Dag Dominee - Mijmeringen

Over de maand september zijn ontzettend veel liedjes geschreven. Kennelijk is het een maand die tot de verbeelding spreekt en uitnodigt tot dichten en zingen. Het licht is zoveel zachter en de kleuren -goud, blauw, groen- lijken zo intens. We zien wel dat de dagen korter worden maar er is nog voldoende dag om nog geen heimwee te hebben naar de zomer.

In het park zien we ’s morgens vroeg de lichtharpen, stralen zacht zonlicht vallen door het gebladerte heen. Daar word je vanzelf een dichter van. Zo’n lichtharp wordt ook wel een Jacobsladder genoemd, de trap die Jacob zag in zijn droom waarlangs engelen omhoog gaan en afdalen. Ik heb me over die volgorde altijd verbaasd. Omhoog en omlaag. Van een engel zou je dat andersom verwachten. Misschien, bedenk ik mij, verzamelen de engelen beneden wat onder Gods aandacht gebracht moet worden. Van Jacob, gevlucht voor de woede van Ezau, namen zij de angst mee en de onzekerheid over de toekomst. Misschien brachten zij ook zijn schuldgevoel over het bedriegen van zijn oude vader voor Gods aangezicht. Laten het dan ook de engelen zijn die onze gebeden voor God brengen.

Mijmerend over het septemberlicht moet ik wel eindigen met Hans Andreus, de dichter van het licht. ‘Gelukkig dat het licht bestaat en dat het met me doet en praat en dat ik weet dat ik er vandaan kom, van het licht. Of hoe dat heet.’

Laten we maar genieten van deze mooie maand. Een hartelijke groet voor u allen, ds. Lyonne Verschoor-Schuijer

Omdat familieleden meelopen, keken wij de afgelopen week naar het Vierdaagse Journaal op TV Gelderland. Beelden van lopers, blaren, vrolijk publiek langs de kant en de mooie omgeving rond Nijmegen. Maar ook veel verhalen: over ziek zijn en weer beter worden, over jezelf overwinnen, over mensen die er altijd bij waren en nu niet meer, over geliefden die worden gemist maar toch zo dichtbij zijn. Een jongetje wees naar de hemel: ‘daar’.  Een ander wees op haar shirt met daarop drie namen en prikte met haar vinger op de plek van haar hart ‘hier’. ‘Je loopt nooit alleen’, schreef radiomaker Pieter van Eekelen in zijn dagelijkse ode aan de wandelaar. Je wordt vergezeld door lieve anderen in je gedachten, in de leegte, in de dankbaarheid.

Ik moest denken aan het lied van Elly en Rikkert: ‘Hij kan zomaar naast je lopen’. Het gaat over Jezus die meeloopt met de wandelaars naar Emmaus. Ze vertellen hun verhaal van teleurstelling en verdriet en Hij vertelt van hoop en opstanding. Als ze hem herkennen, maken ze de wandeltocht terug. Lichter. Hoopvoller.

Als ons leven een tocht is, dan weten we hoe lang het soms is en hoe ver. We hebben ervaren dat we meer kunnen hebben dan we van te voren denken. We weten hoe we kunnen twijfelen aan een goede afloop en hoe we aangemoedigd worden door mensen aan de kant. En ook: ‘Als God soms heel ver weg lijkt, als alles is mislukt en niemand weet waarom je bedroefd bent en bedrukt, sta dan niet gek te kijken wanneer Hij naast je staat en met je mee wil lopen totdat het wel weer gaat.’

verschenen op de Weekbrief van 23 juli 2023

zegen

Bij mijn intrede in mijn vorige gemeente legde een collega mij de handen op en sprak:

‘Alleen de zegen van de Heer maakt rijk; zwoegen voegt daar niets aan toe.’  (Spreuken 10:22)

Het was alsof hij mij bij voorbaat behoedde voor de valkuil waarin overigens niet alleen dominees stappen: de gedachte dat jij alles moet doen. Ik ben nogal eens geneigd om te denken dat ik het net zo goed zelf kan doen, om die ander tijd te besparen, of omdat ik het sneller kan, of beter. Voor je het weet zit je in je eigen onewomanshow, terwijl het een verrijking is om juist het kerkenwerk samen te kunnen doen. Het is niet de bedoeling om te verslijten aan je dienst aan God of om er wakker van te liggen. Heel bekend is het verhaal over de slapeloze nachten van paus Johannes XXIII. Hij legde zijn zorg neer in zijn avondgebed en zei: ‘Heer, het is uw kerk. Ik ga slapen.’

Ik dacht weer even terug aan de treffende zegen van mijn collega terwijl ik nadacht over de zomervakantie. Voor velen is het een welkome onderbreking van een druk bestaan in het teken van werk, gezin, oppassen, vrijwilligerswerk en/of zorg. Voortdurend staan we ‘aan’ en proberen te beantwoorden aan de boodschap dat we succesvol moeten zijn en dat dingen ons zullen lukken als we er maar voldoende energie in steken. Deze korte spreuk verlegt het accent van wat we zelf voor elkaar denken te kunnen krijgen naar onze overgave aan God. Het gaat niet om wat we allemaal hebben of kunnen. Dat zegt niet zoveel over ons als mens; maar dat we ontstaan zijn uit zijn goedheid en afhankelijk van zijn liefde, is veelzeggend.

De zomerperiode is voor velen de tijd om even op adem te komen van alle verantwoordelijkheden en stress. We kunnen ons concentreren op wat er echt toe doet: het samenzijn als gezin of met elkaar, onze gezondheid. We mogen genieten van kleine dingen in de achtertuin of de overweldigende schoonheid van de natuur ergens anders. We mogen ons rijk rekenen, zegeningen tellen die ons zomaar toe vallen.

Ik wens jullie allemaal een mooie zomerperiode.

 

God, zegen ons met ruimte in ons hoofd

en het vermogen om ons los te maken

van de dagelijkse dingen.

Zegen ons met een hart dat zich laat verrassen

door nieuwe morgens,

kleine wonderen en grootse vergezichten.

Zegen ons met rust in ons lijf,

met spelen en de tijd vergeten.

Doe ons genieten van wind en water, nieuwe wegen.

Zegen ons met ogen

die U zien in de mens die wij ontmoeten,

onderweg of thuis.

Zegen ons met de wil om te rusten

zoals U dat deed

toen U de aarde en de hemel maakte

en zag dat het goed was.   

 

Kerkmagazin zomer 2023

‘Waarom huil je?’

Maria uit Magdala is in alle vroegte – het is nog donker- bij het graf van Jezus gekomen.  Ze heeft gezien dat de steen van het graf is weggehaald. Het graf is leeg. Huilend buigt ze zich naar het graf en ziet binnen twee engelen zitten, aan hoofd- en voeteneinde van de plek waar Jezus heeft gelegen. Waarom huil je?

Waarom zou je huilen bij een graf? Dat kunnen die engelen toch zelf wel bedenken. Bij het nog verse graf moet soms het besef nog landen. Bij een volgende gang zijn we ons des te pijnlijker bewust van al die gelegenheden die voorbij gegaan zijn zonder die ene. En ook als er jaren voorbij zijn gegaan dragen we het verdriet als een litteken mee. Natuurlijk huilt Maria.

‘Ze hebben mijn Heer weggehaald en ik weet niet waar ze hem naar toe gebracht hebben.’ Het is al erg genoeg dat Hij is gedood maar zelfs zijn lichaam en zijn grafrust zijn kennelijk niet heilig.

‘Waarom huil je?’ Opnieuw die vraag. Nu wordt hij gesteld door Jezus. Maria ziet hem voor de tuinman aan en geeft hetzelfde antwoord als zij de engelen gaf. Zij huilt om Jezus’ lichaam. Ze wil het meenemen, verzorgen, koesteren. Velen die het lichaam van een geliefde voor de laatste keer hebben verzorgd, aangekleed, zullen dat verlangen begrijpen. In het lichaam en het lichamelijke van het wassen en verzorgen kun je iemand nog even vasthouden. We weten vervolgens ook dat we dat niet kunnen. Wij laten onze geliefde doden los en God houdt ze vast.

Ik denk dat Maria dat door haar verdriet niet kon zien. Ze was zo verblind door haar tranen dat ze Jezus niet herkende; zo overmand dat ze het perspectief dat Hij had geopend uit het oog verloren was. Ik ga naar de Vader, had Hij toch gezegd? En Hij had hun voorspeld dat de wereld blij zou zijn om zijn dood terwijl zij zouden huilen. Maar ook dat hun verdriet zou veranderen in vreugde omdat ze zouden begrijpen. Met Pasen vieren we dat begrijpen, dat niet in woorden uit te drukken weten van leven door de dood heen.

‘Houd me niet vast’ zegt Jezus als Maria begrijpt met wie ze praat. Zijn lichaam kan ze niet meer vasthouden. Waar zij hem zoekt, daar is Hij niet meer. Hij is de Opgestane Heer. Voortaan zal Hij op een andere manier deel uitmaken van haar leven. Jezus laat zich maar op één manier vasthouden, en dat is door de liefde. Precies zoals wij onze geliefden vasthouden door liefdevol over hen te blijven spreken, door te gaan in hun voetstappen en te handelen in hun geest.

Vlak voor zijn dood drukt Jezus zijn leerlingen op het hart om elkaar lief te hebben, elkaar te dienen. Zij mogen handelen in zijn geest, en met zijn Geest.

‘Waarom huil je?’ We zullen altijd huilen om onze geliefden, maar niet zó dat wij uit het oog verliezen dat we door Jezus’ dood en opstanding eens zullen opstaan in het huis van de Vader met die vele kamers.

 

Pasen 2023

Page 2 of 24