overweging in de kerstnachtdienst 2023  PG De Oen Hof ~ Oud-Beijerland

 

uit de Bijbel: Jesaja 9: 1-9

Lucas 2: 1-20

Johannes 1: 1-14

 

menselijkheid

Een berichtje in het Kompas van dierenasiel de Dierenstee: er zijn veel konijnen die wachten op adoptie. Het berichtje verscheen twee weken voor Kerst.

Meteen regende het reacties bij de Dierenstee en op social media.

Hoe ze dat toch konden doen;

wat gemeen om konijnen vlak voor de kerstdagen aan te bieden.

Was één drama rond Flappie niet genoeg?

Met vlugge vingers over de toetsen riepen mensen dingen als ‘onsmakelijk’ en ‘dieronvriendelijk’.

De geschrokken medewerkers haastten zich om zich te verontschuldigen.

Zo hadden ze het natuurlijk niet bedoeld.

We lachen er nu om maar eigenlijk is het een heel treurig voorbeeld van hoe wij met elkaar omgaan. Rap met een oordeel, hard in onze veroordeling.

Wij nemen elkaar de maat, zijn licht ontvlambaar en nemen onze plek in tegenover de ander. Polarisatie, ik kan het woord niet meer horen. Waar is de medemenselijkheid gebleven?  

 

Een ander voorval. Bas en ik deden kerstboodschappen.

We stonden in de rij voor de kassa en ineens was er commotie.

We hoorden schreeuwen.

Van verschillende kanten vlogen mensen naar buiten om even later terug te komen met iemand tussen zich in. Een jong meisje, omringd door boze volwassenen.

Kennelijk had ze iets gestolen.

Een mevrouw begon een verhaal dat ze zich altijd al onveilig voelde.

We keken elkaar aan maar zeiden niets en deden niets.

Onderweg hadden we het erover. Wat zou ze gestolen hebben?

Een fles shampoo, omdat die veel te duur is. Iets te eten, omdat ze honger heeft. Beschaamd dachten we aan onze volle kar en hoe goed wij het hebben.

Als we maar wisten wat haar verhaal was; als ze toch iets zachter was behandeld, als er maar iemand was geweest -wij misschien- die iets had gezegd of gedaan. 

Op dat moment hadden wij een hekel aan de mensen die we waren.  

 

In een interview stelde Sigrid Kaag dat dehumanisering en demonisering aan de orde van de dag zijn in de politiek. (NOS, zaterdag 16 december 2023)

Dehumanisering, dat is ontmenselijking.

Mensen niet meer zien als mens maar als nummer of dossier.

Mensen niet meer benaderen als een individu met een eigen verhaal, maar iedereen over een kam scheren.

Onze samenleving wordt gekenmerkt door wantrouwen, verruwing en ik houd mijn hart vast voor wat ons nieuwe politieke landschap zal betekenen voor onze inclusieve samenleving. Of er nog ruimte zal zijn voor álle mensen.  

 

Ondertussen woeden er op verschillende plekken op de wereld vreselijke oorlogen.

Wat mensen wordt aangedaan in Gaza en Israël wordt met afschuw bekeken, ‘onmenselijk’ genoemd. Net als de omstandigheden van het opvangcentrum in Ter Apel. Onmenselijk. Ongelofelijk dat we dat laten gebeuren. Ongelofelijk dat mensen in staat zijn tot gruwelijke daden en toch is het aan de orde van de dag. In die wereld leef ik. Een wereld die wordt getypeerd met woorden als onmenselijk en ontmenselijking. Hoe blijf ik mens in die wereld?

 

de mens in het Kind

Het antwoord op die vraag begint vanavond bij een kind.

Hulpeloos kind in een stille nacht.

Een kind dat een beroep doet op onze zachtheid, onze tederheid.

Een kind dat aanspraak maakt op ons hart.

En daarmee redt het de menselijkheid in ons.

Wie kan onbewogen blijven bij het zien van een kind?

Een kind in een oorlogsgebied.

De kinderen van de rekening.

Kinderen doen een beroep op ons gezonde verstand.

Zij doen een beroep op ons instinct om te zorgen, om te bewaren voor gevaar,

om lief te hebben. God zelf doet in het kind een beroep op ons om mens te blijven.

 

Het hulpeloze kind is een heilig kind.

Het is de spiegel waarin wij onszelf zien zoals God ons bedoeld heeft.

De mens opnieuw geschapen, de nieuwe Adam, mens en medemens.

In dat kind wordt de menselijkheid veilig gesteld.

‘Heiland’ wordt Hij genoemd.

Hij die heel maakt, Hij die de gebroken mensheid toekomst geeft.

Een heel leger aan engelen zingt om te bevestigen dat God de mensen niet opgeeft.

Hij heeft een welbehagen in ons. Hij heeft ons lief. Dát is voor mij dit jaar de belangrijkste boodschap: God gelooft in mensen en in ons vermogen om mens te zijn.

 

De evangelisten Lucas en Johannes vertellen ieder op hun eigen wijze over dat kind. Lucas vertelt over dat hele kleine, kwetsbare, tegenover de verhevenheid van keizer Augustus. Die vanuit wantrouwen zijn rijk regeert en wil dat iedereen zich laat inschrijven.

Hij zegt ‘ga’ en mensen gaan, zwervend langs ’s Heren wegen.

Maar ergens in een hoekje van dat grote Romeinse Rijk waar mensen geen naam mogen hebben zijn er twee, Jozef en Maria, gekend, gekozen door God, en die krijgen een kind. Jezus. God redt betekent dat.

Voor wie het wil horen vertelt Lucas een verhaal dat als een klein lichtje in het donker begint te branden.

 

Johannes begint bij het licht.

Het eerste woord dat God sprak en waarmee alle leven is begonnen.

Dát woord is mens geworden.

Een mens bij God vandaan, vol van goedheid en waarheid, in wie zijn tijdgenoten iets van Gods liefde en genade herkenden. Gods Zoon, sprekend zijn Vader.

Als we elkaar de vraag stellen hoe je méns blijft, vinden we in Jezus een voorbeeld. Wantrouwen was hem vreemd.

Hij zag in ieder mens een geliefd schepsel van God. Geen nummer.

Geen probleem om op te lossen of uit de weg te ruimen.

 

menswording

Met Kerst gaat het over menswording.

Over hoe Gods belofte zich hecht aan handen en voeten, aan adem, aan hart en ziel.

Het gaat over hoe wij mens worden nu we opnieuw hebben gehoord van engelen, vrede, licht, een kind.

En hoe graag we de wereld ook even zouden buitensluiten deze dagen,

wij zijn ín deze wereld geroepen om van Gods licht en vrede te getuigen.

Want wij gedenken dat God voorgoed in déze wereld kwam.

Als bron van kracht en hoop, als teken van toekomst.

Dát is het goede nieuws voor wie tot aan de rand van het bestaan gedreven zijn,

voor diegenen die onmenselijk leed wordt aangedaan.

Het is de aansporing om niet op te geven,

om gelovig door de wereld te gaan

en zélf de mens te zijn in wie Gods woord, Gods licht gestalte krijgt.

This entry was posted in Preken

PG De Open Hof ~ Oud-Beijerland

overweging in de kerstnacht: Het moet ergens beginnen

 

uit de Bijbel: Jesaja 9:1-6a en Lucas 2: 1-20

 

een ander kerstverhaal

Groep 8 is dat jaar aan de beurt om het kerstspel te verzorgen tijdens de schoolviering. De meester verdeelt de rollen. Peter moet de herbergier maar wezen. De drukteschopper van de klas, geen hoogvlieger. Wat er van die jongen terecht moet komen. Hij is ook groot en fors. De meester zal wel gedacht hebben dat Peter met zijn postuur de woorden uit het kerstspel kracht kan bijzetten en Jozef en Maria de toegang tot de herberg kan weigeren.

Op de avond van het kerstspel zit de zaal vol. Het moment breekt aan dat Jozef en Maria aankloppen bij de herberg in Bethlehem. Peter zwaait de deur open en vraagt: Wat willen jullie? Jozef vraagt om onderdak, voor hem en zijn zwangere vrouw. Heeft u niet een klein plaatsje voor ons, mijn vrouw moet bijna een kindje krijgen. De herbergier luistert en aarzelt. Hij kijkt naar Maria en dan weer voor zich uit. Daar zal je het hebben, hij is zijn tekst kwijt. De meester fluistert het indringend voor:

Nee, ga weg!

Nee, ga weg, zegt Peter gehoorzaam na. Jozef en Maria keren om en gaan langzaam weg. Peter staat hen na te kijken in de deuropening. Opeens roept hij: nee, niet weggaan. We vinden wel een plekje! Neem anders mijn kamer maar. De andere spelers zijn boos. Peter had zich aan de tekst moeten houden. Het kerstspel is mislukt. Je kunt de geschiedenis niet herschrijven.

Maar de vraag die het kerstverhaal aan ons stelt, elk jaar weer, is juist of wij wél de teksten willen herschrijven; de vraag is of wij willen afwijken van het script dat voorligt.

 

alles ligt vast

Het script ligt vast.

Waar Quirinius het bewind over de Romeinse provincie Syrië voerde, heerst nu al elf jaar oorlog. Syriërs wonen in vluchtelingenkampen in de regio of trekken naar veilige landen. Het is een oorlog die we bijna vergeten zijn omdat sinds februari het geweld en het machtsvertoon zo dichtbij is gekomen. Het is niet moeilijk om in onze tijd keizers aan te wijzen.

Het script ligt vast. Ook vandaag worden er kinderen geboren, zonder een thuis, onder armzalige omstandigheden. Negen maanden na het begin van de oorlog in Oekraine worden de eerste oorlogsbaby’s geboren. In Jeruzalem is nog altijd geen vrede. Er kloppen nog altijd mensen op deuren die gesloten blijven. Tenzij…. iemand zich niet aan zijn tekst houdt.

Tenzij iemand de rol die hem of haar is toebedeeld weigert nog langer te spelen. En iets anders doet, iets hoopvols zegt. In verzet komt. Protesteert. Alles om een verhaal dat vast ligt open te breken.

 

Ook ons eigen verhaal kunnen we zo vertellen dat het lijkt of alles vastligt, geen beweging te krijgen in dat vastgelopen verhaal van ons. We houden onszelf voor dat het nooit beter wordt dan dit. Dit grote verdriet, deze mislukking, we zullen nooit meer gelukkig zijn. We kunnen ons verhaal vertellen vanuit de moedeloosheid, de wanhoop. Of juist vanuit de berusting, de onverschilligheid. Zou het niet geweldig zijn als iemand zich dan niet hield aan zijn rol en iets totaal anders zei of deed; als iemand jouw verhaal zou vertellen vanuit het perspectief van de hoop.

 

het moet ergens beginnen

Onze God neemt geen genoegen met verhalen die hopeloos zijn; hij neemt geen genoegen met mensen zonder hoop, met een wereld zonder vrede. Zijn eerste woord, zijn eerste daad, was ‘Licht!’ En daarmee veranderde meteen alles. God houdt zich niet aan het script. Als menselijkerwijs de mogelijkheden zijn uitgeput, als er een impasse is ontstaan, als de dood dreigt, dan houdt God de weg open. Hij brengt verandering als alles het oude liedje is. Hij houdt zich niet aan teksten die mensen spreken. Hij speelt een andere rol. Licht in het duister. Goedheid in kwaad. Leven in dood. God is als Peter.

Tegelijkertijd is God helemaal niet als Peter, want God houdt zich altijd aan zijn Woord.

De geboorte van Jezus is daarvan een sprekend teken. In dit kind, in deze mens, verbindt God zich aan de mensen, voor altijd en eeuwig. Dát vieren we vanavond.

 

Maar op die dag, lang geleden, had bijna niemand er erg in. Het vond allemaal plaats in een klein hoekje van de provincie Syrië, in dat kleine landje Israël, in het onooglijke plaatsje Bethlehem, ergens in een obscure stal. Het moet ergens beginnen. Dat moet ook Lucas hebben gedacht toen hij zijn goede boodschap begon te schrijven. ‘En het geschiedde’ schreef hij. Er begon iets te dagen. In dat grote rijk van Augustus lichtte iets op dat tegen alles in zou gaan. Iets dat inging tegen de gevestigde orde.

 

Gelukkig was er een engel bij om ons uit de droom te helpen. Anders hadden we er nooit van geweten. Zo’n klein begin was het. Een teken eigenlijk, een vingerwijzing van wat er vanaf dat moment mogelijk zou zijn.

Er moest zelfs een hemels leger aan engelen aan te pas komen om de goede boodschap voor het voetlicht te brengen. Vrede op aarde voor de mensen die God liefheeft! Gelukkig dat ze er waren en dat de herders het lied hoorden en er hun conclusies uittrokken: kom, laten we gaan zien wat we hebben gehoord. Het moet ergens beginnen. Dan maar bij herders. Dat zal dat kind tenslotte ook worden; goede herder.

 

Het verontrustende van het kerstverhaal is dat het je makkelijk kan ontgaan. Dát het ergens is begonnen. Dat het nog steeds ergens kán beginnen. Je ziet maar zo de hoopvolle tekenen over het hoofd. In het geweld van alle wereldnieuws, in de ruis van alle nepnieuws, kan het goede nieuws je maar zo ontgaan. Iets van vrede laat zich niet eenvoudig benoemen als harde woorden en geweld zo nadrukkelijk aanwezig zijn. En als het gaat over je eigen zorg en zeer, dan moet je maar net oog en oor hebben voor dat kleine hoopvolle, liefdevolle, dat tot jou probeert door te dringen.

Het is dan ook kwetsbaar. Niet voor niets is het teken een kind. Het moet de kans krijgen om te groeien. Om ons met al zijn kwetsbaarheid en hulpeloosheid te raken in ons hart; Het moet de kans krijgen om aanspraak te maken op onze tederheid.

 

Je moet het misschien ook wel wíllen zien. Er spreekt zoveel tegen. Het donker van de nacht. Het ontheemde van zijn geboorteplaats, de armzaligheid van zijn slaapplek. Hoe zou zo’n baby nu het verschil kunnen maken?

Toch hebben de herders er méér in gezien. Als ze weggaan bij het kind loven en prijzen ze Gód. Ze hebben hém gezien.

 

een ander verhaal

Het kerstverhaal wil ons niet vertellen dat alles gaat zo als het gaat en dat er nooit iets zal veranderen. Al vertelt het wereldtoneel misschien van wel. Kerst nodigt ons uit om aangeleerde teksten te vergeten. Om vanuit ons hart te acteren. Dus zet een eerste stap in een vastgeroeste situatie. Wees ook eens de minste en doe een poging tot verzoening. Doe iets onverwachts, verras een ander en verbaas jezelf. Laat je niet souffleren door wat anderen zeggen of vinden maar open je hart. Het moet tenslotte ergens beginnen. Waarom dan niet vanavond, hier bij ons.

This entry was posted in Preken