magnolia
Er staat een prachtige magnoliatak in de kamer. Elke morgen is er weer een volgende knop opengebarsten en toont zich een prachtige wit-lila bloem. Het bijzondere van deze boom is dat alle energie eerst naar de knop gaat; de blaadjes komen later. Die knoppen zitten er overigens in november al aan. Zo is de magnolia een drager van hoop dat het na de kale donkere winter ook weer voorjaar wordt. Als je tenminste de knoppen beschermt tegen de vorst. Zo werkt dat met hoop, je moet het wel koesteren en soms beschermen tegen je eigen somberte of de kou van de wereld om je heen.
De bloemen van de magnolia dragen ook een betekenis. Zij staan symbool voor trouw en idealisme, voor hoogstaande principes. Nu ik dit weet zal ik niet meer langs een magnolia lopen zonder eraan te denken dat het goed is om trouw te blijven aan je idealen. Wie weet of ze ooit net zo prachtig tot bloei komen en anderen hoop geven.
bid en werk
Woensdagavond waren bij elkaar in het Stiltecentrum om te bidden voor vrede in Oekraïne. We gaven stem aan onze bezorgdheid, maar vooral aan onze machteloosheid. Bijna direct nadat iets is gebeurd, komt het bij ons binnen via allerlei media. We zien het. We staan erbij en kijken ernaar. Zo voelt het. Dus doen we wat we wél kunnen en we komen samen om te bidden. Dat is broos, want we zouden zoveel méér willen doen dan dat.
Een ingezonden brief in de krant over dat bidden schoot me daarom dan ook in het verkeerde keelgat. ‘Dus als men de Oekraïners wil helpen: geef geld, geef medicijnen en andere zaken die men daar dringend nodig heeft en geef de vluchtelingen ruimhartig en liefdevol onderdak. Daar hebben zij meer aan dan aan bidden.’ De briefschrijver meent te weten dat bidden een goedkope oplossing is – ‘… als het zo was dat er een God is en dat je haar of hem kunt vragen en bidden om voor vrede te zorgen, zou er allang geen oorlog meer zijn.’ - en legt de verdachtmaking neer dat bidden woorden zonder daden zijn. Ik hoop dat u beter weet. Juist door ons bidden weten wij wat ons te doen staat. Of toont God ons wat we kunnen doen. Het is niet God die voor vrede moet zorgen, maar de mensen. Dus bidden we Hem niet alleen om vrede maar ook om ons tot instrumenten daarvan te maken.
In Oekraïne vragen mensen ondertussen: Bid voor ons. Het zijn onze broeders en zusters. Als we voor hen bidden, geven we uiting aan wat Jezus voor ons verlangde. Want vlak voor zijn dood vroeg Hij zijn Vader: ‘Bewaar hen door uw Naam zodat zij één zijn, zoals wij één zijn.’ En als Hij is opgestaan groet Hij zijn leerlingen met ‘Ik wens jullie vrede’. Vrede en eenheid vormen dus het hart van Jezus’ verlangen voor ons. Laten we daarom blijven bidden voor onze medemensen in door oorlog verscheurde gebieden. Ook als dat nutteloos voelt.
gepubliceerd op de Weekbrief van 13 maart 2022
Sintercorona
Bezit uw ziel in lijdzaamheid,
kon je mijn moeder horen zeggen
Zo deelde ze in wijsheid
dat je je soms bij dingen neer moet leggen.
Het liefst kreeg ik van Sint en Piet
een hand, een knuffel of een kus
maar dat mag allemaal nog even niet
vanwege die corona dus.
Wat mijn moeder mij heeft geleerd
is af te wachten met geduld
en met vertrouwen durven leven
totdat het tij zal zijn gekeerd.
Wat zouden wij nog langer denken
over een sinterklaascadeau.
Laten we elkaar een glimlach schenken
die overbrugt die anderhalve meter zo!
Gepubliceerd op de Weekbrief 5 december 2021
je naam
Toen mijn vader mij bij de burgerlijke stand ging aangeven, weigerde de ambtenaar van de burgerlijke stand mij in te schrijven. Deze naam stond niet op de lijst met geaccepteerde namen. Ik weet niet welke uitleg de ambtenaar over de streep heeft getrokken, dat het naar mijn oma was die Lijntje Jannetje heette, of dat mijn moeder de naam in de Libelle had gelezen. Mijn naam heeft een verhaal, maar is het eigenlijk ook niet zo dat met je naam de verhalen beginnen. Je gaat geschiedenis schrijven waarin jijzelf voorkomt. Het is nooit een verhaal alleen over mij want er zijn mensen die mij roepen bij mijn naam, mijn naam vol liefde uitspreken, mij bevestigen in mijn bestaan.
Mijn verhaal gaat altijd over leven met en voor anderen. En over leven met God. Mijn naam is voor altijd verbonden met de zijne toen ik werd gedoopt in de Naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Dat is iets anders dan ‘in naam der wet’. Het betekent dat je er ín gedompeld bent. Overgoten met het sop van zijn liefde en trouw.
Een doopliedje zingt: ‘Je hebt een naam, met een verhaal, dat uitgeschreven wordt, al gaandeweg in mensentaal, dicht bij de naam van God.’ En die naam, dat weten we, is ‘Ik ben er’.
gepubliceerd op de Weekbrief van 31 oktober 2021