Blog

Stil

Stil

Bij een uitvaart lopen we vanuit mijn kerk, De Open Hof, door het park naar de begraafplaats. Een heilzame wandeling van een minuut of tien. Zacht en geleidelijk gaan we over van de herinneringen aan het leven van de overledene naar het definitieve afscheid van de dood en het graf. De wandeling stemt tot nadenken over de kwetsbaarheid en sterfelijkheid van ons mensen. Ons gemijmer wordt tot een geheel met de geluiden van het park; de wind in de bomen, het gesnater van de eenden en de zingende vogels. En soms ook de jonge stemmen van spelende kinderen. Leven en dood, dood en leven, in een weldadig en zinnig verband.

Sinds kort zet ik onderaan de liturgie van de uitvaartdienst dat we ‘in stilte’ naar de begraafplaats lopen. Een noodzakelijke toevoeging omdat mensen het niet altijd op kunnen brengen om in rust die wandeling naar het graf te maken. Liever dan onze gedachten te laten verwijlen bij de doden bespreken we de onbenulligheden van het moment, waarvan het meeste kan wachten tot later bij de koffie. Wat is dat toch? Benadrukken we soms al pratend dat wíj er nog zijn? Bezweren we onze angst voor de dood met geluid alsof we fluiten in het donker? Of voelen wij ons zo heer en meester over het leven dat wij niet hoeven stil worden bij de dood?

Het is bijna 4 mei. We zijn twee minuten stil. Ik denk aan niemand in het bijzonder. Ik ben van na de oorlog. Mijn ouders zijn van na de oorlog. En toch ben ik stil en denk ik na over de kwetsbaarheid van mensen en hun sterfelijkheid; aan mensen die stierven in de strijd om de vrijheid, aan onschuldige slachtoffers, aan kinderen, aan mannen en vrouwen die in verzet kwamen. Wat zij hebben doorgemaakt, de levens die verloren gingen, daar wórd je stil van. En als je bedenkt dat vrijheid nog altijd geen gelopen race is, dat mensen nog altijd slachtoffer kunnen worden om wie ze zijn of wat ze geloven en dat verzet tegen onrecht nog altijd bitter nodig is, dan kun je alleen maar beschaamd zwijgen.

Er zijn mensen die menen lawaai te moeten maken om 20.00 uur op 4 mei. De kalme gang van het gesprek slaan ze zondermeer over; de bedachtzame stilte van hoor en wederhoor hebben zij niet gezocht. Wat is dat toch?

Ik blijf maar denken aan dat ene lied over Jezus: ‘stem die de stilte niet breekt, woord als een knecht in de wereld’. (NL 321:3) Van hem geloven wij dat hij kon spreken zonder de stilte te breken. Zijn spreken was dienend; wat hij te zeggen had droeg bij aan het gesprek. Het liet mensen aan het woord die anders geen recht van spreken hadden, het was helend. Zo te kunnen spreken. En anders zwijgen.