Preek op zondag 2 maart 2025 PG De Achthoek ~ Scherpenzeel
Uit de Bijbel: 2 Samuel 22: 31-37
Lied: Psalm 91:1
Uit de Bijbel: Efeziers 6: 10-20
Lied: Woon in mijn dromen, LLO 54: 1, 2, 3 en 5
Moet je hard zijn om te overleven
Tot de tanden toe bewapend voor je eigen veiligheid
Moet je sluw zijn om te overleven
Voor als het zover is op het ergste voorbereid
Niemand meer vertrouwen
Altijd afstand houen
En overal op je hoede
Met dat ernstige vermoeden
Dat iedere belofte wordt gebroken met de tijd
Moet je hard zijn om te overleven
Knokken voor jezelf en alleen voor jouw belang
Zorgen dat je je nooit bloot zal geven
Je lach onder controle, je huilen in bedwang
Naar voren ellebogen
Kleppen voor je ogen
Nergens zwakke plekken
Honden, hoge hekken
En geloof en hoop en liefde achter het behang *
Moet je hard zijn om te overleven?
Je zou zeggen van wel.
Dat het noodzakelijk is om een beetje hard te zijn
om overeind te kunnen blijven in de wereld van vandaag.
Jezelf een beetje afschermen van al het nieuws dat nooit eens goed nieuws is.
Zorgen dat je niet kwetsbaar bent, niet gekwetst wordt.
Paulus heeft een hele brief geschreven aan de gemeente in Efeze.
Hij is blij met hen
en met het nieuwe leven dat zij door hun geloof in Christus hebben gekregen.
Dat nieuwe leven is als een jas die je aantrekt,
een nieuwe levenshouding die je je eigen moet maken,
moreel en spiritueel.
Hij beschrijft die uitgebreid in zijn brief
maar hij heeft er ook aandacht voor dat het niet eenvoudig zal zijn
om als nieuwe mensen door het leven te wandelen.
Paulus weet dat gelovigen zich in een enorm krachtenveld begeven
en daarin kwetsbaar zijn:
Hij schrijft over hemelse vorsten, heersers en machthebbers van de duisternis,
kwade geesten in hemelsferen…
Misschien is het voor ons moeilijk voor te stellen dat er kwade geesten actief zijn
maar dat er kwaad is zal niemand ontkennen.
Kwaad dat strijd voert tegen het goede.
Kwaad dat infiltreert, valse ideologieën verspreidt, kapot maakt.
Dat kwaad moet bestreden worden, ontmaskert.
Ook onze tijd kent zijn demonen.
En al lijkt het soms wel zo, wij staan daar niet machteloos tegenover.
Dat is wat Paulus schrijft aan het einde van zijn brief.
Tenslotte, schrijft hij.. tenslotte, zoek uw kracht in de Heer, in de kracht van zijn macht.
Je bent niet krachteloos, niet machteloos.
Waarom niet?
Omdat wij geloven in Jezus die de dood heeft overwonnen.
Wij houden ons staande in deze wereld
vanuit de diepe overtuiging dat we aan de goede kant staan,
aan de kant van Hem die het kwaad heeft overwonnen.
Onze kracht komt van God en Hij wapent ons met geloof, hoop en liefde.
Daarmee gaan wij de strijd aan met het kwaad in ons leven, in de wereld.
En als geloven voor jou niet voelt als strijden,
dan kun je je afvragen
of je niet zonder het zelf te weten bent ingedut, krachteloos geworden of onverschillig.
Tenslotte, zoek uw kracht in de Heer. En trek de wapenrusting van God aan
om stand te kunnen houden tegen de listen van de duivel.
De duivel die geloof op de proef stelt, die vertrouwen doet wankelen
en met gespleten tong tweespalt zaait tussen mensen, polariseert.
Jouw kracht ligt in God, in de liefde van Christus.
Daarvan is jouw wapenrusting gesmeed.
Het grootste gedeelte van die uitrusting is bedoeld ter bescherming.
Het is in de eerste plaats bedoeld om veilig te stellen wat er ín die uitrusting zit.
Jouw integriteit als christen, jouw vertrouwen op God, jouw hart,
jouw geloof, hoop en liefde.
Die krijgen het in de wereld van vandaag hard te verduren.
Maar jouw vertrouwen op God is als een schild.
Terwijl om jou heen de meningen, oordelen, nieuwsberichten, -al dan niet fake-,
over elkaar heen buitelen, sta jij pal met de waarheid als een gordel om je heupen.
Jouw spreken zal oprecht zijn en geen olie op het vuur van de verwarring gooien.
Terwijl jij je óveral druk om zou kunnen maken,
niet in de laatste plaats over wat je zelf nodig hebt,
is de gerechtigheid jouw harnas.
Het evangelie van de vrede draag je als sandalen aan je voeten.
Dat bepaalt jouw koers. Jouw voeten gaan over het pad dat het evangelie wijst.
Jouw hoofd, jouw gedachten, bezwaren en angsten,
worden beschermd door de helm van verlossing. Het is goed; jij bent goed.
Gordel, harnas, sandalen, schild en helm hangen om ons lijf als kleding.
Het enige echte wapen dat Paulus noemt is het zwaard.
Daarmee kunnen we van ons afslaan.
Met woorden die tegengas geven;
tegengif zijn tegen alles wat over een mens wordt uitgestort.
Woorden die van genade weten, van vrede, van liefde.
Met die woorden komt zachtheid mee, verzet tegen de verharding en verruwing.
Er komt hoop in mee, en de energie om hoopvolle dingen te doen.
Het zijn woorden die verbinden
in een samenleving waar mensen ook zo op zich zelf kunnen zijn;
of op zichzelf terug geworpen worden.
Wie vecht met de wapenrusting van God is niet uit op agressie of geweld.
Die is juist ontwapenend anders. De wapens van God zijn zachte krachten;
de druppels op gloeiende platen, het water naar de zee.
Wie strijdt vanuit waarheid en gerechtigheid
weet dat een brood iemand redt van de honger,
dat een hand omhoog trekt uit ellende en dat een goed woord troost.
Paulus weet dat dat niet makkelijk is.
Hij zit in de gevangenis omwille van het evangelie.
Maar ook dáár ziet hij zich als een gezant van dat evangelie.
Hij laat zijn hoofd niet hangen, bezorgd over zijn eigen toekomst;
hij sluit zich niet verbitterd af
maar vraagt om gebed, zodat hij het vol kan houden.
Laten wij óók bidden om die Geest.
Moet je hard zijn om te overleven?
Onverschillig voor de wanhoop,
onkwetsbaar voor verdriet
Met geen ander doel om naar te streven
Dan ieder voor zichzelf, verschanst op zijn gebied
Met niemand iets te maken
Koel berekenend schaken
Op kansen blijven loeren
Om de anderen te vloeren
Dan zal je overleven,
maar leven is dat niet.
* Paul van Vliet, Over Leven, 1997