Dag Dominee - Mijmeringen

Collega opende

de vergadering

en de Bijbel

en sprak

over alles

waaraan een mens

zekerheid ontleent:

een huis, een bankrekening,

de liefde, gezondheid,

een baan, een mening.

Dat valt eens om,

sprak hij.

Het laat los; wij vallen..

maar

God houdt ons vast.

Een mooie conclusie

en heel waar

maar

als dat nu eens niet

het eindpunt was

maar het begin

van ons doen en denken.

Wat dan?

Dat laat mij niet los.

 

NIEUW INITIATIEF: HET C*-TEAM Als kerk voelen wij ons geroepen om in deze onzekere tijd een anker van hoop te zijn.  Juist nu willen we onderlinge verbondenheid zoeken en stimuleren om er voor elkaar te zijn.  Daarin zit onze kracht.   Om die verbondenheid te kunnen realiseren  hebben wij het C*-Team in het leven geroepen,  met de C van  - Christus die ons geloven, hopen en liefhebben leert,   maar ook van - Community, de gemeenschap van De Open Hof, - Communicatie, luisteren en omzien naar elkaar, - Coördinatie, zoeken naar verbinding, - Crisis, voor welke uitdagingen stelt deze ons en - Continuïteit, hoe houden we het vol.

 

Vanaf maandag 23 maart kunt u op weekdagen  van 10.00-12.00 uur het C*-Team van De Open Hof bereiken in de Huiskamer op telefoonnummer:  612936. U kunt bij hen terecht voor een praatje,  om door te geven welke hulp u nodig heeft,  of welke hulp u kunt bieden.  Vanuit de Huiskamer zullen we ook het pastoraat  en andere zaken coördineren. De beide predikanten zijn de gehele dag telefonisch/WhatsApp of per mail bereikbaar. Voor wijk West: ds. Frits Renes, 06 49 30 80 49; This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it. Voor wijk Oost: ds. Lyonne Verschoor, 06 83 09 76 88; This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it. 

 

Wij vragen u vriendelijk deze informatie te delen  met die mensen waarvan u weet of vermoed  dat zij geen digitale weekbrief ontvangen.  Zo kunnen wij zo veel mogelijk mensen  op de hoogte stellen. 

Wilt u iets doen, bijvoorbeeld mensen bellen,  een telefoonkring opzetten, een kaart sturen,  of heeft u een ander aanbod, meldt u dat dan alstublieft. Dan kunnen wij u voorzien van  adressen en telefoonnummers. Uiteraard gaan wij  zorgvuldig en vertrouwelijk met die informatie om.  De Open Hof die dicht is, is eigenlijk ondenkbaar  en onbestaanbaar. De openheid naar elkaar  moeten wij nu op een andere manier vormgeven.  En met elkaar gaat dat lukken.

Met horten en stoten kwam ook mijn wereld tot stilstand door het coronavirus. De ene na de andere activiteit werd afgelast en mijn agenda werd almaar leger.

 

Wat ik bedacht:

1. Dirk de Wachter heeft gelijk. In zijn boek ‘De kunst van het ongelukkig zijn’ - helaas is de laatste avond van de leeskring rond dit boek ook afgelast -  stelt hij dat we leven in een geluksmaatschappij. We leven van ervaring naar ervaring, van hoogtepunt naar hoogtepunt. Natuurlijk delen we dat dan ook allemaal in geuren en kleuren op social media. De gedachte daarachter is dat wij bijzondere mensen zouden zijn als wij maar bijzondere dingen doen.

Het is interessant om bij onszelf te onderzoeken wie wij zijn zonder die bijzondere ervaringen. Is het echt belangrijk dat een geplande stedentrip niet doorgaat?

In de grond van de zaak blijken we nu hele gewone mensen te zijn. Mensen die ziek kunnen worden, die bang zijn of bezorgd, mensen die hamsteren of keihard roepen dat ze dat nooit doen, maar ondertussen een pak extra toiletpapier meenemen. De vraag is natuurlijk of we ná corona nog steeds van die gewone mensen durven zijn.

 

2. Vorige week was ik nog een mens ‘die geen tijd had’. Ik werd geleefd door een te volle agenda en door de klok. Nu is mijn agenda leeg. Er is tijd. En wat zal ik ermee gaan doen? Deskundigen pleiten voor meer lummelen en mijmeren. In een drukke agenda zou tijd moeten zijn om na te denken en ideeën de gelegenheid te geven om te rijpen. Als ik die tijd niet heb, verlang ik ernaar. Nu ben ik vooral bang mij te gaan vervelen. Nu schijnt juist verveling enorm goed te zijn voor je creativiteit. Dus daar stel ik me dan maar voor open.

 

3. Je weet pas wat je hebt, als je het mist. Ging ooit een kerkdienst niet door? Het is zo vanzelfsprekend geworden, dat we er niet meer bij stilstaan hoe belangrijk het eigenlijk voor is om naar de kerk te kunnen. We zijn er zelfs een beetje slordig in geworden; we slapen een keertje uit en kijken later bij een kopje koffie de dienst eens terug. Uiteindelijk gaat het zonder ons toch wel door. Maar afgelopen zondag niet. En de volgende weken ook niet. En plotseling beseften we weer hoe belangrijk we die kerkdienst toch eigenlijk vinden. Vanuit heel verschillende invalshoeken lijken we tot een herwaardering te komen: God is er altijd; wij mogen dus niet ontbreken; nood leert bidden. Laten we bidden! En niet in de laatste plaats is de kerkdienst natuurlijk ook dé gelegenheid om elkaar te ontmoeten. Dat willen we allemaal niet we missen. Goed om ons daarvan weer bewust te zijn. Zelf ging ik voor in een nagenoeg lege kerk. De dienst werd uitgezonden via de radio en de kerkomroep. Ook op tv en elders in het land waren kerkdiensten. The Service must go on! 

 

4. Binnen blijven betekent niet: buitensluiten. Juist in deze tijd is het belangrijk om naar elkaar om te zien. Zeker naar die mensen die worden gerekend tot de kwetsbare groep. Er zijn mogelijkheden genoeg om met elkaar in contact te treden en wat een warmte kan er niet zijn tussen mensen die anderhalve meter afstand houden van elkaar. Ik zie op Facebook berichten voorbij komen van scholieren die best boodschappen willen doen; van mensen die zich aanbieden als kinderoppas voor ouders die wel moeten werken. Er groeit ook een enorme waardering voor mensen die in de medische sector werken, in verpleeghuizen of in de gehandicaptenzorg. Maar ook voor die mensen zonder wie onze samenleving tot stilstand zou komen: mensen in de transport en het openbaar vervoer, de mensen in de supermarkten, de vuilnisophalers, schoonmakers en weet ik niet al.

Zelf hoor ik volgens het RIVM niet tot de zgn. vitale beroepsgroepen. Met andere woorden: ik kan deze weken goed gemist worden. Ik hoop natuurlijk dat je me belt, appt, mailt…. en uitnodigt voor een kopje koffie.

 

 

 

 

 

Het wit tussen de regels

 

Deze tekst had een plaats in de viering van Goede Vrijdag 2019 in De Open Hof, Oud-Beijerland

psalm 22: 1-6

 

Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?

U blijft ver weg en redt mij niet, ook al schreeuw ik het uit.

‘Mijn God!’ roep ik overdag, en u antwoordt niet,

’s nachts, en ik vind geen rust.

 

U bent de Heilige, die op Israëls lofzangen troont,

Op U hebben onze voorouders vertrouwd;

zij hebben vertrouwd en u verloste hen,

tot u geroepen en zij ontkwamen,

op u vertrouwd en zij werden niet beschaamd. 

 

Als je je zelfs door God in de steek gelaten voelt, hoe teruggeworpen ben je dan op jezelf. Hoe tot op het bot alleen, als je roept en geen antwoord krijgt.

Zijn vrienden kunnen het niet opbrengen met hem wakker te blijven en voor hem te bidden. Hij wordt vals beschuldigd en om niets veroordeeld. Bespot. Gekruisigd. Zijn weg loopt dood, zijn roeping is op een teleurstelling uitgelopen. Je kunt je om minder wanhopig voelen.

 

Toch is het goed om te benadrukken dat de woorden die Jezus uitroept aan het kruis niet zijn eigen woorden zijn. Hij gebruikt woorden van David; hij zingt een psalm.

Het is raar dat wij juist op heel verdrietige momenten onze toevlucht zoeken in een lied. Mensen zingen bij een brandende kerk; mensen zingen bij een uitvaart; mensen zingen uit protest; wij zingen door onze tranen heen, boven onszelf uit.

 

Psalm 22 is een lied met uitersten. De eerste regels zingen van intense verlatenheid. Maar dan, na een regel wit, verandert de toon van het lied en zingt het van vertrouwen op God; een God die mensen niet beschaamt, niet in de steek zal laten.

 

Wat is er gebeurd tussen het wit van de regels? Wat kunnen wij tussen de regels door lezen? Wat onttrekt zich aan onze woorden dat er wel moet zijn?

Volgens kerkvader Augustinus kunnen woorden dat wat van God komt niet uitdrukken. Alleen de stilte kan dat. In de stilte wordt de ruimte geschapen waarin God de mens tegemoet kan komen. In het verborgene voltrekt zich het wonder van dood en leven.

 

Alleen op Goede Vrijdag verlaten we de kerk in duisternis, ongetroost; de paaskaars is gedoofd. Het koor zwijgt, het orgel houdt zijn adem in. Je zou kunnen zeggen: wij gaan weg in het wit tussen de regels. Een stille zaterdag wacht. Het is bijna niet uit te houden. Maar alleen in die stille witte leegte kan het werk van God plaatsvinden.

 

Mijn God, mijn God, hoe zijt Gij mij nabij.

U deelt het duister van mijn diepste pijn.

Uw liefde houdt mij vast.

U bent erbij, zelfs in mijn lijden.

Mijn God, mijn God, hoe zijt Gij mij nabij.

(Uit: Als de graankorrel niet sterft, Marijke de Bruijne)

Page 18 of 23