Blog

Een met God

korte meditatie bij Meister Eckhart, vesper 25 februari PG De Open Hof

 

De mensen zouden niet zo veel moeten nadenken over wat ze moeten doen; ze zouden veel meer moeten nadenken over wat zij zijn. Zouden zij goed zijn en zou hun levenswijze goed zijn, dan zouden zij licht uitstralen, en dan zou er een heerlijk licht uitgaan van al hun werken. Als je rechtvaardig bent, dan is ook wat je doet rechtvaardig. Denk niet dat je heiligheid kunt grondvesten op daden; veeleer groeit heiligheid uit de grond van je hele wezen. Want niet de daden heiligen ons, maar wij moeten de daden heiligen.

 

Het gaat niet om wat je doet. Het gaat om wat je bent. Zegt Meister Eckhart.

Maar wat ben je dan? 

In deze lijdenstijd denken we na over wie Jezus was.

Mens? God?

Doet het er toe? We kunnen ons eindeloos verliezen in discussie hierover maar wat telt is: Hij wás.

Als Zoon heeft hij zich zo geïdentificeerd met de Vader dat nauwelijks meer waar te nemen was waar de een begon en de ander ophield. Zij waren één. Eén in hun liefde, één van verlangen, één wil.

 

Jezus zei daarover, in zijn afscheidswoorden bij die laatste maaltijd met zijn vrienden:

 

Als jullie mij kennen zullen jullie ook mijn Vader kennen,

en vanaf nu kennen jullie hem, want jullie hebben hem zelf gezien. (Johannes 14: 7)

Zo éen, zo eigen was Jezus met God dat hij zichzelf opzij kon zetten.

Zelfs verloren kon laten gaan, als een zaad in de aarde.

En hoe meer Jezus zichzelf vergat, des te meer God in hem gestalte kon krijgen.

Dat is het leitmotiv van het Johannesevangelie: God is mens geworden en heeft onder de mensen gewoond, vol goedheid en waarheid. God is mens geworden, omdat de mens Jezus ruimte voor hem maakte in zijn lijf, in zijn ziel.

 

Dat is wat hem mens maakte. Niet wat hij deed maar wat hij was:

een met God. Ruimte voor God. God zelf.

 

Jezus had het vermogen los te laten.

Hij zat niet vast aan aardse verlangens.

Hij maakte zich niet druk over het halen van doelen.

En liet zich niet afleiden door de waan van de dag.

Door zijn manier van leven, door zijn liefde voor de mensen,

was hij geheel en al op God gericht.

 

Durven wij net als Jezus alles zo los te laten

dat wij zingeving vinden in wat wij zijn.

Kunnen wij afstand doen van alles wat ons normaal gesproken in beslag neemt.

Durven wij onszelf prijs te geven om te zijn: Mens. Een in liefde met God.

 

Een heilige doelloosheid. Die ons dichtbij de ander brengt.

Een belangeloos leven; we hebben er niets bij te winnen.

Als grondslag voor de naastenliefde.

Gewoon er te zijn. En van daaruit te handelen.

Zonder er iets van te verwachten of er iets voor terug te willen krijgen.

 

Eckhart zei: Wie duizend jaar lang aan het leven zou vragen: waarom leef je? Die zou, als het kon antwoorden, niets ander te horen krijgen dan: ik leef omdat ik leef. Dat komt omdat het leven vanuit zijn eigen bestaansgrond leeft en opwelt uit zichzelf; Wanneer een oprecht mens, die handelt vanuit zijn eigen bestaansgrond, de vraag kreeg: waarom doe je de dingen die je doet? zou hij, als hij het juiste antwoord gaf, enkel zeggen: ik doe die dingen om ze te doen.