Kniepertjes
Een kniepertje wordt ook wel een nieuwjaarsrolletje genoemd. Het is een traditioneel opgerold koekje dat gegeten wordt op nieuwjaarsdag. Liefst gevuld met slagroom! Het rolletje symboliseert dat het nieuwe jaar nog opgerold voor ons ligt. We hopen natuurlijk op zoete herinneringen en een vet, welvarend leven maar uiteindelijk weten we niet wat het jaar ons zal brengen.
Dat is ook niet aan ons, zegt Prediker. De tijd is een schepping van God en alles heeft daarin van Hem een goede plaats gekregen. Het zoet en het zuur, geboorte en dood, planten en rooien, doden en heel maken, lachen en rouwen, verliezen en zoeken.. Prediker somt alles wat mensen overkomt of veroorzaken op in een lijst van 14 tegenstellingen. Al lijkt het op een eenvoudig schema van oorzaak en gevolg -na regen komt zonneschijn- het geeft ons menselijk bestaan in alle ongerijmdheid weer. Er is geen logica te ontdekken in wat ons overkomt en wat voor regen en zonneschijn wel opgaat, geldt bijvoorbeeld niet voor oorlog en vrede. Was het maar waar. Het is ook niet zo dat er zekere rechtvaardigheid zit in wat mensen meemaken en dat goede mensen geen zwaar lot treft. Per definitie is het onbegrijpelijk en soms zelfs onrechtvaardig in onze ogen.
Ondanks zijn conclusies is Prediker geen chagrijnig mens. We mogen het dan niet begrijpen, maar de tijd, elke nieuwe dag, is wél een geschenk uit Gods hand. Laten we die dag dan ook zo goed mogelijk invullen. Met liefde voor elkaar, met het doen wat God van ons vraagt, en met genieten van al het goede. Op die manier hebben we wel degelijk invloed op de tijd, want helemaal speelballen van het lot zijn we niet.
God, U die ons tijd van leven geeft,
achter ons liggen de herinneringen aan wat voorbij is
en voor ons ligt opgerold de toekomst
die ons vervult met hoop en verlangen
of misschien ook met angst en beven.
Ga mee met ons, als raad en troost en zegen.
Leer ons leven met vandaag en met wat U ons geeft in elke nieuwe dag.
Zeg ons steeds weer toe dat ons lot en ons leven in uw hand zijn.
Amen.
Mozes
Vertel eens, vroeg een van de jongeren in mijn omgeving, wie is jouw favoriete Bijbelfiguur. Zelf was ze, zoals ze zei, de Bijbel helemaal aan het lezen en ze was inmiddels bij Abraham en Sara. Een mooi verhaal, vond ze.
Mozes, was mijn antwoord. Mijn favoriete persoon in de Bijbel is Mozes. Een voorganger net als ik. Want hij ging het volk Israël voor, Egypte uit, de woestijn in. Mozes wordt geroepen door God. En al voelt hij zich niet altijd de juiste persoon voor deze taak, in alles wordt hij toegerust door de Eeuwige. Die plaatst Aaron en Mirjam naast Mozes. Waarom zou hij het alleen moeten doen? Mozes heeft het af en toe moeilijk met het volk dat aan hem is toevertrouwd, maar God bemoedigt hem door met hem in gesprek te blijven de woorden die Mozes spreekt kracht bij te zetten met tekenen uit de hemel. Maar wat me het meeste aanspreekt is dat God het aan Mozes toevertrouwt om zijn woorden, zijn Wet, mee te geven aan het volk; om hen op het hart te drukken wat God belooft en wat Hij vraagt. Mozes staat als spelverdeler tussen het Woord uit de hoge en ant-Woord op de aarde. Mozes zingt, houdt preken, roept ouders op hun kinderen voor te leven en vertelt kinderen over de arend die zijn vleugels spreidt. Ik heb nooit iets anders willen doen dat. Daarom Mozes.
Die kende zij ook nog en ze verheugde zich erop om dat verhaal ook weer te gaan lezen.
Ik liet haar beloven dat ze alles wat ze niet mooi vond, of te moeilijk, maar gewoon over zou slaan. De Bijbel is dik genoeg om er altijd iets in te vinden wat je wel aanspreekt. En het zou jammer zijn als zij voortijdig zou stranden in haar goede voornemen en hernieuwde kennismaking met de verhalen die ze nog van vroeger kende.
Mozes spreekt de jongere generatie toe als hij weet dat hij zijn taak moet gaan neerleggen en Jozua het van hem gaat overnemen. Voor haar, voor jullie, nu onze wegen bijna scheiden: ‘De Heer zelf gaat voor je uit, Hij zal je bijstaan en geen moment van je zijde wijken. Wees niet bang en laat je door niets ontmoedigen.’
Here comes the sun
Een liedje van de Beatles natuurlijk, maar ook een verlangen naar de lichtheid die nu eenmaal hoort bij een zonnige dag. Zonder jas naar buiten, even je gezicht opheffen om de warmte maximaal op te vangen, een rondje fietsen of een praatje met de buren die je tijdens de wintermaanden nauwelijks zag.
‘Het komt goed, lieveling. De winter was lang, koud en eenzaam en het lijkt jaren geleden dat de zon scheen, maar daar komt de zon en ik zeg je: het komt goed.’
De kalme gang van de jaargetijden vertelt ons dat je met geduldig wachten een eind komt. Kou zal verdwijnen, donkerte zal plaatsmaken voor licht en aan kale takken zullen nieuwe blaadjes groeien. Je hebt er meer vertrouwen voor nodig, misschien meer geduld, maar ook verdriet zal plaatsmaken voor nieuwe vreugde en leegte wacht erop om weer gevuld te zijn. Ook in de tuin van gemis zullen nieuwe bloemen bloeien.
Ondertussen knippen we oude bloemen af, vegen dood blad bij elkaar om plaats te maken voor een nieuw seizoen. We speuren de tuin af en verheugen ons op het geel van forsythia, de eerste magnoliaknop die openbarst. Verwachtingsvol leven. Dat kenmerkt een gelovig mens. ‘En als wij hopen op wat nog niet zichtbaar is, blijven we in afwachting daarvan volharden.’ (Romeinen 8:25)
Wat verzamelt een mens een spullen om zich heen. Dat ontdek je weer als je gaat verhuizen. Het verhuisbedrijf bracht een enorme stapel dozen. Veel te veel, denk je dan. Maar stilaan zijn er al verschillende dozen gevuld. De stapel slinkt, de hoeveelheid spullen nog niet, lijkt het. Belangrijkste vragen op dit moment zijn: wat kan er weg en wat wil ik bewaren? Marie Kondo, Japanse opruimgoeroe, zegt het zo: word ik er nog blij van of kan ik er iemand anders blij mee maken? De tweedehandswinkel is er goed mee, deze dagen.
Op zich is het niet verkeerd om af en toe de bezem door je leven te halen. We sjouwen zoveel mee; ook dingen waar we niet blij van worden. We hebben allemaal vast ook oud zeer op een plank liggen. Ergens in een verborgen hoekje ligt nog wat wrok en muizenissen schuilen onder het bed. Daar mag best de bezem eens door. Vergoten tranen, die mogen wel weg, maar de herinneringen wil ik bewaren. De wijsheid der jaren kan in een doos maar vastgeroeste meningen breng ik naar het grof vuil. De weemoed over gemiste kansen en wat voorbijging, tijd om het los te laten. Een tekst speelt door mijn hoofd: Blijf niet staren op wat vroeger was, sta niet stil in het verleden…. Als u rondkijkt in uw eigen leven, wat is dan ballast? Wat is bagage?
Tijd om door te pakken, in te pakken. Op 13 maart staat de verhuiswagen voor.