Dag Dominee - Mijmeringen

zegen

Bij mijn intrede in mijn vorige gemeente legde een collega mij de handen op en sprak:

‘Alleen de zegen van de Heer maakt rijk; zwoegen voegt daar niets aan toe.’  (Spreuken 10:22)

Het was alsof hij mij bij voorbaat behoedde voor de valkuil waarin overigens niet alleen dominees stappen: de gedachte dat jij alles moet doen. Ik ben nogal eens geneigd om te denken dat ik het net zo goed zelf kan doen, om die ander tijd te besparen, of omdat ik het sneller kan, of beter. Voor je het weet zit je in je eigen onewomanshow, terwijl het een verrijking is om juist het kerkenwerk samen te kunnen doen. Het is niet de bedoeling om te verslijten aan je dienst aan God of om er wakker van te liggen. Heel bekend is het verhaal over de slapeloze nachten van paus Johannes XXIII. Hij legde zijn zorg neer in zijn avondgebed en zei: ‘Heer, het is uw kerk. Ik ga slapen.’

Ik dacht weer even terug aan de treffende zegen van mijn collega terwijl ik nadacht over de zomervakantie. Voor velen is het een welkome onderbreking van een druk bestaan in het teken van werk, gezin, oppassen, vrijwilligerswerk en/of zorg. Voortdurend staan we ‘aan’ en proberen te beantwoorden aan de boodschap dat we succesvol moeten zijn en dat dingen ons zullen lukken als we er maar voldoende energie in steken. Deze korte spreuk verlegt het accent van wat we zelf voor elkaar denken te kunnen krijgen naar onze overgave aan God. Het gaat niet om wat we allemaal hebben of kunnen. Dat zegt niet zoveel over ons als mens; maar dat we ontstaan zijn uit zijn goedheid en afhankelijk van zijn liefde, is veelzeggend.

De zomerperiode is voor velen de tijd om even op adem te komen van alle verantwoordelijkheden en stress. We kunnen ons concentreren op wat er echt toe doet: het samenzijn als gezin of met elkaar, onze gezondheid. We mogen genieten van kleine dingen in de achtertuin of de overweldigende schoonheid van de natuur ergens anders. We mogen ons rijk rekenen, zegeningen tellen die ons zomaar toe vallen.

Ik wens jullie allemaal een mooie zomerperiode.

 

God, zegen ons met ruimte in ons hoofd

en het vermogen om ons los te maken

van de dagelijkse dingen.

Zegen ons met een hart dat zich laat verrassen

door nieuwe morgens,

kleine wonderen en grootse vergezichten.

Zegen ons met rust in ons lijf,

met spelen en de tijd vergeten.

Doe ons genieten van wind en water, nieuwe wegen.

Zegen ons met ogen

die U zien in de mens die wij ontmoeten,

onderweg of thuis.

Zegen ons met de wil om te rusten

zoals U dat deed

toen U de aarde en de hemel maakte

en zag dat het goed was.   

 

Kerkmagazin zomer 2023

‘Waarom huil je?’

Maria uit Magdala is in alle vroegte – het is nog donker- bij het graf van Jezus gekomen.  Ze heeft gezien dat de steen van het graf is weggehaald. Het graf is leeg. Huilend buigt ze zich naar het graf en ziet binnen twee engelen zitten, aan hoofd- en voeteneinde van de plek waar Jezus heeft gelegen. Waarom huil je?

Waarom zou je huilen bij een graf? Dat kunnen die engelen toch zelf wel bedenken. Bij het nog verse graf moet soms het besef nog landen. Bij een volgende gang zijn we ons des te pijnlijker bewust van al die gelegenheden die voorbij gegaan zijn zonder die ene. En ook als er jaren voorbij zijn gegaan dragen we het verdriet als een litteken mee. Natuurlijk huilt Maria.

‘Ze hebben mijn Heer weggehaald en ik weet niet waar ze hem naar toe gebracht hebben.’ Het is al erg genoeg dat Hij is gedood maar zelfs zijn lichaam en zijn grafrust zijn kennelijk niet heilig.

‘Waarom huil je?’ Opnieuw die vraag. Nu wordt hij gesteld door Jezus. Maria ziet hem voor de tuinman aan en geeft hetzelfde antwoord als zij de engelen gaf. Zij huilt om Jezus’ lichaam. Ze wil het meenemen, verzorgen, koesteren. Velen die het lichaam van een geliefde voor de laatste keer hebben verzorgd, aangekleed, zullen dat verlangen begrijpen. In het lichaam en het lichamelijke van het wassen en verzorgen kun je iemand nog even vasthouden. We weten vervolgens ook dat we dat niet kunnen. Wij laten onze geliefde doden los en God houdt ze vast.

Ik denk dat Maria dat door haar verdriet niet kon zien. Ze was zo verblind door haar tranen dat ze Jezus niet herkende; zo overmand dat ze het perspectief dat Hij had geopend uit het oog verloren was. Ik ga naar de Vader, had Hij toch gezegd? En Hij had hun voorspeld dat de wereld blij zou zijn om zijn dood terwijl zij zouden huilen. Maar ook dat hun verdriet zou veranderen in vreugde omdat ze zouden begrijpen. Met Pasen vieren we dat begrijpen, dat niet in woorden uit te drukken weten van leven door de dood heen.

‘Houd me niet vast’ zegt Jezus als Maria begrijpt met wie ze praat. Zijn lichaam kan ze niet meer vasthouden. Waar zij hem zoekt, daar is Hij niet meer. Hij is de Opgestane Heer. Voortaan zal Hij op een andere manier deel uitmaken van haar leven. Jezus laat zich maar op één manier vasthouden, en dat is door de liefde. Precies zoals wij onze geliefden vasthouden door liefdevol over hen te blijven spreken, door te gaan in hun voetstappen en te handelen in hun geest.

Vlak voor zijn dood drukt Jezus zijn leerlingen op het hart om elkaar lief te hebben, elkaar te dienen. Zij mogen handelen in zijn geest, en met zijn Geest.

‘Waarom huil je?’ We zullen altijd huilen om onze geliefden, maar niet zó dat wij uit het oog verliezen dat we door Jezus’ dood en opstanding eens zullen opstaan in het huis van de Vader met die vele kamers.

 

Pasen 2023

‘Zo vriendelijk en veilig als het licht,

zo als een mantel om mij heen geslagen,

zo is mijn God…..’

 

10 november is het de Dag van de Mantelzorg. Overal in het land vind je onzichtbare helden, jong en oud, van het kleinste dorp tot de grootste stad, er zijn er bijna 5 miljoen. Wat zij doen is voor hen misschien wel vanzelfsprekend maar het verdient erkenning en waardering. Wat zij zo bescheiden in het verborgene oppakken verdient erkenning en waardering. Vandaar die speciale dag.

Ergens in de jaren ’70 werd de term ‘mantelzorg’ bedacht door hoogleraar ziekenhuiswetenschappen Hattinga Verschure. Hij verdiepte zich in de vraag wat zorg in essentie is en kwam tot de conclusie dat dat altijd de zorg van de ene voor de andere mens is. Dat gebeurt op professioneel vlak maar ook onderling. Hij noemde dat mantelzorg: zorg die mensen verwarmt, omdat ze elkaar er als een mantel mee omgeven.

Hij verbond dat begrip mantelzorg aan de legende van Sint Maarten. Maarten is officier in het leger. Op een koude avond ziet hij een bedelaar die geen warme draad aan zijn lijf heeft. Maarten haalt met een zwaai van zijn zwaard zijn officiersmantel door midden en geeft de helft weg. ’s Nachts ziet hij in een droom zijn halve mantel terug, om de schouders van Jezus. Diep onder de indruk laat Maarten zich dopen om een leven te leiden van goedheid, liefde en zelfopoffering. Niet voor niets is de jaarlijkse Dag van de Mantelzorg op de vooravond van deze heilige.

Wat het verhaal van Maarten aan mantelzorgers kan meegeven is: een halve mantel is ook een mantel. Waak ervoor dat je jezelf helemaal verliest in de zorg voor de ander. Er is niemand mee gediend als we onszelf of elkaar zo uitputten dat er niets overblijft. Laten we daarom ook attent zijn naar mantelzorgers. Vragen hoe het met hén gaat; wat we kunnen doen om hén overeind te houden. Misschien kunt u kerstengel zijn voor een van hen. Zie daarvoor verderop in dit Kerkmagazin.

De mantel is ook een prachtig beeld voor de liefde van God. De regel boven dit stukje is van Huub Oosterhuis, uit lied 221. Het zingt als een vertrouwensvol gebed, tot een God die over ons waakt en ons behoedt en ons op handen draagt. Als een ware Mantelzorger. Laten we elkaar in ons gebed aan deze God opdragen.

november 2022

Er is een land van louter licht

waar heiligen heerser zijn

nooit gaat de gouden dag daar dicht

in duisternis of pijn.

 

There is a land of pure delight,

where saints immortal reign;

infinite day excludes the night,

and pleasures banish pain.

 

Mijn moeder leerde mij dit lied. Na het Bijbellezen aan tafel, of bij de afwas, zong zij haar lievelingsliederen en wij zongen ze haar na. Ik hoor soms nog haar stem; een lyrische sopraan, daar was ze trots op. Het was niet meer dan logisch dat we dit lied zongen toen we afscheid van haar namen. Zo zal iedereen wel een lied of een tekst hebben die onmiddellijk de herinnering oproept aan een geliefde. Zondag 30 oktober noemen we de namen van gemeenteleden die het afgelopen zijn gestorven, maar anderen zijn nooit ver weg. We dragen ze mee in ons hart en af en toe komen ze even langs ‘in bloemengeuren of een lied, dat opklinkt uit verdriet.’ Op die zondag vertrouwen we ons toe aan liederen die stem geven aan wat we zo graag willen geloven maar niet altijd kunnen geloven; dat onze doden bij God zijn, in louter licht geborgen. ‘Pure delight’ zegt het Engelse origineel. Pure vreugde. Laat dat tot troost mogen zijn!

 

Mijn liefde voor dit lied raakt ook aan mijn liefde voor Mozes en het verhaal van de uittocht. Mozes ging Gods volk voor naar beloofd land. Hij zou er nooit binnentrekken maar mocht het wel zien. Vanaf de berg Nebo liet God hem het uitzicht zien. Zijn leven lang was hij er naar op weg geweest. De droom had hem in leven gehouden en met die droom voor ogen is hij gestorven. Zijn reis door de woestijn, de reis van zijn leven, is nooit zonder perspectief geweest.

Wat wacht ons na dit leven? Wat weten we ervan. Misschien is de droom van de overkant vooral bedoeld om het tijdens dit leven uit te houden. En geeft de belofte van louter licht ons leven de lichtheid die we nodig hebben. In alle kwetsbaarheid en sterfelijkheid leven we altijd vanuit de hoop.

Het verhaal gaat dat de dichter Isaac Watts (1674-1748) aan de kust van Southampton stond en aan de overkant de contouren zag van het eiland Wight. Misschien heeft hij wel gedacht: zo moet Israël gestaan hebben bij de Jordaan met aan de overkant het beloofde land. En zullen we niet ooit allemaal eens zo staan, slechts door de doodsrivier gescheiden van dat zalig land. We hoeven daar niet aan te twijfelen. Dát is de uiteindelijke boodschap van dit lied. De mist en het wolkendek zo zwart, die Watts het uitzicht benamen op de overkant, hoeven niet ons vertrouwen niet te verdonkeren. We hoeven niet bang te zijn voor de dood.

 

O could we make our doubts remove,

those gloomy doubts that rise,

and see the Canaan that we love

with unbeclouded eyes;

 

Hing niet het wolkendek zo zwart

van twijfel om ons heen,

wij zouden ’t land zien van ons hart,

dat ’t hemels licht bescheen.

 

Kerkmagazin november 2022

Page 5 of 27