Jan 07, 2023

In de woestijn

overweging op zondag 8 januari 2023                  PG De Open Hof ~ Oud-Beijerland

 

uit de Bijbel: Deuteronomium 5: 6-22a en Lucas 4: 1-13

uit het Nieuwe Liedboek: Een mens te zijn op aarde, 538

 

heb je een keuze?

Op Facebook kondigde ik het thema van de dienst aan: We lezen over Jezus’ verzoeking in de woestijn. Welke keuzes heb je als je bent teruggeworpen op jezelf? Heb je dan nog wel wat te kiezen. Onder het bericht ontspon zich een klein gesprek.

‘Je hebt nooit iets te kiezen, er wordt voor je gekozen’, schreef iemand. Het leven, met zijn bitter en zijn zoet, overkomt je terwijl je andere plannen maakt.  Of misschien bedoelde de schrijfster dat ons leven in Gods handen is en dat Hij de weg wijst naar de toekomst. Iemand reageerde daarop met een opmerking over de menselijke verantwoordelijkheid. Dus je hebt altijd wat te kiezen.

 

Eigenlijk hebben ze beide gelijk. Je hebt niets te kiezen. Het leven overkomt je grotendeels. Meestal door factoren die buiten ons bereik liggen. Plannen die je maakt worden zomaar doorkruist. Dromen die je droomt spatten uit elkaar. Het loopt altijd anders dan je had gehoopt of verwacht. De mens wikt, God beschikt.

 

Had Jezus wat te kiezen toen Hij in de woestijn terecht kwam. Hij werd er naar toe geleid door de Geest. Kon Hij niet anders? Of had Hij de behoefte om te overdenken wat er was gebeurd: hoe Hij gedoopt was en dat een stem uit de hemel zei: jij bent mijn geliefde Zoon. Ging Hij daarom naar de woestijn?

 

woestijn

Woestijn is Bijbelse beeldspraak. Het is de plek waar een mens naartoe vlucht, zoals Mozes dat deed. De plek waar een mens ronddwaalt, hopend op een betere tijd, zoals de Israëlieten, onderweg naar beloofd land. Het is de plek van de teleurstelling, waar Elia onder een struik kroop en bad dat hij dood was. Het is de plek waar Johannes de Doper zich terugtrok en sprak over omkeer, verandering. Het is er droog en dor, eenzaam en eindeloos. Er is niet veel voor nodig om daar terecht te komen. En meestal kies je er niet voor. Het overkomt je. Dat akelige nieuws dat je leven op zijn kop zet; die gebeurtenis die je niet zag aankomen of die onverwachte uitkomst van een beslissing die je nam. In die woestijn kom je jezelf tegen. Wie ben ik? Wat wil ik? Wat overkomt mij? Hoe overleef ik dit? Waar is God in dit alles?

En juist als je wordt teruggeworpen op jezelf word je geconfronteerd met de hoogten en diepten in jezelf. Je komt jezelf tegen in de heilige Geest én in de duivel, in je innerlijke krachten én in je angsten en zwakheden.

We kiezen niet voor die woestijn. Maar we hebben wel degelijk keuzes als we in een woestijnperiode terecht zijn gekomen.

 

 

 

Je hebt een keuze

Voor de leesclub van De Open Hof lees ik op dit moment De keuze, van Edith Eva Eger. Zij heeft haar eigen woestijnervaring gehad toen zij als zestienjarig joods meisje werd gedeporteerd naar Auschwitz. Zij onderging vreselijke dingen maar verloor zichzelf er niet in. Ik citeer uit haar boek: ‘We kunnen er niet voor kiezen om de duisternis te laten verdwijnen, maar we kunnen ervoor kiezen het licht te koesteren.’ (blz 186) Zij kiest ervoor om hoopvolle dingen te blijven denken, en zelfs te doen. In alles wat haar wordt aangedaan, in het geschreeuw en gecommandeer, blijft zij trouw aan zichzelf en vasthouden aan de hoop dat er een morgen zal zijn. En waar anderen verbitterd afscheid namen van God -waarom laat Hij dit gebeuren!? – hield zij zich eraan vast dat niet God de leiding had over de concentratiekampen. Ze wil zich niet verliezen in de gruwelen maar wil vasthouden aan God in haar verwondering, in de onschuld, in het goede in de mens, dat niet is gestorven. Zelfs niet in nazi-Duitsland.

 

Hoe kiezen wij, mens op deze aarde, in deze wereldtijd…. (NL 538) een tijd waarin we het nog nooit zo goed hebben gehad, terwijl tegelijkertijd de zorgen groot zijn. Wereldwijde zorgen, maar ook in de wereld van ons eigen huis, ons eigen gezin. Een mens te zijn…. dat is leven met dood, met vrede en strijd, met honger en dorst, vragen en angsten. Het test je. In de woestijn kan alles waar we in geloven, alles dat ons moed en kracht geeft, aan het wankelen worden gebracht. Het is een krachtproef; je kracht wordt op de proef gesteld. Geloof je er nog in, in jezelf, in toekomst, in God? Kun je je roeping trouw blijven – een mens te zijn- ? Wil jij het licht in jezelf koesteren? 

 

kiezen voor het licht

Als Jezus op zijn kwetsbaarst is, alleen, hongerig, voert hij tweestrijd met een tegenstem. Hij hoorde uit de hemel: Jij bent mijn geliefde Zoon. En nu klinkt de tegenstem: Áls jij de Zoon van God bent… als dat écht zo is.. door het zo te stellen is er ruimte gemaakt voor ja of nee, voor twijfel, voor onzekerheid over zijn roeping. Heeft Hij het echt gehoord? Wat is het waard? Kan Hij vertrouwen op die hemelse stem?

 

Lucas wil ons vertellen dat Jezus, zelf als Hij wordt getest, overeind blijft. Hij blijft trouw aan zichzelf, aan waar Hij in gelooft en trouw aan zijn roeping. Hij vindt zijn bemoediging in de Bijbel. Hij lijkt op ons, zegt de schrijver van de brief aan de Hebreeën. Net als wij is Jezus op de proef gesteld. Hij kent ons in onze zwakheid. Weet hoe kwetsbaar ons geloof is. Hij kent de demonen in ons die niets op hebben met geduld hebben of met volharden. Hij kent dat duivelse dat liever meteen de honger stilt, de leemte vult met een makkelijke oplossing, een doekje voor het bloeden. Jezus kent ons in ons verlangen naar macht, naar erkenning, gezien zijn. Hij kent ook onze zelfoverschatting, hoe wij soms het leven tarten. Jezus laat zich niet uitdagen. Het gaat hem niet om macht, niet om eer en overheersing. Het gaat hem om de macht van het kleine, het zachtmoedige. Hij zal ook niet God uitdagen om hem te redden met zijn engelen. Jezus is zuinig op zijn leven. God heeft hem nodig.

 

 

leid ons niet in verzoeking

Het was niet eenmalig. De duivel liet hem met rust, voor een tijd…. Jezus is meerdere keren getest. Door de mensen die hem vragen zich te bewijzen met een teken uit de hemel. Farizeeën en wetgeleerden zullen proberen hem uit de tent te lokken met moeilijke vragen. (oa Luc 10: 25; 11:16) Hij zal  trouw blijven aan waar Hij in gelooft. Tot het moment, vlak voor Hij wordt uitgeleverd, dat Hij doodsbang is en bidt: Neem deze beker van mij weg.. maar laat niet wat ik wil, maar wat U wilt gebeuren. (Luc 22:42) En dan komt er wél een engel om Jezus te helpen om het vol te houden.

 

Jezus kent ons. Hij weet dat we wankel zijn in ons geloof. Daarom heeft Hij ons leren bidden: Breng ons niet in beproeving (vertaling NBV’21) -leid ons niet in verzoeking-, maar red ons van het kwaad.  Er is geen roeping zonder test, zonder het voortdurend kiezen voor de juiste weg. Er is geen geloof zonder beproeving.

 

Wij mogen terugvallen op wat Jezus deed.

Sla Bijbelteksten op in je hart en vindt daar richting in en kracht. Blijf dicht bij God en vertrouw op hem. Onthoud je roeping: het brengen van Gods licht in de wereld. En zeg nee tegen de stemmen die je teruglokken de duisternis in. (Tom Wright)

This entry was posted in Preken

overweging op zondag 6 maart 2022        PG De Hoeksteen ~ Numansdorp

eerste zondag van de 40-dagentijd

 

uit de Bijbel: Psalm 91: 1-4; 11-12 en Lucas 4: 1-13

 

lied na de overweging: Hij die gesproken heeft een woord dat gáát, NL 362

 

een kostbare kwetsbare zaak

‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.’ Die woorden klinken uit de hemel als Jezus is gedoopt. Gods Geest daalt op hem neer. Je zou denken dat Jezus nu vol goede moed aan de slag kan. Maar in plaats daarvan trekt Hij zich terug in de woestijn.  Na veertig dagen zwerven, zonder onderdak, zonder gezelschap en zonder eten is hij vermoeid en verzwakt, en kwetsbaar. Zal Jezus zich kunnen vasthouden aan het woord uit de hemel, aan de Geest die in hem is? Of zal hij kwetsbaar zijn en zich overgeven aan andere krachten en machten? Zal hij eraan gaan twijfelen dat hij Gods kind is?

 

Ons geloof is een kostbare zaak. Het kan bemoedigend zijn, troostend, het geeft houvast. Dat er een adres is om te bidden, liederen om op terug te vallen…. Als ik niet had geloofd dat God bij me was, had ik het niet gered, zeggen mensen soms. Of; ik voelde me gedragen. Een kostbare zaak, en tegelijkertijd een kwetsbare zaak. Er kan maar zo een moment komen dat we op de tast onze weg zoeken. Er zijn situaties dat we geconfronteerd worden met struikelblokken, met eenzaamheid, met honger, met woestijn. Met een oorlog dichtbij. Of we worden gewoon in beslag genomen door andere dingen, ons gezin, ons werk, de dagelijkse dingen die ons opslokken. En dan ontdek je hoe kwetsbaar je geloofsbagage is. Het kan maar zo op de proef worden gesteld.

 

verwarring

We kunnen maar zo in verwarring worden gebracht over de waarde van ons geloof. Of we raken verstrikt in vragen, dilemma’s die ons in tweestrijd brengen. Er is altijd wel iemand die ons moeilijke vragen voor de voeten gooit: jij gelooft toch in God? Waarom doet Hij niets aan de ellende in de wereld?

Waarom heeft Hij niet ingegrepen toen Rusland Oekraïne binnenviel. Je kan wel mooi geloven, maar geef daar maar eens antwoord op. Waarom zou je bidden of klokken luiden.

Misschien ben jij het zelf die het je lastig maakt: ik bid toch tot God? Waarom wordt mijn gebed niet verhoord? Of: waarom overkomt mij dit toch?

En: Ben ik écht wel Gods geliefde kind? Wat is er na dit leven en zal dat ook voor mij zijn? Het lijken terechte vragen en tegelijkertijd weet ik dat er geen antwoorden zijn en dat we misschien andere vragen moeten stellen. Maar welke dan?

 

Het is precies dat wat ‘duivel’ is. Diabolos in het Grieks. Dat betekent: door elkaar gooien, verwarring zaaien. Als jij de Zoon van God bent….. zegt de verwarring-zaaier…  Als dat echt zo is…… door die openingszin is er ruimte gekomen voor ja én nee, voor twee antwoorden, voor Zweifel, tweestrijd. Vragen die in onszelf leven, of vragen van anderen, hebben die macht in zich. Dat we beginnen te twijfelen. Twijfelen of we echt wel een kind van God zijn. Twijfelen of het allemaal wel waar is. Tweestrijd of God nu wel of niet bij je is.

 

De verwarring-zaaier kent onze zwakke plekken en speelt daar met zijn vragen op in. Honger. Het gevoel iets tekort te komen, ons verlangen naar iets. Hij daagt Jezus uit om zijn honger te stillen en van een steen een brood te maken. Met die God van jou hoef je toch geen gebrek te lijden, je hoeft toch niet te kort te komen? Maar dat is natuurlijk niet waar. Ook de kinderen van God kennen gebrek, tekort. Wij hebben allemaal onze verlangens, die soms heel terecht zijn. Verlangen naar liefde, naar vrede. Verlangen naar een kind. Verlangen naar troost in ons verdriet. Verlangen naar iets of iemand die de leegte in ons vult. Kan God dat niet opvullen? Ziet hij ons soms niet? Welke plaats geven wij God in dat verlangen? Gaan we voor de snelle vervulling of durven we het uit te houden met ons onvervulde verlangen. Durven we erop te vertrouwen dat Hij ons zal geven wat we nodig hebben. Al is dat lang niet altijd wat we ook willen.

 

broodnodig

De duivel ziet ook onze worsteling met de dood, de strijd, de honger en dorst, de kommer en koorts (NL 538:3) en biedt ons snelle antwoorden, snelle stilling van de honger. Hij heeft niets op met geduld, met volharding. Hij sluit jouw ogen voor wat er wél is; aan innerlijke kracht en uithoudingsvermogen, aan liefde en moed. Hij speelt in op jouw kinderlijk verlangen: ik wil het en ik wil het nu.

Maar een brood uit steen vult onze lege maag, voor even; dicht het gat in ons bestaan, voor even. Maar wat blijvend van waarde is niet het brood. Jezus zegt: De mens leeft niet van brood alleen. En je kunt er achter aan denken: ‘maar ook van de woorden die Heer spreekt.’ (Deut 8:3, Bijbel in Gewone Taal)

Gods woorden gaan voorbij datgene wat ons voor even gelukkig maakt. En ze brengen ons bij een oud verhaal over Gods kinderen in de woestijn. Zwervend, zonder onderdak en bij vlagen hongerig, leerden zij te leven met tien woorden. Woorden die leven geven en behoeden, woorden die mensen aanwijzen op God en op elkaar, woorden die mensen ertoe inspireren om niet alleen voor het eigen geluk te gaan maar te leven in het breder perspectief van de samenleving die God voor ogen staat.

Dat woord dat God gegeven heeft gáát. We zingen er zo van. Het is in beweging. Het wijst de weg ten leven. (NL 362)

 

vertrouwen

Nog een tweede keer wordt er duivelse verwarring gezaaid: Áls jij de Zoon van God bent, spring dan naar beneden. Jij gelooft toch dat engelen over je zullen waken? Jij vertrouwt er toch op dat God je niet te pletter zal laten vallen? Waarom spring je niet?

Is dat inderdaad geloof? Dat je jezelf blindelings naar beneden stort en dat God maar moet voorkomen dat jou iets overkomt? Het is eerder hoogmoedig.

Is dat vertrouwen? : God zegene de greep en ik ga mijn eigen gang? Wat zegt dat over onze eigen verantwoordelijkheid, het grootste geschenk dat God ons heeft gegeven?

Heel slinks citeert de verwarringzaaier maar een deel van het Psalmvers (91:11). Engelen zullen toch over je waken, zegt de duivel. Hij vergeet erbij te citeren: ‘waar je ook gaat.’  In het oude vertaling lazen ze: ‘want Hij zal aangaande u zijn engelen gebieden, dat zij u behoeden op al uw wegen’.

Wij geloven gaande de weg. Hij wijst ons de weg van de rechtvaardigen, de weg van de wet. (bijv Ps 1:6) En als we vallen, door eigen schuld, door het domme lot, dán is daar Gods draagkracht. Daar hoeven we niet aan te twijfelen. En we hoeven hem ook niet op de proef te stellen om zich tegenover ons te bewijzen. Hij is daar waar wij zijn. We hoeven niets te vrezen. Hij gaat met ons een weg van dagen.

 

nee en ja

Van oudsher leest de kerk op de eerste zondag van de veertigdagentijd het verhaal over de beproevingen. Dit verhaal zet de toon voor onze weg naar Pasen. Hoe zullen wij zinvol Pasen vieren? Dat kan door te versoberen met de versoberkaart. Door te resetten. En ons zelf weer eens de vraag te stellen: waar leef ik van? Wat houdt mij in leven? Wat zijn mijn koninkrijkjes, mijn verlangens die niets met God te maken hebben? En als laatste: wat draagt mij, wat is mijn grond onder de voeten? Al die vragen hebben antwoorden die van ons áf wijzen. Ze hebben te maken met de ander, met gerechtigheid, met Godsvertrouwen. Het zijn de antwoorden die Jezus gaf. Het zijn antwoorden die toekomst geven.

This entry was posted in Preken