overweging op zondag 19 februari 2023 De Open Hof ~ Oud-Beijerland
uit de Bijbel: Matteus 5: 38-48 en Romeinen 12: 9-21
rechterwang
Het dilemma lag donderdagmorgen tijdens de koffie op tafel:
Stel je voor dat iemand jou slaat, wat doe je dan.
Een tafelgenoot reageerde prompt: dan sla ik meteen terug.
Ze kreeg instemming. Waarom zou je tenslotte accepteren dat een ander jou aanvalt, pijn doet, onheus behandelt. Je hoeft niet alles te pikken, toch?
We zagen wel meteen in dat je het risico loopt dat het daar niet bij blijft. De eerste klap lokt de tweede uit, maar mogelijk ook een derde en een vierde. De eerste grote mond of belediging roept een tweede op en voor je het weet zit je in een scheldpartij.
Misschien moet je weglopen als je wordt geslagen. Daar kwamen ook voorbeelden van op tafel. Rijdende weg van je fiets worden geslagen en zwijgend jezelf bij elkaar rapen en verder fietsen. Of op onfatsoenlijke manier worden betast in de metro maar er niets van zeggen. Zou Jezus dat bedoelen met het toekeren van je andere wang? Dat je helemaal niets doet? Bedoelt Jezus écht dat we het over onze kant moeten laten gaan als mensen ons slecht behandelen? Lijkt het dan niet net of we erin toestemmen dat we slecht worden behandeld? Niets doen is misschien toch geen goede reactie.
Maar we konden ons er weinig bij voorstellen dat we onze andere wang aan zouden bieden. We zijn toch niet gek. Als Jezus dát bedoelt met zijn samenvattende woorden ‘Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is’, dan voelen we ons er niet door aangesproken. Niemand is volmaakt. En een doetje willen we ook niet zijn.
oog om oog
Hoe ga je om met kwaad dat jou wordt aangedaan? Die vraag wordt door Jezus heel concreet gesteld en beantwoord. Hoe zeg jij nee tegen geweld tegen jou, of onrecht. En wérkt jouw oplossing ook. Wérkt het wat de mensen die voor hem zitten altijd hebben gehoord: een oog voor een oog en een tand voor een tand. (lees erover in Exodus 21:24) Dat betekent dat het slachtoffer recht moet worden gedaan. De dader moet hetzelfde doormaken, met gelijke munt betalen. Niet meer, niet minder. Een oog voor een oog, een tand voor een tand. Zo staat het in de Tora. Overigens roept diezelfde Tora ook dat het beter is om af te zien van vergelding en niet haatdragend te zijn. (Lev 19: 18, maar ook Spr 20:22 en 24:29)
Oog om oog is niet iets van vroeger. Het past bij de aansprakelijkheidscultuur van onze tijd. Als ons onrecht wordt aangedaan, gaan we op zoek naar recht. Iemand moet bloeden. Net zoals wij bloeden. De schade moet worden vergoed; de belediging moet worden ingetrokken. Desnoods wordt dat afgedwongen via de rechter. Al te vaak worden kwesties op deze manier alleen maar groter en ingewikkelder. En ook al ben je het slachtoffer, je houdt evengoed het kwaad in leven.
Jullie hebben altijd gehoord dat het nee tegen geweld zit in de vergelding, zegt Jezus. Maar wat nu als je afziet van vergelding. Zelfs als je daar recht op hebt. Wat als je je ontworstelt aan de negatieve spiraal van geweld en iets heel anders doet. Iets onverwachts. En dan toch geen doetje bent.
andere wang
Want Jezus’ woorden betekenen niet dat een christen moet lijden. Hij is er juist op uit om mensen in hun kracht te zetten. Zijn strategie van de andere wang is bedoeld om de waardigheid van de getroffene te bewaren. En om iets van macht terug te leggen bij wie machteloos is als hij wordt geslagen en niet terug wil slaan.
Wie zijn houding niet laat bepalen door wat de ander hem aandoet, is vrij, niet angstig. Je staat bóven het onrecht dat jou wordt aangedaan. Zo’n houding is gebouwd op de zekerheid dat God bij je is. En zo’n houding functioneert als een spiegel waarin de ander zichzelf ziet.
Wie de andere wang toekeert, vraagt niet om nog een klap maar stelt de dader onder kritiek. Dat geldt evenzeer voor het twee voorbeelden die Jezus geeft. Ook al sta je in je recht, je kunt er ook voor kiezen om het geweld bij jou te laten stoppen. Dus sta ook je bovenkleed af als iemand je onderkleed wil afnemen en zet hem met jouw naaktheid te kijk. Loop zonder morren een extra mijl mee als een Romeinse soldaat jou dwingt om een mijl zijn zware bepakking te dragen. Beschaam je vijand met je vriendelijkheid. De uiteindelijke overwinning op het kwaad, Gods overwinning op het kwaad, gebeurt niet door geweld op geweld te stapelen, maar door zachte krachten.
We kunnen deze lastige omkering alleen maar snappen als we bedenken dat Jezus dit zo heeft voorgeleefd. Men probeerde hem in de val te lokken met moeilijke vragen, hem te betrappen op onjuist onderwijs of godslastering, maar Hij antwoordde geduldig met verhalen en gelijkenissen die tot nadenken stemden.
Zijn mantel werd hem afgenomen maar Hij staat op ons netvlies in alle waardigheid. Hij werd vals beschuldigd en beschimpt maar Hij bleef correct in zijn antwoorden. En toen Hij tijdens zijn ondervraging werd geslagen zei Hij: als Ik iets verkeerds heb gezegd, zeg me dan wat er verkeerd was. Maar als het juist was, waarom slaat u mij dan? (lees dit in Johannes 18: 22vv) Het oor van de bediende, dat een van zijn leerlingen er in onmachtige woede af sloeg, genas Hij weer. (Lucas 22: 50vv en Joh 18: 10vv) Hij ging niet mee in de kringloop van kwaad en geweld. Jezus vraagt niets van ons dat Hij zelf niet heeft doorstaan.
Bedenk op welk moment, of in welk contact, jij meer kunt doen dan het gewone. Wat is het onverwachte dat jij kunt doen om een negatieve spiraal te doorbreken?
heb je vijanden lief
Hoe ga je om met kwaad dat jou wordt aangedaan? Vergelding is voor wie Jezus wil volgen geen optie. En ook kwaad spreken over je vijanden is dat niet. Hij kon het zelf opbrengen om te bidden voor wie hem kruisigden: Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen. (Lucas 23:33)
Jullie hebben gehoord dat je je naaste moet liefhebben, zegt Jezus. Maar wat is daar moeilijk aan? Is de onderlinge vriendelijkheid dat wat jou tekent als een gelovig mens, een volgeling van Jezus? Dit zegt Híj erover: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen. Waarom? Omdat jullie dan werkelijk kinderen van de Vader in de hemel zijn. Dan hebben jullie een aardje naar jullie Vaartje.
God laat de zon opgaan zonder aanzien des persoons. Over al zijn kinderen schijnt zijn liefde en zijn regen en zegen valt over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Goede en slechte mensen maken evenveel aanspraak op zijn troost en bescherming. Als God mij aanvaardt zoals ik ben, mij liefheeft met mijn tekortkomingen en onhebbelijkheden, met mijn zwakheid en fouten, wie ben ik dan om een ander de maat te nemen? De Vaderlijke liefde die ons allen ten deel valt, moet onze houding naar anderen bepalen. We zijn toch naar zijn evenbeeld geschapen? We lijken op hem. We kunnen dit!
Moet je dan alles maar vergeven? Dat bleek bij ons tafelgesprek een behoorlijk heet hangijzer. Betekent je vijanden liefhebben dat je alles dan maar vergeeft en met de mantel der liefde bedekt? Nee en ja. Kwaad blijft altijd kwaad. Dat blijft bij die ander. Het is aan hem of haar om dat te veranderen of niet, daar spijt over te betuigen of niet. Maar het altijd aan jou om jouw vijand te blijven zien in Gods licht. Om diegene niet af te schrijven. Maar een weg te zoeken om in hem of haar weer een broeder, een zuster te zien. Evengoed een kind van de Vader als jij.
Dáár begint de weg van de vrede, het herstel van vriendschap. Dat is de weg van de vergeving. Een weg die haaks staat op de weg van de vergelding. En de weg waarover jij samen gaat met degene die jou onrecht heeft aangedaan.
Bedenk eens wie jouw vijand is... wie is degene die jou benadeelde of onvriendelijk was; wie is degene bij wie jij je onprettig voelt, of die maakt dat jij je in een hoekje gedrukt voelt.
Hoe zou je diegene toch vriendelijk kunnen benaderen? Wat kun je zeggen? Wat kun je voor hem of haar bidden? Draag diegene in ieder geval op aan God.
volmaakt
Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is. Wie is ooit volmaakt? Dat label willen sommigen helemaal niet opgeplakt krijgen. Ik zocht naar andere invullingen en vond ‘volwassen in het geloof’. (1 Kor 2: 6 Toch is wat wij verkondigen wijsheid voor wie volwassen is in het geloof.) Wees een mens uit één stuk. Wees iemand die vasthoudt aan zijn waarden, aan haar geloof. Wees integer en betrouwbaar, zoals God dat is. Wees iemand die zichzelf kent als een mens van goed en kwaad, iemand die weet waar hij of zij tekortschiet en ermee leert leven. Wees dus volmaakt, volwassen. De tekst wordt er misschien niet makkelijker van, wel duidelijker. Want dát mag God wel van ons vragen. Dat wij elkaar zien in zíjn licht. God mag van ons vragen dat wij onze eerste impuls, -om terug te slaan, om vijandschap te koesteren- onderdrukken. Dat wij staan voor liefde, gerechtigheid, vrede. Ook als de wereld om ons heen ons anders leert.