Blog

Vrouwen met invloed: Febe

zomerserie: Vrouwen met invloed

 

overweging op zondag 17 juli 2022 in De Open Hof ~ Oud-Beijerland

 

uit de Bijbel: Romeinen 16:1-16

 

tekst: Als de zon, Marianne Williamson

 

Onze diepste angst,

is niet dat we onmachtig zouden zijn.

Onze diepste angst betreft juist

onze niet te meten kracht.

Niet de duisternis, maar het licht in ons

is wat we het meeste vrezen.

 

We vragen onszelf af:

Wie ben ik wel om mezelf briljant, schitterend,

begaafd, geweldig te achten.

Maar waarom zou je dat niet zijn?

Je bent een kind van God.

Je dient de wereld niet

door jezelf klein te houden.

Er wordt geen licht verspreid,

als de mensen om je heen,

hun zekerheid ontlenen aan jouw kleinheid.

 

We zijn bestemd om te stralen,

zoals kinderen dat doen.

We zijn geboren om de glorie Gods

die in ons is

te openbaren.

Die glorie is niet slechts in enkelen,

maar in ieder mens aanwezig.

En als wij ons licht laten schijnen,

schept dat voor de ander

de mogelijkheid hetzelfde te doen.

 

Als wij van onze diepste angst bevrijd zijn,

zal alleen al onze nabijheid

anderen bevrijden.

 

ertoe doen

Ertoe doen. Van betekenis zijn, en daarin ook worden gezien en gewaardeerd. Ik denk dat dat voor veel mensen -voor alle mensen?- een diepgeworteld verlangen is. Natuurlijk heb je plezier in je werk, je taak als vrijwilliger, maar we groeien als het wordt gezien, benoemd. Vanzelfsprekend is onze rol als vader, moeder, mantelzorger, maar wat fijn als af en toe wordt uitgesproken dat we worden gewaardeerd. Bescheiden als we zijn wimpelen we lof natuurlijk ook af. Maar ertoe doen is als water voor de bloemen.

 

Daarom vind ik het zo mooi dat Paulus aan het eind van zijn brief aan de gemeente in Rome de moeite neemt om mensen bij naam te noemen. Probeer het eens voor je te zien: de gemeente in Rome is bij elkaar gekomen om te luisteren naar de brief die Paulus hen heeft gestuurd. Het is een hele zit; er staan mooie en moeilijke dingen in de brief. Af en toe lijkt het wel een preek. Misschien zijn er wel mensen ingedut. Maar aan het eind heeft de voorlezer de aandacht. Want hij noemt namen van gemeenteleden, hún namen. En bij veel van die namen hoort een verhaal waarom zij ertoe doen. Omdat zij hun leven op het spel hebben gezet voor Paulus, zoals Prisca en Aquila; omdat ze zoveel moeite doen voor de gemeente, zoals Persis en Maria; omdat ze gevangen hebben gezeten omwille van hun geloof; omdat ze beproevingen hebben doorstaan, zoals Apelles. Het is niet ongezien gebleven en het blijft niet onbenoemd.

 

De opbouw van de gemeente van Christus is een gezamenlijke inspanning en ook dát maakt Paulus’ brief duidelijk. Hij noemt namen van mannen én vrouwen. Broeders én zusters. Zij doen niet voor elkaar onder in hun inzet, of in wat zij moeten lijden. Hij benoemt in het oog springende zaken zoals het apostel zijn van Andronikus en Junia, of het openstellen van een huis om de gemeente te ontvangen. Maar ook de mensen die meewerken of over elkaar moederen.

 

Af en toe moeten we elkaar er weer op wijzen hoe belangrijk het is dat we zíen, benóemen, wat er allemaal voor goede en mooie dingen gebeuren in onze gemeente. Niet alleen voor de schermen maar ook zoveel erachter. Gedurende een of meerdere termijnen maar ook jaren- en jarenlang. Want zo trouw zijn mensen aan hun taak. Het loopt gesmeerd maar soms zijn we ons daarvan pas bewust als er een hapering ontstaat. Het loopt op rolletjes maar soms zien we dat pas als iemand uitvalt en het dus níet meer vanzelfsprekend is dat… kopjes klaarstaan, de tuin er netjes uitziet, de weekbrief klaar ligt of een vergadering wordt voorgezeten.

Laten we uitspreken dat we elkaar zien en laten we benoemen wat we in elkaar waarderen. En laten we ons er vooral van bewust zijn dat de gemeente altijd zo sterk is als de som van de delen.

 

Wie?

Een van de mensen die Paulus noemt omdat ze ertoe doet is Febe. Wij kennen haar naam niet en dat is geheel ten onrechte. Febe is degene die die brief heeft bezorgd. Een verantwoordelijke taak en ze heeft er een hele reis voor moeten maken. Misschien is er tijdens het voorlezen wel af en toe omgekeken naar haar.                                             Met de vraag of zij iets wilde verduidelijken. Als boodschapper wist zij misschien wel beter wat de boodschap kon betekenen…

Hoewel Febe de enige is die een officiële aanbeveling van Paulus krijgt, is er maar weinig erkenning voor haar betekenis voor de vroegste verspreiding van het evangelie.

Zij ontvangt van Paulus drie belangrijke titels ‘zuster’, ‘diaken’ en ‘beschermheer’, maar de vertalers en uitleggers hebben door de eeuwen heen de grote waardering die daaruit spreekt onderschat. Wij horen slechts één van die krachtige beschrijvingen terug in wat wij hebben gehoord vandaag en dat is ‘zuster’. ‘Diaken’ (in het Grieks heel herkenbaar ‘diakonos’) is geworden ‘zij die in dienst staat van de gemeente’. Een goedwillende vrijwilliger. Een ‘dienares’ volgens oude vertalingen.

Het is goed om te weten dat een diaken in die tijd nog niet de taken had zoals wij kennen. Paulus refereert aan zichzelf als een diaken; hij noemt Timoteus en andere medewerkers diaken. Aan een diaken is de bediening van het Woord toevertrouwd en de leiding over de gemeente. Zoals ik ‘dienaar van het Woord’ ben. Zoals in lied 210 en 1005 dat we net zongen, waar alle gemeenteleden ‘dienaars’ worden genoemd. Het is een woord waarin mannen en vrouwen zijn inbegrepen. Zou Paulus dan alleen bij Febe bedoelen dat zij als diacones iets doet met zieken of ouderen? Hij zet haar juist in het licht en laat haar schitteren.

 

Ook de titel ‘weldoener’ horen we niet terug. In het Grieks is het ‘prostatis’, dat beschermheer, sponsor of weldoener kan betekenen, maar ook voorzitter of bestuurder. Het duidt op iemand met contacten en connecties. Iemand die de gemeente van Christus niet alleen financieel kan ondersteunen maar ook iets kan betekenen om hen uit de wind te houden en te beschermen. Het is geen gekke gedachte dat Febe zo’n positie bekleedde. Er waren vrouwen die hun huis openstelden voor de samenkomsten van de gemeente. Vrouwelijke sponsoren. Een belangrijk principe voor de vroegste kerk was namelijk de gelijkheid, de eenheid. - Galaten 3: 28  Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen één in Christus Jezus. -

Die gelijkwaardigheid en eenheid kwamen in de latere kerk onder druk te staan. Er is over deze bewoordingen voor Febe wat af gediscussieerd door voor- en tegenstanders van vrouwen in het ambt. Daarom vind ik het persoonlijk teleurstellend dat de moderne vertaling van 2004 ons niet laat horen dat Febe een leider en sponsor was, maar dat die krachtige beschrijving verdund is naar ‘die velen steunt en bescherming heeft geboden’. Teleurstellend omdat Paulus afhankelijk moet zijn geweest van haar geld, gastvrijheid en sociale invloed. Net als veel andere gemeenten. We moeten zelfs stellen dat zonder de invloed en hulp van vrouwen als Febe de christelijke beweging misschien al vroeg zou zijn gestand. Maar ook teleurstellend omdat in een goede vertaling vrouwen en meisjes, iedereen, de credits krijgen die ze verdienen; of de aanmoediging krijgen om een leidende rol op zich te nemen. Want vanzelfsprekend is het in veel gevallen nog altijd niet.

 

Je bent bestemd om te stralen

Febe. Haar naam betekent zoiets als ‘helderheid’ of ‘licht’. Ze doet wat haar naam zegt: ze straalt. Ze laat haar licht schijnen voor de mensen zodat zij God leren kennen. (Matteus 5:16) Ze verbergt haar licht niet onder een korenmaat of emmer.

Zij is dan misschien weggemoffeld door mannen die de geschiedenis hebben vertaald en doorgegeven maar zij heeft zichzelf beslist níet laten wegmoffelen.

En jij? Hoe zichtbaar ben jij?

Het is geen geheim dat er in de kerkelijke gemeente altijd mensen nodig zijn. Ook bij ons. Voor de kerkenraad zoeken we een ouderling. Een notulist. Er zijn geweldige andere plekken, binnen en buiten de kerk, waar gewacht wordt op jouw talent en tijd, op jouw invloed en leiderschap. Denk niet te min over jezelf. Christus schijnt ook door jou; heeft ook jou gemaakt tot een dienaar, iemand die van invloed kan zijn, opbouwend.

Denk ook niet te min over de gemeente van Christus. Jij bent daar deel van, een zuster of broeder van dezelfde familie, kinderen van één Vader. We ervaren het ook zo. Een warm bad, thuiskomen bij elkaar, meeleven in goede en slechte tijden. Maar van familieleden mag je ook wat verwachten. Een gedeelde verantwoordelijkheid, financieel, door gebed, door verantwoordelijkheid te willen dragen. Wat we van elkaar mogen verwachten is dat we ertoe doen en van betekenis willen zijn voor de opbouw van de gemeente. Want als wíj ertoe doen, doet het evangelie ertoe. En krijgt wat Jezus ons wilde geven handen en voeten.  

Geliefden, sluit u dan aaneen

vanwaar en wie ge ook zijt

als kinderen om uw Vader heen

en Christus toegewijd.