overweging op zondag 17 oktober 2021 PG De Open Hof ~ Oud-Beijerland

Roze Kerkdienst; in deze viering ontvangt transvrouw A. een zegen over haar nieuwe naam en vernieuwt zij de huwelijksbeloften met haar vrouw M.

 

uit de Bijbel: 1 Korintiers 13: 4-7

 

verdraagzaam

Wees eens een beetje verdraagzaam. Het was een gevleugeld woord van mijn moeder als wij, broer zus en ik, woorden hadden. Verdraag elkaar. #Doeslief. Verdraag het dat niet iedereen er dezelfde mening op na houdt als jij. Probeer niet altijd je gelijk te halen. Wees verdraagzaam. Ook naar mensen die jij ervaart als anders. Accepteer het dat mannen hand in hand lopen; dat Fredrike niet wil zeggen of zij een jongen of een meisje is. Tolereer de kleurrijkheid en de verscheidenheid. Steek geen vlaggen in brand. Bedwing je vinger die boven de toetsen hangt om een kwetsende vinger te typen. Dat is op zich al een mooie boodschap voor vandaag. Maar is het genoeg.

 

Paulus maakt zich zorgen over het klimaat in de gemeente van Korinte. Er is onrust en verdeeldheid ontstaan. (1 Kor 1: 11-16) Sommige gemeenteleden zeggen: ik volg Paulus in wat hij zegt. Anderen zeggen: ik ben van de kant van Apollos en een derde roept dat hij Kefas veel beter vindt. Daarnaast zijn de gemeenteleden het niet eens over een aantal belangrijke geloofszaken en de een roept nog harder dan de ander om gehoord te worden. Schelle cimbalen en dreunende gongen zijn er niets bij. (1 Kor 13:1) Logisch dat Paulus dan oproept tot verdraagzaamheid.

 

Maar als Paulus het heeft over verdraagzaamheid bedoelt hij niet dat je in je eigen hokje blijft en accepteert dat anderen in hún hokje zitten. Hij bedoelt niet: leven en laten leven. Of: ze doen maar. Ik ga ook mijn eigen gang.

Voor Paulus gaat verdraagzaamheid veel verder dan dat. Want verdraagzaamheid zegt iets over de liefde. En de liefde wortelt in God de Vader. De Ene God.    

 

Alles verdraagt zij

We lezen dit gedeelte vaak bij huwelijksvieringen maar Paulus heeft hier niet de romantische liefde op het oog. Het gaat niet over geliefden. Dat zou het misschien makkelijker maken.

Maar Paulus spreekt hier over een ander soort liefde, de agapè. Dat is de levensinstelling die altijd de ander vooropstelt; die bereid is om het beste van de ander te denken, klaar om te vergeven en de ander te geven wat er nodig is. Deze liefde oordeelt niet. Bij deze liefde gaat het niet om jou en jouw behoeften maar om die van de ander. Het is liefde die wat hebben kan, die wat te verdragen krijgt. Liefde die de deur openhoudt ondanks alles; liefde die bereid is zichzelf op te offeren. Dat doen ouders voor hun kinderen, kinderen voor hun ouders, leerkrachten voor hun leerlingen, mensen in de zorg voor wie aan hun zorg is toevertrouwd, mensen in de kerk voor elkaar, mantelzorgers. We gaan ver om de ander vast te houden. En soms móeten we ver gaan of van ver komen om de ander te bereiken, welkom te heten. Ook dat hebben we deze week gemerkt.

Maar zo, zegt Paulus, is God voor ons. Agape. Liefde die óns altijd voorop stelt. De goedheid zelf. Het zit in zijn aard om geduldig te zijn; om zich niet boos te laten maken en het kwade niet aan te rekenen.

Hij blijft trouw, zijn liefde kan wat hebben. Dat is de rode draad door alle Bijbelverhalen heen. En die komt uit bij Jezus Christus. De liefde van God in levende lijve. Hij omarmde de mensen zoals ze waren en vulde hen met liefde voor elkaar, met verlangen naar Gods nieuwe wereld, de hemel op aarde. 

Jezus vat het heel kort samen als hij zegt: Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals ik jullie heb liefgehad. (Johannes 15) Zijn liefde ging zelfs zo ver dat Hij zijn leven opofferde. En Gods liefde ging zo ver dat Hij Jezus opwekte uit de dood.

Dát is de kern van alles wat Paulus te zeggen heeft. Daar kunnen we niet over verschillen van mening. Dat is wat ons samenbrengt en samenbindt. De eenheid in Christus.

 

jij in jouw klein ho(e)kje

Iemand vertelde me dat ze zo’n hekel had aan het kinderliedje: Jezus zegt dat Hij hier van ons verwacht dat wij zijn als kaarsjes brandend in de nacht…. jij in jouw klein hoekje en ik in ’t mijn. Dat kan toch de bedoeling niet zijn dat we ieder in ons eigen hoekje blijven. Ik was het niet direct met haar eens maar nu ik bezig ben met dat woord verdraagzaamheid begrijp ik haar beter. We zijn geen vlammetjes in hokjes maar een en hetzelfde vuur; leden van één lichaam, ranken aan één wijnstok. Niet zomaar mensen maar medemensen. Dat stijgt boven elkaar tolereren uit. Dat is het ééns zijn dat iedereen op dezelfde manier door God wordt liefgehad, ongeacht gender of seksuele voorkeur.  Laten we het ééns zijn dat wij allen op dezelfde manier geroepen zijn om Christus te volgen en van elkaar gediend te zijn.

 

Verdraagzaam is de liefde. De band tussen mensen, hoe en waar ze elkaar ook maar tegenkomen, wordt daardoor gekenmerkt.

De oude vertaling zegt: Alles bedekt zij. Als een dak, een veilig onderkomen. Dan is de liefde een schuilplaats, een plek om thuis te komen. A. en M. hebben dat blijvend bij elkaar gevonden. We prijzen onszelf gelukkig als we weten bij wie ónze beschutting is. Of voor wie we dat kunnen zijn.

We dromen ook van die veiligheid. We dromen van een wereld zonder hokjes. Waar geen mens in ongenade valt. Een inclusieve samenleving waar we elkaar niet slechts tolereren maar respecteren; de wereld waar mensen waardig leven mogen en elk zijn naam in vrede draagt. (Lied aan het Licht, Huub Oosterhuis) Want niet alleen verdraagt de liefde alles. Alles gelooft zij. Alles hoopt zij.

 

liederen in deze viering:

Voor mensen die naamloos, Nieuw Liedboek 647

Heer, die mij ziet zoals ik ben, Psalm 139: 1, 7 en 8

Ongestraft mag liefde bloeien, Sytze de Vries

Tot jij mijn liefde voelt, Huub van der Lubbe

Lied aan het licht, Nieuw Liedboek 601

Neem mij aan zoals ik ben, Nieuw Liedboek 833

Zegen mij, Sela

This entry was posted in Preken