet het punt waarop het verhaal begint.

Het begint bij Zacheus die Jezus wil zien.

Want, je moet van twee kanten komen om elkaar te ontmoeten.

Kennelijk had hij al eens van Jezus gehoord.

En nu wil Zacheus te weten komen wie Jezus is.

Hij wil zicht krijgen op Jezus.

 

Bij alles wat we menen te weten over Zacheus, weten we ook zoveel niet.

Waar hoopt Zacheus op?

Met wat voor verwachting is hij die morgen opgestaan?

Wat zoekt hij?

Is hij in dat zoeken niet net als zoveel anderen, zelfs net als wij,

die verwachtingsvol hopen te beleven wat Jezus kan betekenen.

Want dat lijkt me eigen aan ons geloof, dat we geraakt zijn,

en willen weten wie Jezus is in relatie tot wie wíj zijn.

En ook andersom: we willen weten wie wíj zijn als we Hem kennen;

wie we kúnnen zijn. Lós van de gedachten die we hebben over onszelf.

En los van het beeld dat anderen van ons hebben.

Wat zit er méér in ons, sluimerend, verborgen als de betekenis van Zacheus’ naam.

 

Als Jezus omhoog kijkt noemt Hij díe naam.

Niet ‘hé, tollenaar’, maar zijn naam.

Zacheus, kom vlug naar beneden, want vandaag moet Ik in uw huis verblijven.

Geen hokjes voor Jezus. Hij kijkt anders.

Hij ziet voorbij aan wat anderen menen te zien.

Hij ziet jou niet zoals jij jezelf ziet.

Jezus ziet de mogelijkheden, de verborgen talenten, de mens. Hij ziet jou.

Zacheus maakt mee wat Huub Oosterhuis zo mooi in een lied heeft verwoord:

‘De Heer heeft mij gezien en onverwacht ben ik opnieuw geboren en getogen’.

Ergens is iets geraakt in Zacheus waardoor hij overmoedig uitroept:

 

De helft van mijn bezittingen zal ik aan de armen geven,

en áls ik iemand heb afgeperst, zal ik viervoudig vergoeden.

Grote woorden, ingegeven door een groots moment.

 

Misschien knaagde er al langer een ontevreden gevoel aan hem:

‘is dit alles wat er is?’ (Doe Maar)

Is dit wat ik heb gedroomd met mijn leven te doen?

Of is misschien juist nu de tijd rijp om te zijn wat zijn naam zegt: een rechtvaardige.

 

Nergens staat dat Jezus Zacheus veroordeelt.

En ook niet dat hij voortaan met een ander beroep zijn brood zal verdienen.

Er wordt niet gesproken over spijt en vergeving.

Goedbeschouwd is het dus geen verhaal over een wonderlijke bekering.

Maar een verhaal over zien en gezien worden.

Over zoeken en gevonden worden.

Over redding.

Omdat Jezus opkomt voor diegenen die niet hoog opgeven over zichzelf.

Omdat Hij ons ziet zoals we kúnnen zijn.

 

blijven

Zacheus heeft Jezus heeft binnengelaten en is daardoor een ander mens.

Nog steeds een tollenaar. Nog steeds klein van stuk.

Maar bevrijd van de veroordelende blikken,

van schuld en schuldgevoel.

Waarom zou hij zich nu nog langer verstoppen

en genoegen nemen met een plaats op de achterste rij?

In Gods koninkrijk zitten die mensen juist vooraan.

Voortaan zal hij, op de plaats waar hij is gesteld, doen wat hij moet doen.

Hij past nu in zijn naam. Hij is in dat opzicht gegroeid.

 

En ondanks dat Jezus verder trekt, zal Hij Zacheus altijd bij blijven.

Hij blijft ook bij ons.

Omdat Hij woont in de vensters van onze ogen,

in hoe mensen kijken naar elkaar.

Laten we zó naar de ander kijken

dat we een kind van God in hem of haar zien, een goed mens.

 

Jezus moet wel blijven.

Omdat Hij woont in de kamers van ons hart,

in wat we kunnen geven,

in gastvrijheid, in aandacht.

Laten we nieuwsgierig zijn naar het verhaal van een ander

en ons openstellen voor ontmoeting.

 

Zo wil de Mensenzoon wonen in ons bestaan.

Laat de Geest onze harten openwaaien, ‘dat Christus in ons woning vindt’. (NL 333)

overweging op zondag 11 juni 2023         PG De Open Hof  ~ Oud-Beijerland

 

uit de Bijbel: Lucas 7: 1-10

Wees stil en weet, NL 887

Lieve Heer, Gij zegt ‘kom’ en ik kom. NL 840

 

In deze dienst werd het heilig avondmaal gevierd.

 

buitenstaander

Wat kan er gebeuren als je je openstelt voor anderen.

Zelfs voor hen die je ervaart als ‘anders’.

Zoiets is er aan de hand in het verhaal van vanmorgen.

 

De centurio is een buitenstaander. Hij is een Romein. Een vijand dus. Én hij is een niet-Jood, een heiden. Volgens de Wet gaan Joden niet om met niet-Joden. De drempels zijn hoog. Je stapt elkaars huis niet binnen. Je eet niet met elkaar. Er is een strikte scheiding. En toch heeft de centurio vrienden onder de oudsten van de Joden.

Respectvol en met waardering voor hun geloof heeft hij hen niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk de ruimte gegeven in een eigen synagoge. Hij is een goed mens die zich niet opdringt maar bescheiden enkele oudsten laat vragen of Jezus bij hem wil komen.

Omgekeerd hebben de oudsten van de Joden, de leiders van de synagoge, respect en waardering voor de centurio. Zij laten zich maar al te graag met de boodschap naar Jezus sturen. Ze dringen er zelfs bij Jezus op aan dat Hij meekomt om de slaaf van de centurio te redden. Hij is het waard.

 

De grenzen tussen jood en heiden, vriend en vijand, zijn hier dus minder scherp dan de wet voorschrijft. Het is niet zwart-wit.

 

Hoe zit dat met ons? Hoe denken wij over het onderscheid tussen gelovig en ongelovig, of kerkelijk en niet-kerkelijk? Is dat een harde grens of toch veel zachter en vloeiender? Wie zijn voor ons ‘de anderen’? Zijn in er in jouw beleving ook ‘anderen’ in onze gemeente? En als dat zo is, hoe ga je daar dan mee om? Misschien voel jij jezelf wel een buitenstaander. Wat maakt dan dat dat zo is?

 

Laten we in ieder geval vaststellen dat Jezus zo niet naar mensen kijkt. Hij aarzelt niet. Hij gaat niet in discussie met de oudsten van de Joden waarom Hij wel of niet zou moeten meegaan. Hij leest hen niet de les dat zíj zich hebben ingelaten met de centurio. Zonder voorbehoud gaat hij samen met hen op weg om te beantwoorden aan het beroep dat de centurio op hem doet.

 

We hebben misschien heel wat te overwinnen om medemensen die wij ervaren als ‘anders’ zo te benaderen als Jezus dat deed. Onwetendheid, onbekend maakt tenslotte onbemind… Angst. Verlegenheid. Wetticisme -omdat we denken dat iets niet mag van de Bijbel, of van God-  of toch dat gevoel van superioriteit dat in ons allemaal zit. Wat zou er gebeuren als wij buiten onze eigen bubbel stappen? De bubbel van onze kerk, van leeftijdgenoten, de bubbel van onze kleur, gender.

Jezus vindt er groot geloof.

 

groot geloof

Zo’n groot geloof kwam Hij zelfs in Israël, onder eigen, niet tegen. De centurio is zelfs een voorbeeldige gelovige.

 

Allereerst omdat hij zich niet laat tegenhouden door grenzen die mensen stellen als de norm. Niet wat betreft het geloof. Maar ook niet als het gaat om rangen en standen. Hij moet een man met aanzien en geld zijn want hij heeft een slaaf. En op deze slaaf is hij erg gesteld. Vaderlijk bezorgd is hij, of het zijn zoon betreft. Of misschien, zo stellen sommige uitleggers, waren ze wel minnaars. Hoe het ook zij, de slaaf is hem dierbaar. De centurio is bezorgd en vol liefde en de grenzen van rang en stand tellen niet. Zijn slaaf is het waard.  

(In vers 7 is de slaaf plotseling een knecht geworden. Daar staat niet het Griekse ‘doulos’ maar ‘pais’, dat kind of zoon betekent.)

 

Ten tweede is de centurio voorbeeldig omdat hij diep respect heeft voor de grote macht van Jezus en tegelijkertijd zijn kleinheid als mens ervaart. De centurio laat zich nergens op voorstaan en maakt zich niet onnodig groot. Misschien moet Jezus toch maar niet bij hem thuis komen. Hij is het niet waard. En Jezus hóeft toch ook eigenlijk niet zelf te komen. Één woord van hem is genoeg. Hij vergelijkt Jezus’ macht met die van hemzelf. Of nee, de centurio gebruikt zijn eigen situatie als een gelijkenis om aan te geven hoe groot Jezus’ macht moet zijn. Zoals de centurio een soldaat kan bevelen om te gaan, of juist te komen, zo kan Jezus een mens redden met slechts één woord.

 

omdat je het waard bent

De katholieke kerk heeft de woorden van de centurion overgenomen in de avondmaalsliturgie, als de priester het brood breekt. ‘Heer, ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt maar spreek slechts één woord en ik zal gezond worden.’

Woorden van een heiden, een vijand, misschien wel een homoseksueel. Dat is wel een grappig detail. Of misschien klopt daar juist wel het hart van ons geloof. Dat ons de ogen worden geopend dóór een ander, vóór de ander. Dat we elkaar leren zien; allemaal even onwaardig in Gods ogen en allemaal even waardig.

Onwaardig omdat ieder mens het nodig heeft om door hem geheeld te worden. Van onze schuld, van onze schaamte, van ons hokjesdenken.

En we zijn allemaal even waardig. Wie bepaalt tenslotte de grenzen van Gods liefde? En wie bepaalt aan wie Hij een wonder laat gebeuren? Toch niet alleen aan gelovigen, of mensen van de kerk? Zijn liefde heeft een enorm bereik; zo wijd als de wereld. We zijn allemaal even welkom om gast aan zijn tafel te zijn en brood en wijn te ontvangen. Omdat we het waard zijn.

May 27, 2023

Dromen dromen

overweging op 28 mei 2023           Pinksteren

PG De Open Hof ~ Oud-Beijerland

 

uit de Bijbel: Joel 3: 1-5

lied: Vrees niet, gij land, NL 678

 

uit de Bijbel: Handelingen 2: 1-13

lied: Kom, heilige Geest, NL 688

 

uit de Bijbel: Handelingen 2: 14-24 en 37-40

lied: Zolang wij ademhalen, NL 657:1 en 4

 

lied na de preek: De wind steekt op, Sela

 

dromen dromen

Wat zijn jouw dromen?

Ik bedoel niet die dromen die voor jou persoonlijk zijn, een leuke baan, een gezin, of ooit eens opnieuw beginnen. Ik bedoel die dromen die de jouwe overstijgen; dromen voor deze wereld, voor de tijd waarin wij leven of voor de generatie die na jou komt. Droom je van vrede, van genoeg voor iedereen, of van een schone aarde? En zíe je daar soms ook al iets van? Beïnvloedt jouw droom wat je zegt, of doet, of laat?

 

Op die eerste Pinksterdag houdt Petrus een vlammende preek, alsof heilig vuur in hem ontstoken is. Het gaat over dromen. Petrus citeert de profeet Joel; over God die zijn Geest zal uitgieten over al wat leeft en die woorden, dromen en visioenen zal wekken in de mensen. Dit is het, zegt Petrus. De oude woorden van Joel komen vandaag tot leven.  Het waaien van Gods Geest gebeurt aan ons. Dit is het einde van de tijd zoals wij die kennen; een nieuw begin.

 

Het is natuurlijk al begonnen. In Jezus. In wat Hij zei en deed, in de wonderen en tekens. Het is al begonnen in al die momenten dat Jezus mensen tot verandering bracht, tot vernieuwing. Het is begonnen toen Hij opstond uit de dood.

En het gaat verder, in zijn Geest. En in de mensen die zich daardoor laten raken.

 

Het is niet één mens die in Jezus’ voetspoor zal treden. En het zijn ook niet sómmige mensen, met specifieke kwaliteiten of posities. Het gaat verder in álle mensen.

 

Net als de wind waait de Geest waarheen zij wil. Net als de wind kun je de Geest niet ontduiken. Nu zij eenmaal is uitgegoten zal zij alles wat leeft beroeren en in beweging brengen: Jong en oud, man en vrouw, mensen van alle sociale lagen. De Geest maakt geen onderscheid.

Petrus’ preek maakt indruk. Mensen ervaren zijn begeestering. En vanaf dat moment begint een gemeenschap te groeien, verbonden door een nieuwe taal, boven miscommunicatie en verwarring uit, geraakt door het evangelie van de Opgestane.

 

Na de preek van Petrus laten 3000 mensen zich dopen. Het zijn er veel. Het is dan ook druk in Jeruzalem, met pelgrims uit alle windstreken die het Wekenfeest willen vieren, het feest van de Tien Woorden.

 

hoorwonder

Van overal zijn ze gekomen en iedereen hoort de leerlingen spreken in zijn eigen taal. Niet omdat de leerlingen alle talen spréken. Het wonder zit in het hóren. Verward en buiten zichzelf van verbazing zeggen ze: we horen hen spreken in onze móedertaal. We horen hen in de taal die bij Gods grote daden hoort, bij uittocht en woestijn, bij Tora; het is de taal van het geloof. De preek van Petrus komt binnen en raakt hen in de taal van dromen en visioenen, in de taal van hun hart. En dat maakt iets in hen los. Wat moeten we doen, vragen ze. Want nu die oude woorden weer nieuw zijn geworden, nu dromen zijn gewekt, kunnen ze niet achterblijven.

 

Het is sinds die tijd niet meer gestopt met waaien. Gods Geest gebeurt ook aan ons, vandaag. Gods Geest trekt ons erbij.

En roept in ons wakker wat wij kunnen zijn, roept in ons tot leven wie wij kunnen zijn, vernieuwt het, versterkt het, verandert het. De Geest roept dromen in ons wakker en brengt woorden en daden in ons tot leven. De Geest geeft ons profetische woorden om te spreken. Blaast ons in beweging. En opent doorkijkjes van wat er kan zijn, zál zijn. Laat het ook zo zijn dat de Geest ons de taal van het hart leert spreken en verstaan. Zodat we wéten van elkaar wat de dromen zijn. Dat jonge mensen weten waarvan ouderen dromen; dat ouderen weten waarvan hun kinderen of kleinkinderen dromen.

 

woke

Wie dromen heeft, ziet ook hoe de werkelijkheid is. Gebroken en vol pijn. De schepping zucht, benauwd en verstikt door de eisen en verlangens van de mensen. Het kan er geestloos aan toe gaan. Er is veel lauwheid. Kilte zelfs. En toekomstdromen zijn kwetsbaar en worden makkelijk vertrapt.

 

Gods Geest maakt ons wakker. Dát is woke. Alert op waar je nodig bent, een verscherpt bewustzijn van wat goed is en fout. Niet míjn goed en fout, maar dat van God.

We moeten onszelf dus steeds de vraag durven stellen of het ons wordt ingegeven door onze eigen dromen en verlangens, of door de Geest. Maar als wij ons in alle oprechtheid laten zenden door Gods Geest zullen ons woorden een genezende kracht hebben, of een troostende. Onze woorden kunnen zelfs een profetische kracht krijgen als wij anderen raken met ónze droom, onze bevlogenheid.

 

In de appgroep werd het voorbeeld genoemd van de Zweedse scholier Gerda Thunberg. Met vlammende ogen stond zij in 2019 voor de grote wereldleiders op de klimaattop van de Verenigde Naties. Ze heeft grote zorgen over het klimaat en gooit de vergadering voor de voeten: ‘You have stolen my dreams’. Jullie hebben mij mijn dromen afgenomen. Jullie woorden zijn leeg; jullie vertellen fabels over economische groei maar ten koste waarvan?! ‘How dare you!’ Hoe durven jullie? Ze was toen 16 jaar, een jongere met dromen en met een profetische kracht achter haar woorden. Er zijn legio andere voorbeelden te noemen van mensen in wie wij dat profetische herkennen, die bevlogenheid, dat tegendraadse waardoor iemand opstaat en zegt: ‘I have a dream’.  

 

wat moeten we doen?

De mensen in Jeruzalem hebben maar één vraag: wat moeten we doen? Het antwoord van Petrus is: kom tot inkeer, zoek vergeving, stel je open voor de Geest. En maak je los van deze verdorven generatie, distantieer je van die mensen die liever koud zijn, die niet meeleven, meelijden en liever hun eigen dromen najagen.

 Wat is jouw droom? Als de Geest het jou geeft, wat zou jij dan zeggen? Welke gedachte, welke hoop in jou verdient het om onder woorden gebracht te worden?

En als de Geest het jou geeft, wat zou je dan doen? Waar zendt Gods Geest jou? Misschien wel naar Den Haag, om jouw stem en zorg te laten horen over het klimaat. Misschien naar een familielid waarvan je door spraakverwarring verwijderd bent geraakt. Misschien zendt de Geest jou naar je leidinggevende om misstanden op het werk aan te kaarten of roept zij jou naar een taak in de kerk.   

Wees niet bang dat het je niet zal lukken. Niemand had gedacht dat Petrus, praktisch opgeleid als visser, zo’n prachtige preek zou kunnen houden. Het was dan ook niet Petrus’ eigen bezieling. Het werd hem gegeven. Zoals het ook jou zal worden gegeven.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

May 22, 2023

Beste Theofilus

overweging op zondag 21 mei 2023 PG De Open Hof ~ Oud-Beijerland

 

Wezenzondag, zondag Exaudi, de zevende zondag van Pasen

 

uit de Bijbel: Matteus 28: 16-20

lied: Ik zal er zijn, HH 460

 

uit de Bijbel: Handelingen 1: 1-14

lied: De Heer is opgetogen, NL 666

 

lied na de overweging: Al heeft Hij ons verlaten, NL 663

 

Beste Theofilus,

ik weet dat Lucas je al heeft geschreven

maar ik wil ook graag míjn verhaal doen.

Ik was er ook bij. Net als jij ben ik een ‘vriend van God’,

de eerste volgeling van Jezus.

Ik was er kapot van toen Hij zo’n wrede dood stierf.

Ineens kon ik begrijpen dat troost ver weg kan zijn als je iemand die je liefhebt verliest.

Zijn plek in de kring was pijnlijk leeg. Niemand durfde er te gaan zitten.

Niemand die het woord nam, zoals Hij dat kon doen. Het was stil.

En in die lege stilte drong de betekenis van wat we gezien niet goed door.

Ik had nota bene het lege graf gezien.

En Kleopas en zijn reisgenoot hadden Jezus herkend toen Hij bij hen at.

Later is Jezus ook verschenen aan mij, Simon, en aan de andere leerlingen.

De vreugde om hem zo te zien was groot.

Maar even zo vaak als Jezus aan ons verscheen, verdween Hij ook weer.

Dat maakte onze leegte alleen maar leger, de stilte stiller.

Ons verdriet was groot, te groot om op te pakken wat Jezus ons had gevraagd:

het goede nieuws overal gaan verkondigen,

leerlingen roepen om Hem te volgen, zoals Hij ons had geroepen.

We waren er nog niet aan toe.

Hoe hadden we geloofwaardig kunnen vertellen dat Jezus is opgestaan en leeft,

als we het zelf nog niet konden geloven?

 

Theofilus, ik weet dat Lucas je ook zijn eerste boek heeft gestuurd.

Dat eindigt hij met Jezus’ hemelvaart op dezelfde dag als Jezus’ opstanding.

Hij schrijft daar dat wij in grote vreugde terugkeerden naar Jeruzalem

en verder gingen waar we waren gebleven.

Misschien moet iedereen het zo onthouden,

dat het best zal gaan als je iemand bent verloren;

dat je verder gaat, meteen vanaf het begin

en dat God daarin met je meegaat.

Maar jij en ik weten ook hoe moeizaam het kan zijn om verder te gaan;

hoe je kunt worstelen met de vraag of er nog toekomst voor je is

en daardoor niet toekomt aan datgene waartoe je bent geroepen.

Ik kwam daar niet aan toe.

Ik vind het zo mooi dat Lucas daarom nóg een keer vertelt

over hoe we verder zijn gegaan na Jezus’ afscheid

en dat Hij veertig dagen lang aan ons verscheen.

 

Véértig, Theofilus! Zoveel jaren trok ons volk door de woestijn.

Zoveel tijd hadden ze nodig om te ontdekken dat er toekomst voor hen was na Egypte.

Zoveel dagen was Mozes op de berg om de Tien Woorden te ontvangen.

En weet je nog dat Jezus veertig dagen in de eenzaamheid van de beproeving bleef voordat Hij aan zijn werk begon.

Door het nog een keer zó te vertellen geeft Lucas ruimte.

Ruimte voor groeien in geloof; voor zoeken naar troost, naar God.

 

Je weet dat ik van Jezus de naam Rots (Petrus) heb gekregen,

maar geloof me, zo stevig heb ik lang niet altijd in mijn schoenen gestaan.

Dat heeft ook moeten groeien, moeten rijpen in mij als een kind in de baarmoeder.

Nu, achteraf, weet ik dat Jezus altijd dichtbij is geweest, in woord en in geest.

Maar ik heb Jezus nog gekend.

Ná mij zullen mensen het moeten doen met de verhalen.

Met ónze verhalen, met mijn verhaal, over mijn geloof.

Gelukkig heeft Lucas mij niet neergezet als een held,

als iemand met een rotsvaste overtuiging.

Dat zou komende generaties alleen maar afschrikken.  

 

Daarom is het goed dat Lucas ook mijn vraag heeft opgeschreven in zijn tweede boek.

Want dat koninkrijk waar Hij het steeds over had, wanneer zou dat komen?

Al die tijd had ik, net als de andere leerlingen, gedacht dat het in Jezus zou aanbreken.

En toen Hij na zijn dood aan ons bleef verschijnen,

hoopten we dat dát dan het moment was.

Maar dat koninkrijk kwam er niet van.

Het leek alsof er niets veranderd was en of de wereld gewoon doorging

zoals hij was vóór Jezus.

Dat was natuurlijk niet zo. Álles was veranderd. Alleen voelden we dat nog niet.

Diezelfde dag, op de dag van de opstanding,

én veertig dagen later, nam Jezus afscheid van ons.

Hij beloofde ons zijn Geest, kracht van boven.

En toen zagen we Hem niet meer, door die grote wolk.

Dat weet jij natuurlijk net zo goed als ik, Theofilus.

Dat is een Bijbelse wolk. De wolk waarin God voor ons volk uitging door de woestijn;

de wolk die de berg bedekte toen God met Mozes sprak.

Toen zag ik het niet, maar nu begrijp ik dat in die wolk God verborgen aanwezig was.

Nu besef ik dat dat altijd zo is geweest, en altijd zo zal zijn.

Maar op het moment zelf bleek ik net als de anderen omhoog staan staren.

Staan er opeens twee mannen naast ons!

Ik herkende hen meteen want ik had hen al eerder gezien. (Lucas 9: 28vv)

Ik was toen met Jezus, Johannes, en Jacobus een berg opgegaan om te bidden

en daar stonden ze, even plotseling.

Het bleken Elia en Mozes te zijn die met Jezus stonden te praten.

Niet zo gek, want Jezus was altijd in gesprek met de Wet en de Profeten.

Maar goed, toen heb ik het moment volkomen verkeerd begrepen.

Ik wilde daar blijven. Een tent opslaan, maar dat was niet de bedoeling.

We moesten de berg weer af, terug naar het dal, waar de mensen woonden.

We werden er meteen weer geconfronteerd met hun problemen en verdriet. (Lucas 9:37)

 

Nu was ik er op bedacht: een berg, twee mannen in witte kleren,

die zeggen dat Jezus terugkomt.

Het zal wel niet de bedoeling zijn dat we tenten opslaan en daar blijven.

Het zal de bedoeling wel zijn dat we de berg weer af gaan en iets gaan doen.

Het verschil met die eerste keer was natuurlijk

dat we dit keer zonder Jezus naar beneden gingen.

En toch ook weer niet.

Ik wist dat Jezus voortaan verborgen aanwezig mijn bestaan zal delen.

En als ik met Hem wil spreken, open ik de Tora en de Profeten.

Ja, Jezus heeft ons alleen gelaten, maar niet aan ons lot overgelaten.

 

We zijn de berg weer af gegaan en hebben onze vrienden en vriendinnen opgezocht.

Vanaf dat moment hadden we het gevoel dat we bij elkaar hoorden.

En dat Jezus in óns op aarde was. Dat wíj het zichtbare deel van hem waren geworden.

We wisten dat we iets te verwachten hebben

maar dat naar boven staren en afwachten geen zin heeft.

We moeten iets gaan doen. Iets waar Jezus zijn zegen aan zou geven,

iets in zijn Geest.

 

Beste Theofilus, misschien kom je nog eens langs. We komen samen in de bovenzaal.

Precies de plek waar Jezus met ons brood en wijn deelde en zei:

doe dit om Mij te gedenken. Precies op de plek waar we zijn opstanding vieren.

Want Hij is niet dood. Hij leeft.

 

Ik groet je met de vrede van Christus, Petrus.

Page 5 of 18