toeval
Deze week appte ik iemand met een vraag en hij antwoordde dat hij mij precies hetzelfde wilde vragen. Toevallig hè! Dat hebt u vast ook wel eens. Ik maakte ook kennis met een aanstaand bruidspaar. Het verhaal van hun eerste ontmoeting was met toevalligheden omgeven en nu zijn ze samen. Ooit vertelde iemand mij dat zij van haar man een broche had gekregen van een vlinder die ze bijna altijd op haar kleding droeg. Op de dag dat hij begraven werd landde een vlinder op de kist. Het was in januari, geen tijd voor vlinders. Is dat ook toeval?
Je zou het knipoogjes van God kunnen noemen. Toevallig of niet maar voor jou is het even betekenisvol. Het helpt je verder; het troost of geeft je de bevestiging dat je op de goede weg zit. Mijn oma zei dan altijd: ‘alsof het zo heeft moeten wezen’. Soms lijkt het wel of alles meewerkt. Of tegen, dat kan natuurlijk ook.
Bij toeval kwam Ruth, toen zij aren ging rapen, terecht op het land van Boaz. Wat volgt is een prachtige liefdesgeschiedenis die zelfs in het geslachtsregister van Jezus voorkomt. Dat kon alleen gebeuren omdat Naomi het geluk dat hen was toegevallen met beide handen aangreep en zelf initiatief nam. Toeval kan dingen in beweging zetten. En op die manier kan het voor mij een handreiking zijn van God. Want ik geloof dat Hij mij in beweging wil hebben; beweging die zich uit in groei en zelfinzicht maar ook in mijn omgang met anderen. En zo is toeval weer logisch, aldus Cruyff.
kapoentjes
De gure kou en winterse buien deden me terug verlangen naar de zonnige dagen vorige week. In de tuin wemelde het plots van de kapoentjes die door de zon werden gewekt uit hun winterslaap. In onze tijd in Arnhem en Harderwijk ontdekten we dat niet iedereen weet wat een kapoentje is. Wij wisten dan weer niet wat een kukeluusje is.
De echte naam van het beestje is natuurlijk ook vele malen mooier: lieveheersbeestje.
De bijzondere naam stamt uit de tijd dat Europa werd gekerstend. De zogenaamde ongelovigen moesten worden bekeerd en ook alles wat zij een naam hadden gegeven. Zo werd de Freyafugle, genoemd naar de godin Freya, omgedoopt in Onzelievevrouwebeestje. Dat hoor je nog terug in het Engelse Ladybird en het Duitse Marienkäfer. De zeven stippen vertellen niet hoe oud het beestje is -dat dacht ik als kind- maar verwijzen naar de zeven vreugden en zeven smarten van Maria. Later werd het hemelbeestje, en ook lieveheersbeestje. Alsof God zich er persoonlijk mee heeft bemoeid om het beestje zijn rode schildjes te geven en er liefdevol de stipjes op heeft geschilderd.
De komst van het lieveheersbeestje heeft te maken met voorjaar, met vruchtbaarheid. Vroeger werd wel gedacht dat Maria zelf hen stuurde om de boeren te helpen bij de bestrijding van luis en ander ongedierte. Ik moest ook denken aan Pasen. Omdat het lieveheersbeestje een volledige metamorfose ondergaat. Eerst is er de larve; dat wordt een pop en uit die pop kruipt het lieveheersbeestje. Als Paulus moet uitleggen wat opstanding is schrijft hij ‘Er wordt een aards lichaam gezaaid, maar een geestelijk lichaam opgewekt.’ Dat wat gezaaid wordt -daarmee bedoelt Paulus de dood van een mens- heeft niet de vorm die het later krijgt. In sommige delen van Nederland noemt men het lieveheersbeestje ook wel Jezusbeestje. Dat vind ik dan weer heel toepasselijk. Wat een gedachten zo'n beestje niet oproept!
11 april 2021
Paasbest
Als kind kregen we nieuwe kleren zodra de kinderbijslag binnen was. Vaak was het kort daarna Pasen en begon het kinderlijke wensen dat het niet te koud zou zijn. Want dan konden we onze nieuwe kleren aan. Nog altijd zijn Pasen en nieuwe kleren voor mij met elkaar verbonden.
De term ‘Paasbest’ heeft te maken met het katholieke gebruik om eenmaal per jaar ter communie te gaan, en wel met Pasen. Dat overslaan werd gerekend als een doodzonde. Voor de communie werden kleine en grote zonden opgebiecht. Maar niet alleen het innerlijk, ook het uiterlijk werd opgepoetst. Men ging voor de gelegenheid zelfs in bad. Zelfs de voorjaarsschoonmaak lijkt ermee te maken te hebben.
Nieuwigheid is een Bijbels gegeven; het hoort bij heiligheid. Jezus rijdt Jeruzalem binnen op een ezelsveulen dat nog nooit door iemand is bereden. In de Tora markeert een jong dier het bijzondere van het moment. Het is de eersteling die wordt geofferd. Een nieuwe kar draagt de ark van het verbond terug naar Israël; een meisje dat nog nooit een kind heeft gedragen, krijgt een bijzonder kind. In een graf dat nog nooit door iemand is gebruikt vindt Jezus zijn laatste rustplaats.
Laat er geen misverstand over bestaan, vertellen de evangelisten, dat de weg die deze mens gaat nog nooit door een mens is gegaan. Van zijn geboorte tot zijn dood is zijn levensweg toegewijd aan God, als het eerste lam van de kudde, en heeft het de glans van heiligheid. En al die nieuwigheid om hem heen vertelt dat dit de eerstgeborene van God is.
Pasen is nieuwigheid maar ook heiligheid. We vieren iets dat we nauwelijks kunnen begrijpen maar o zo nodig hebben. Met gepaste eerbied zien we het lege graf en trekken vol vertrouwen onze conclusie: met Pasen worden ook wij nieuw. De Heer is opgestaan!
Pasen 2021
pootje
Bij dit opschrift denkt u misschien al, dat zal wel over Saar gaan. Dat klopt. Ze kan inderdaad inmiddels een pootje geven. Over het algemeen is ze al een goed opgevoede hond. Een ding krijgen we haar echter nog maar niet afgeleerd: ze pikt spullen om daar lekker op te kauwen. We hebben inmiddels boeken met een perforatierandje, sloffen met rafels, kapotte pennen en nu dus ook een bril met een afgekloven pootje. Een afspraak bij de opticien is inmiddels gemaakt. Ik moest uiteindelijk toch al. Ondertussen bedacht ik me wel hoe onbelangrijk het allemaal is. Met een afgekloven pen kun je nog schrijven en mijn sloffen zitten ook nog prima. Er komt natuurlijk bij dat we niet zomaar meer naar de winkel kunnen om iets te vervangen en de pakjesbezorgers hebben het al zo druk. Brengt deze tijd met zich mee dat zoiets als tevredenheid weer begint te bestaan? Of zou het gaan over ‘goed genoeg’ tegenover perfect? Misschien leert corona ons om genoegen te nemen met wat er wel is en daar waardering voor op te brengen.
In de Bijbel lees ik het verhaal van het genoeg nog eens. Er zijn zoveel mensen gekomen om naar Jezus te luisteren. Het wordt laat en de mensen moeten naar huis om te eten. Jezus zegt tegen zijn leerlingen: Geven júllie hen maar te eten. Zij zien daar geen mogelijkheid toe. Maar Jezus vraagt: Wat is er wél? Wat hebben jullie bij je? Er komen vijf broden en twee vissen tevoorschijn. Veel te weinig, zou je zeggen. Begin er niet aan om dat te gaan verdelen. En toch is het genoeg. We zijn zo snel geneigd te denken vanuit het defect of het tekort terwijl het zoveel kansrijker is om te bedenken wat er wel is.
28 maart 2021