overweging op zondag 12 september 2021         PG De Open Hof ~ Oud-Beijerland

 

Jaren heeft Jeremia zijn tijdgenoten opgeroepen om anders te gaan leven. Hij heeft hen gewaarschuwd dat kwaad altijd tot erger wordt. Maar voor God en zijn geboden was geen plaats meer in de samenleving van Jeruzalem en omstreken. En omdat God zich er niet meer thuis voelde, trok Hij zich terug waardoor koning Nebukadnezar vrij spel had. Hij nam heel veel mensen mee naar Babel. Ze hadden het daar niet slecht. Maar het was geen thuis. Liefst zagen de Babyloniërs dat de ballingen zich aanpasten en opgingen in het rijk. De weg van de minste weerstand. Maar er waren ook mensen die ervan uitgingen dat God snel genoeg terug zou komen op zijn besluit om zijn handen van Juda af te trekken. Even volhouden, stil maar wacht maar, het gaat wel weer voorbij. Maar Jeremia komt met een derde mogelijkheid. En daarover schrijft hij een brief.

 

uit de Bijbel: Jeremia 29: 1, 4-14

 

hoop

Afgelopen week werd in de Rijnhaven een energieneutraal kantoorgebouw geopend. Gebouwd met het oog op de toekomst, duurzaam en zelfvoorzienend. Kristalina Georgieva houdt een toespraak. Zij is directeur van het Internationaal Monetair Fonds maar zij is op dat moment  vooral oma. Want ze heeft haar kleindochter van 11 meegenomen. De toespraak gaat over haar toekomst. Want als zij 40 is, zijn de klimaatdoelen wellicht niet gehaald. Geëmotioneerd spreekt oma Kristalina de hoop uit dat haar kleindochter niet hoeft te leven met de gevolgen van de klimaatverandering.

Waar míjn ouders en hún ouders hóóp hadden dat hun kinderen het beter zouden krijgen dan zij, hebben we nu vooral zórg om de volgende generaties. Maar het zou nergens toe leiden als we alleen maar bezorgd waren en ons niet verantwoordelijk voelden voor de bewoonbaarheid van de wereld die we hen nalaten. Als wíj onze handen ervan af trekken omdat we er niet meer in geloven, als wíj geen hoop meer hebben, dan is alles verloren.

Hóe houd je hoop?

In Babel lopen profeten rond die zeggen: wacht maar af, het gaat vanzelf voorbij. Wij hoeven niets te veranderen. Ze lijken verdacht veel op de mensen van nu, die ontkennen dat er iets aan de hand is en dat er iets moet gebeuren. Van die valse profeten zegt God, ik heb ze niet gestuurd. Ik hoor erin dat ook van ons vandaag niet wordt gevraagd dat we lijden wat ons overkomt en het gelovig uitzitten tot de dag komt dat God ons verlossen zal. Ons opsluiten in de kerk, in ons geloof, biedt geen garantie tegen het razen van de tijd en het geeft geen hoop. Dat is één.

De Babyloniërs zien het liefst dat de ballingen worden als zij en hun tradities, geloof, waarden en dromen opgeven. Dan wordt hun invloed vanzelf minder. Het kan verleidelijk zijn om mee te geven, om toe te staan dat geloof verwaterd, om het los te laten. Hoe weinig hoopvol is dat.

Jeremia wijst een derde, begaanbare weg. Niet je opsluiten, niet verdwijnen. Hij roept juist op om méér te worden. Krijg zonen en dochters, krijg kleinkinderen. Hoe hoopvol is dat al. Dat een volgende generatie zich aandient. Het betekent voor vandaag dat wij, christenen, mensen van de kerk, níet moeten opgaan in wat de wereld brengt en langzaam verdwijnen. We zouden juist moeten groeien, een ander geluid laten horen, een tegengeluid.   

 

vrede voor de stad

Of we het nu leuk vinden of niet, dit is de wereld waarin wij leven. Hier bouwen wij huizen, zoeken een partner, krijgen kinderen en kleinkinderen. We zien en ervaren dat deze wereld lijdt onder het kwaad dat haar wordt aangedaan in allerlei opzicht. We doen elkaar geweld aan; we doen de schepping geweld aan. Ik zeg ‘we’ want daar staan we niet buiten; we zijn er hoe dan ook deel van, hebben er een aandeel in. Die stad, die wereld, bid ervoor, zegt God. Bid voor de stad waarheen ik jullie heb weggevoerd en ze je in voor haar bloei want de bloei van de stad is ook jullie bloei. Ik lees het ook voor uit de Statenvertaling.

En zoekt de vrede van de stad……want in haar vrede zult gij vrede hebben. Dat is de escape, de derde weg. De weg van de vrede, de shalom. Hoe zou een stad eruit zien waar die vrede zou heersen? Toch heel anders dan de gemiddelde stad? Niemand zou eenzaam zijn; jongeren zouden zich niet verloren voelen en boos de straat opgaan met een mes; er zou respect zijn voor de schepping in de keuze wát willen we bouwen en waar; mensen zouden zich veilig voelen. Wat een prachtige stad zou dát zijn! Jullie bloei hangt samen met de bloei van de stad, zegt God. Jullie vrede hangt samen met die van de wereld. En dát heb ik voor ogen; dat jullie gelukkig zijn. Jullie shalom, niet het kwaad, is wat mij voor ogen staat. Een ándere stad, een nieuwe wereld waar mensen tot bloei komen, waar ieder tot zijn recht komt. De hemel op aarde.

Jezus zal later zeggen: jullie zijn het licht voor de wereld. Een stad op een berg is overal vandaan zichtbaar. Laat je licht daarom schijnen, verberg je niet. (Matteus 5:12) Ook Hij heeft onze vrede en ons geluk voor ogen.

 

Van U is de toekomst

Het jaarthema van de Protestantse Kerk Nederland is ‘Van U is de toekomst’. Eigenlijk een beetje misleidend thema. Het zou maar zo kunnen betekenen dat wij onze handen ervan aftrekken. Het is immers in Gods hand. ‘Van U is deze wereld, deze tijd…’ zingen we zo na de preek. (NL 362:3) Tot hiertoe is Hij onze toekomst. Maar aan ons godsvertrouwen gaat verantwoordelijkheidsbesef vooraf. God vraagt ons in zijn dienstwerk en trekt ons mee in zíjn betrokkenheid en bewogenheid voor deze wereld.

Laten we bidden voor de stad, ons inzetten voor de shalom van onze samenleving waarin onze kinderen en kleinkinderen opgroeien. Laten we vechten voor de bloei en het geluk van mensen; niet alleen in de kerk maar juist ook daarbuiten.  

 

Van U is de toekomst, God, kome wat komt. Bewaar ons ervoor dat wij uw nieuwe wereld in de weg staan, behoed ons voor onverschilligheid. Laat uw koninkrijk komen én uw wil gedaan worden op aarde, zoals in de hemel. Amen.

 

lied: Hij die gesproken heeft, NL 362

This entry was posted in Preken