Dag Dominee - Mijmeringen

Pogingen iets van het leven te maken

Deze zomer las ik de geheime dagboeken van Hendrik Groen, tachtiger en woonachtig in een bejaardenhuis in Amsterdam-Noord. Om te voorkomen dat hij depressief wordt van zichzelf neemt hij een jaar om een dagboek te schrijven en ook iets van de ware Hendrik Groen te laten horen. Wat volgt is een hilarische beschrijving over ouder worden en de misstanden in de zorg.

Tussen de regels door lees je ook de worsteling om iets van het leven te maken: ‘Je wordt geacht te genieten van je oude dag, maar dat valt verdomd niet altijd mee.’ Hendrik Groen vertelt over de uitdagingen rond zijn plasproblemen, over zijn depressieve vrouw en het verlies van zijn dochtertje. Toch besluit hij actief iets van het leven te maken onder het motto ‘Oud Maar Niet Dood’. Daarmee gaat het boek ook over het belang van vriendschap en voor elkaar klaar staan.

Het geheime dagboek van Hendrik Groen zou zomaar naast het boek Prediker kunnen liggen. Ook dat gaat over de eindigheid van het bestaan. We gaan allemaal dood, zegt hij. Maar: we zijn het nog niet! Probeer er daarom het beste van te maken. Eet je brood met vreugde, drink je wijn met een vrolijk hart. Geniet. Heb lief. En doe wat je hand vindt om te doen. Tot de jaren komen waarvan je zegt: in deze jaren vind ik weinig vreugde meer. Beeldend beschrijft de Prediker hoe het lichaam langzaam achteruit gaat. Bevende wachters (handen) staan voor het huis. De soldaten (benen) gaan kromgebogen voort; de maalsters (tanden) verdwijnen langzaam aan; de vrouwen uit het venster (ogen) staren en het fluiten van vogels wordt ijl van toon. Je durft geen heuvel te beklimmen. (Prediker 11)

Uiteindelijk zal ieder mens het leven los moeten laten. Voor Prediker is het een troost dat hij het leven weer terug mag geven aan zijn Schepper die hem de levensadem heeft gegeven.

Bekend is het gezegde: We willen wel oud worden maar we willen niet oud zijn. Tot op hoge leeftijd samen fietsen, vrijwilligerswerk doen, met de caravan op pad, dát willen we wel. De eenzaamheid van het verliezen van geliefden, vrienden, en het omgaan met lichamelijke beperking, dat liever niet.

Oud zijn is niet makkelijk. Juist wie oud is, ervaart zijn kwetsbaarheid en beseft niet zonder (Gods) hulp te kunnen. ‘Nu ik oud en grijs ben, verlaat mij niet, o God zodat ik het nageslacht, elk nieuw kind, kan verhalen van de macht van uw arm’ bidt de Psalmdichter. ‘Blijf mij me zodat ik in ieder geval nog kan vertellen van U’. Ooit zei een gemeentelid tegen me, toen we actief op zoek waren naar nieuwe taakdragers: ‘Aan mij hebben jullie niet veel meer maar ik kan nog altijd een boom zijn die schaduw biedt.’ Een gebed, een luisterend oor, een plek om even bij te komen… het lijkt weinig maar is dat het ook? En weten we onze ouderen daar ook voor te vinden?

 

Als ik oud word

mag worden

de dagen stil

want zonder lief

en leeg

want waarheen

met dat rare oude lijf

kom dan bij mij

schenk me een glas

en we drinken

op het leven

 

 

1. niemand

 

we vragen

waar ben je

roepen naar de hemel

waarom doe je niets

jij God van liefde

waarom laat jij dit toe

jij God van bevrijding

 

en jij

 

ik roep jullie

maar

er is niemand

 

Nu kom ik bij jullie terug, ik roep jullie.

Maar er is niemand, niemand geeft antwoord.

Waarom niet?

Jesaja 50: 2, Bijbel in Gewone Taal.

 

2. niemand

iemand moet het doen

zeggen we

maar uiteindelijk

doet niemand het

 

iedereen doet het

beweren we

en toch

pleit dat niemand vrij

 

laat niemand het doen

 

3. niemand

niemand weet hoe laat het is

niemand is te vertrouwen

niemand luistert

het kan niemand wat schelen

niemand heeft tijd

wees niemand

 

 

want niemand is vrij

 

Een twijfelaar is een bed; te breed om er alleen in te slapen, maar net te smal om er samen in te slapen.

Binnen het christelijk geloof is geen ruimte voor twijfelaars. Althans volgens de Catechismus. Een christen heeft een ongetwijfeld geloof. (Zondag 7, vraag 21 en 22) Dat typeert de ware gelovige. Vanuit dit perspectief heeft degene die twijfels heeft dan ook een probleem. Je bent niet zeker genoeg. Het is niet goed genoeg. Wie twijfelt is als een golf in zee, die door de wind heen en weer wordt bewogen, schrijft Jacobus. (Jacobus 1: 6) Willoos. Doelloos.   

In pastorale gesprekken is twijfel ook regelmatig onderwerp van gesprek. Twijfel aan het geloof zoals dat vanaf de jeugd is meegegaan; twijfel aan de liefdevolle God in een harde en liefdeloze wereld; twijfel omdat het hoofd denkt over God maar het hart niets voelt. Twijfel slaat vaak toe als het plaatje niet meer klopt. Als er dingen gebeuren die vragen oproepen; als door een crisis je leven overhoop wordt gegooid en de plaats van God daarin niet meer duidelijk is. Waarom doet God niets? Kan ik hem niets schelen?

Twijfel en geloof, twijfel aan geloof; het wordt een probleem als je er een tegenstelling in ziet; als je twijfel ziet als de trekkracht die jou bij geloven vandaan houdt. Bij God vandaan. Maar twijfels bezitten een kracht die antwoorden niet hebben: zij bieden openingen voor ontmoeting en gesprek. Vragen zijn de motivatie om op zoek te gaan; te leren en af te leren. Twijfels die tot zoeken leiden brengen je dichter bij God. Al voelt hij ver weg.

Het loslaten van oude zekerheden, van antwoorden die niet meer voldoen, het legen van je geloofsrugzak mag dan beangstigend zijn, het is ook een teken van groeien naar een volwassen geloof en een eigen verbinding met God. Twijfels bieden meer garantie voor verbinding met hem dan vaste zekerheden en stellige antwoorden.

Een twijfelaar is eigenlijk precies breed genoeg om er samen in te slapen; als je van elkaar houdt. Als je je aan elkaar wilt vasthouden om er niet uit te vallen. Ik denk dat het met geloven ook zo is. We houden elkaar vast om er niet uit te vallen, uit het zinvol verband dat we samen vormen, God en ik. Gerard Reve verwoordde dat zo kernachtig:

Eigenlijk geloof ik niets en twijfel ik aan alles,

zelfs aan U.

Maar soms, wanneer ik denk dat Gij waarachtig leeft,

dan denk ik dat Gij liefde zijt, en eenzaam,

en dat, in zelfde wanhoop, Gij mij zoekt,

zoals ik U. (Dagsluiting, in: Nader tot U)

Als Jezus afscheid neemt van zijn leerlingen, hen de opdracht geeft om alle volken tot geloofsleerling te maken, twijfelen sommigen nog. (Matteus 28: 16v) Desondanks ontvangen zij hun roeping. Geen woord van verwijt komt over Jezus’ lippen, geen veroordeling. Alleen de toezegging: ik ben met jullie. Want geloof gaat ook over ongeloof; vertrouwen gaat ook over angst. Bij Jezus hoef je je daarvoor niet te schamen. (geleend van Nico ter Linden, Het verhaal gaat 2, 285)

 

Deze mijmering had zijn plek in de vesper op 27 november in De Open Hof in Oud-Beijerland. 

Ze was niet van een kerk en had me gevraagd te spreken bij haar uitvaart. Zesenveertig was ze. We spraken over haar leven en de waarden die ze wilde doorgeven aan haar dochter. Eerlijkheid, zei ze. En behulpzaamheid en rechtvaardigheid. Waarden die ook Jezus achterliet toen hij zijn leerlingen opdroeg voor elkaar te zorgen zoals hij voor hen had gezorgd. En ze was niet van een kerk. De muziek voor de plechtigheid hadden ze samen al uitgezocht. Heaven, van Bryan Adams, omdat ze hoopte dat ze haar moeder weer zou zien, die net als zij jong stierf en een dochter achterliet. Ze verlangde er ook naar weer bij haar vader te zijn, die nog niet zo lang geleden stierf. Dat er een hemel zou kunnen bestaan troostte haar en gaf haar de rust zich over te geven aan wat ging komen. Bij het uitdragen zou Angels are Calling (Ari Koivunen)  klinken. Hemel en engelen, daarover moest het gaan. En ze was niet van een kerk. 

De Protestantse Kerk in Nederland lanceert in de maand van de spiritualiteit (januari 2017) een campagne met als thema Geloven doe je in de kerk. Ze hoopt daarmee al die zinzoekers te prikkelen om ook eens naar de kerk te komen, om daar te zoeken naar zin. Je hoeft namelijk geen volleerd gelovige te zijn om binnen te mogen en mee te doen. En gaat het in de kerk niet om veel meer dan alleen om God. Ook om troost, gemeenschap, nadenken, twijfelen, verwondering.... Een mooie campagne. Er zit wat in om zinzoekers naar binnen te halen. Maar wat was het goed om ook buiten de kerk samen zingeving te vinden en, zoekend naar woorden, elkaar vast te houden. 

 

 

Page 26 of 27