Blog

wat een mens zaait

‘Wat een mens zaait, zal hij ook oogsten.’ (Galaten 6:7)

 

Er wordt volop geoogst in de Hoeksche Waard en er is al het nodige binnen. De bedrijvigheid op het land, het slik op de weg en de bieten op een hoop, het is herfst.

In het Oude Testament wordt een goede oogst gezien als een geschenk van God. Hij is het immers die regen geeft en zon. We zingen met Psalm 67 mee: ‘De aarde heeft de vrucht gegeven die door de hemel werd verwekt en uit haar schoot ontspruit nieuw leven waar God zijn hand houdt uitgestrekt.’ Oogst is zegen uit Gods hand.

 ‘Wie wind zaait, zal storm oogsten.’ En: ‘Wat een mens zaait zal hij ook oogsten.’

Ook dat staat in de Bijbel en dat gaat over de oogst die we als mens zelf in de hand hebben. Het doet ertoe hoe wij ons leven inrichten; wat we investeren in elkaar of in onszelf. Beschouw je eigen gedachten en woorden, je eigen handelingen, eens als zaad. Sommige groeien uit tot bloemen, anderen worden onkruid. Zaadjes van hoop kunnen leiden tot het oogsten van optimisme of veerkracht. Zaai twijfel en je kunt onzekerheid en angst verwachten. Zaai een leugen en er groeit geen waarheid. Zaai vriendelijkheid en ervaar hoe het bij je terugkomt. Hoe zorgvuldiger je je zaden uitkiest, des te gelukkiger zul je zijn met de oogst. We lezen dat af aan de mensen die weerstand kunnen bieden aan negatief denken en die geduldig en vergevingsgezind blijven. Zij zaaien goedheid en verheugen zich over wat dat teweeg brengt, waar anderen achter blijven met bitterheid of met dorens in hun vlees. Dat zijn de mensen die niets (meer) van een ander kunnen hebben of die wij ontlopen vanwege hun zure karakter.

‘Wat een mens zaait, zal hij ook oogsten.’ Daar zit een zekere wetmatigheid in. Het is echter ook een aansporing om je tijd van leven zo goed mogelijk in te richten. Laat je je leiden door je slechte verlangens, dan blijft er niets van je over. Laat je je leiden door de Geest van God, krijg je het eeuwige leven. Dus, zegt Paulus in de Galatenbrief, laten we het goede doen terwijl we op Christus’ terugkeer wachten. En laten we ons dan niet verheugen in wat we kunnen oogsten maar in wat we mogen zaaien.