van oma mag dat wel
Onze dochters kregen ooit een leesboekje ‘Van oma mag dat wel’. Van oma gekregen natuurlijk. Een jaar later volgde deel 2 ‘Van opa mag het ook’. Prachtige argumenten om te krijgen wat je hebben wilt. Die titels spookten door mijn hoofd voordat we als kerkenraad begonnen aan het gesprek over versoepelingen van de maatregelen. Er zijn allerhande oneigenlijke argumenten te noemen: ‘daar doen ze het wel’, ‘van de PKN mag het ook’. Maar zo nemen we als kerkenraad natuurlijk geen beslissingen. We hebben uitvoerig met elkaar gesproken zodat de beslissing die we zouden nemen ook een gezamenlijke zou zijn. We zitten nu eenmaal in dit schuitje en willen niet dat gedurende deze barre tocht mensen buiten de boot vallen.
Er zullen weer 30 mensen in de kerk aanwezig zijn. Een symbolisch aantal, want het grootste gedeelte van de gemeente zit nog altijd thuis. Die 30 vertegenwoordigen ons als geheel. En zij vertegenwoordigen de hoop dat we weer allemaal in de kerk zullen zijn. Zo beschouwen we het als kerkenraad ook. En we nemen ook ter harte dat de kerkenraad, naast de zorgvuldigheid voor de lichamelijke gezondheid, meer nog de zorg heeft voor het geestelijk welbevinden van de gemeente die aan haar is toevertrouwd. Tenslotte de woorden die Paulus schreef aan Timoteus, die de leiding had over de gemeente in een roerige tijd: Daarom spoor ik je aan het vuur brandend te houden van de gave die God je schonk toen ik je de handen oplegde. God heeft ons niet een geest van lafhartigheid gegeven, maar een geest van kracht, liefde en bezonnenheid.’ Bezonnen en hoopvol, krachtig en liefdevol, zo hebben we het besluit genomen om weer wat op te gaan starten, en zo willen we vooruit kijken naar wat komen gaat.
7 maart 2021
aan het lachen gemaakt
Vlak voor Oudjaar kregen wij een pup. Bij de fokker kregen we een bordje mee met daarop de karaktereigenschappen van het ras, de cockapoo. Een van die eigenschappen is: ‘Houdt ervan de clown uit te hangen’. Ze maakt ons zeker aan het lachen op onverwachte momenten en dat geeft een beetje lucht en licht in deze onzekere tijd. Verder is het maar goed dat we een groot gevoel voor humor hebben.
Saar heet ze. Een Bijbelse naam natuurlijk, als pastoriebewoner. In de Bijbel is het Sara die zegt: ‘God maakt dat ik kan lachen.’ (lees Genesis 21: 6) In het Hebreeuws klinkt dat als ‘Isaak’. God had Sara aan het lachen gemaakt toen ze te horen dat zij en Abraham op hun leeftijd nog een zoon zouden krijgen. Ze moest er zacht bij zichzelf om giechelen. Maar bij de geboorte van Isaak lacht ze voluit. God is geen grapjas maar Hij heeft haar een prachtige reden gegeven om te lachen van plezier.
Het zou natuurlijk een goed voornemen kunnen zijn; om aan het eind van de dag terug te kijken en te bedenken waar je om hebt gelachen; of waar je achteraf om had kúnnen lachen. Het lukt niet altijd maar wat zou het goed zijn als we het leven met alle ups en downs ook met een zekere lichtheid tegemoet zouden durven treden. Het gaat voorbij. Er is een tijd om te huilen en er is een tijd om te lachen.
Onze pup is een grappenmaker, een geinponem. Gein -dat weet u misschien wel- betekent ‘genade’. En een ponem is een gezicht. Een genadig gezicht dus. Elke zondag klinkt: ‘De Here doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig.’ Dat is de belofte waarmee we de nieuwe week in gaan: Gods glimlach ligt over ons bestaan; wij zullen nooit uit zijn genade vallen. Een hartelijke nieuwjaarsgroet voor u en jullie! ds. Lyonne Verschoor
En alweer moeten we schakelen, beslissen wat er wel en niet doorgaat, slikken bij de nieuwe beperkingen. Ik weet niet hoe het u is vergaan, maar ik had het er even moeilijk mee. Wat mij trof in de toespraak van Rutte waren de woorden: ‘Dát we er doorheen komen staat voor mij vast. Vanwege het vaccin dat er aan komt, maar meer nog vanwege de veerkracht die we met elkaar hebben laten zien.’ We zijn sterk. Sterker dan we hadden gedacht.
Ook dit jaar staat ‘He ain’t heavy’ van The Hollies in de Top 2000. Dat gaat over die onvermoede veerkracht. ‘The road is long, with many a winding turn; that leads us to who knows where.
But I'm strong; strong enough to carry him. He ain't heavy, he's my brother.’ De ‘sister’ kunnen we zelf wel toevoegen. Het gaat erom dat we er zijn voor elkáár en dat we, omdat we broeders en zusters zijn, veel aankunnen. Denk aan de mensen in de zorg, maar ook aan mantelzorgers, aan ouders met zorgen om een kind, aan kinderen met zorg om hun ouders. Zij dwingen bewondering en respect af door hun inzet en aandacht maar vooral door hun liefde. Het lot dat we moeten dragen is niet licht. We voelen het wel degelijk drukken op onze schouders maar we kunnen er niet voor weglopen en we willen er ook niet voor weglopen. Onze draagkracht zit hem in het feit dat we er sámen voor staan.
In deze weken voor kerst luister ik ook naar de Messiah. De mooiste aria is voor mij: ‘He shall feed His flock like a shepherd.’ Daarin staan Jezus’ woorden: ‘Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven. … Mijn juk is zacht en mijn last is licht’. (Mat 11:28, 30) Het troost mij dat bij God bekend is dat wij soms worstelen en gebukt gaan onder wat het leven ons aanreikt. Het is oké om dat ook af en toe even goed te voelen. Het juk dat Jezus ons oplegt, drukkend op onze schouders en tegelijkertijd licht, is de weg te gaan van de liefde. Dat is de enige manier om Gods Tora toe te passen in ons bestaan. Ja, er wordt een beroep gedaan op onze draagkracht, op onze verdraagzaamheid, maar in dat alles mogen wij ons ook gedragen weten.
Deze week heb ik wat gemijmerd over toeval. Wat wil het geval: het Ridderkerkse kinderkoor van Jennifer van den Hoek, waarvan ik lid was in de jaren ’80, werd opgeheven. Ik deelde op Facebook een foto van een uitvoering met een ander koor waarop enkele gemeenteleden zichzelf herkenden. Onze wegen kruisten elkaar al vroeg, dacht ik. Als iemand toen zou hebben gezegd dat ik ooit predikant zou zijn voor een aantal van de volwassenen achter mij, zou ik dat niet hebben geloofd. Gelukkig weten we niet van te voren hoe ons leven verloopt. We kunnen oprecht verwonderd zijn over onverwachte ontmoetingen in het verleden en heden. Het bespaart ons bovendien gepieker en verdriet als we op voorhand weten dat onze weg niet eenvoudig zal zijn. Het legt de verantwoordelijkheid over mijn levensweg waar die hoort, bij mij.
Met Psalm 139 zingen we: ‘Ja, in uw boek staat reeds te lezen wat eens mijn levensweg zou wezen.’ Voor mij betekent dat niet dat God alles al weet, dat Hij het is die mijn leven uitstippelt en dat ik daarin geen zeggenschap heb. In de Bijbel staat het zo: ‘Alles werd in uw boekrol opgetekend, aan de dagen van mijn bestaan ontbrak er niet één.’ God geeft ons onze dagen. Dat geeft rust. Na elke dag komt er een nieuwe; een nieuwe ronde met nieuwe kansen. Bij God is het hele verhaal bekend. Alles wat mooi en goed was maar ook de dingen waarmee ik niet te koop loop. En uiteindelijk heeft Hij het beste overzicht over het hele verhaal. Hij ziet de samenhang. Ik heb me deze week verwonderd en verheugd over het geval dat die samenhang er dus ook is. En, ook met woorden uit Psalm 139: Hij was erbij.