afbeelding: Clarinda van Lunteren
overweging op zondag 4 augustus 2024 PG De Achthoek ~ Scherpenzeel
uit de Bijbel: Matteus 6:24-34
Geen zorgen?
Zorgen voor jezelf of zoeken naar Gods koninkrijk,
dat is de keuze waar Jezus ons voor stelt in dit gedeelte van de Bergrede.
En niet morgen, maar vandaag.
Daarmee wordt het spannend.
Jezus brengt het koninkrijk ons gewone leven binnen.
Ze hebben met elkaar te maken.
Jezus praat over gewone dingen, over ons dagelijkse leven,
over geld, eten en drinken, en kleding.
En uit alles blijkt dat Jezus ziet, begrijpt,
hoe deze dingen je bezig kunnen houden.
Hoe ze je in beslag kunnen nemen.
En toch zegt Hij: Maak je geen zorgen.
Als Jezus dit zegt, dan is dat een uitwerking van zijn eerdere woorden.
Dat niemand twee heren kan dienen.
Je kunt je hart maar één keer weggeven.
Aan Mammon of aan God.
Jezus legt de vinger op onze achilleshiel: die van ons bezit, wat we hebben.
Is het leven niet meer dan voedsel en het lichaam niet meer dan kleding? vraagt Jezus.
Een retorische vraag.
Natuurlijk, het leven ís meer dan voedsel en het lichaam ís meer dan kleding.
Maar het is ook kritische vraag, een spiegel die ons wordt voorgehouden,
want we weten ook best hoezeer die dingen ons kunnen bezighouden.
De tijd is goed voor velen van ons.
We kunnen ons wat veroorloven.
En ook als dat niet zo is
zien we om ons heen wel
dat het belangrijk wordt gevonden
wat je hébt: auto, baan, partner, gezondheid, geslaagde kinderen, een goed pensioen,
foto’s op de socials die vertellen wat een leuk leven jij hebt..
Maar het heeft niets met Gods koninkrijk te maken
als wat we hébben definieert wie we zíjn.
De gerechtigheid is er niet mee gediend
als ons leven draait om geld verdienen, om dingen te hebben.
Jezus geeft ons een alternatief,
een andere invalshoek om een zinvol leven te leiden,
om zó te leven dat het dienstbaar is aan God,
en niet aan de afgoden van geld en goed.
Vogels en bloemen
Kijk eens naar de vogels in de lucht, zegt Hij.
Misschien vlogen ze wel net boven zijn hoofd,
of hipten ze in het gras, op zoek naar iets eetbaars.
Ze zaaien niet, ze maaien niet..
zijn niet bezig met de langetermijnplanning
maar doen wat de Schepper hen heeft opgedragen: vogel zijn.
Zo wees Jezus ook naar de bloemen
waar ze tussen zaten.
Bloemen weven niet en werken niet
maar ze geuren en kleuren, precies zoals de Schepper dat heeft bedoeld.
Vogels zijn vogels. Bloemen zijn bloemen.
En mensen?
In plaats van zich bezorgd te maken over allerlei randzaken
zouden ze moeten doen waartoe zij geschapen zijn.
Mens zijn. Medemens zijn.
Mensen van het koninkrijk laten zich niet meeslepen
door wat anderen zo belangrijk vinden, zegt Jezus.
Bovendien, God wéét dat we voedsel, een huis, kleding, nodig hebben.
Maar laat het ons niet zo in beslag nemen,
dat we voor de dingen die er toe doen geen aandacht meer hebben.
Laat het ons niet misleiden met de gedachte dat alleen bezit ons gelukkig zou maken;
of onze toekomst veilig zal stellen.
Laat de zorg om voedsel en kleding ons er niet van weerhouden om medemens te zijn
en te zoeken naar Gods koninkrijk. Om ons zelf daaraan te binden.
Ons leven is niet zorgen-loos. We hebben zorgen, maken ons zorgen.
En we weten ook dat als er één zorgen had, Jezus het wel was.
Hij had zorg om de mensen, die leken te dwalen als schapen zonder herder.
Hij moet zorgen hebben gehad om zijn eigen leven.
Toch leefde Hij onbezorgd.
Hij keek niet ongerust vooruit, maar bezat het vermogen om in het nú te leven,
om te genieten van een wandeling op de sabbat,
om de maaltijd te delen met velen,
om volledig aandacht te hebben voor wie er die dag op zijn pad kwam,
om zich volledig te kunnen richten op wat er die dag van hem werd gevraagd,
vol vertrouwen dat God hem zou geven wat daarvoor nodig was.
Jezus leefde in het nu en Hij wilde dat zijn volgelingen ook zo waren.
Dat zij Gods goedheid zouden zien en dat zijn koninkrijk hun eerste prioriteit zou zijn.
Dat dát hun hart in beslag zou nemen.
Zijn volgelingen hebben in hem iets herkend, iets gevonden,
dat ook hun eigen zorgen te boven ging.
Hun leven werd niet makkelijk en hun zorgen werden niet minder.
Maar het werd aangevuld met hoop.
Met een venster op een andere wereld, iets van Gods koninkrijk,
dat opbloeide waar mensen samen waren in Jezus’ naam.
Maak je dus geen zorgen over de dag van morgen. Blijf bij vandaag.
Gods koninkrijk ligt niet in een verre toekomst, ooit, eens,
maar heeft te maken met vandaag.
God geeft ons een menselijke maat, haalbare kaart.
Wat heeft de dag van vandaag nodig?
Wie zijn de mensen die vandaag op mijn weg komen?
Wat heeft mijn gezin nodig?
Met wie mag ik blij zijn en met wie deel ik verdriet?
Hoe kan ik het goede doen? Morgen zien we wel weer.
Elke dag opnieuw
Mensen van de dag. Dat zijn we.
Wat je hebt, kan je zo maar kwijtraken.
En dan weten we ineens weer: wij zijn méér dan wat we hebben.
In plaats van ons af te vragen: wat heb ik nodig? en ons daar zorgen over te maken, zouden we onszelf ook af kunnen vragen: wat heb ik ontvangen?
Want, zegt Jezus, God wéét wat we nodig hebben. En Hij geeft ons dat.
En dat koninkrijk, dat ook van vandaag is, wordt gekenmerkt door liefde,
door overvloed. Het is tenslotte het koninkrijk van Gód!
Jezus herinnert ons eraan dat wij leven vanuit Gods goedheid.
Of we nu in beslag worden genomen door het zorgen voor onszelf,
of dat wij zorgen voor anderen,
uiteindelijk zorgt God voor ons allemaal.
Hij zegent ons met dagelijks brood en meer dan dat.
Elke dag opnieuw geeft Hij ons wat we nodig hebben.
Hij voedt ons met brood voor het hart, met inzicht, met moed,
met kracht uit de hemel.
Als een hert dat naar water verlangt, mogen we zoeken naar God en hem vinden.
En God geeft ons een plaats om te wonen, rust voor onze ziel, een schuilplaats bij Hem.
Als Jezus ons op het hart drukt om zorgenvrij te leven,
dan hoort daar het vertrouwen bij dat God bij ons is.
Elke dag weer.