Blog

Tranen

Tranen

Het verdrietige nieuws van het ongeluk bij Overberg waarbij een jongen uit Scherpenzeel omkwam maakt ons stil. Ruw worden we eraan herinnerd hoe kwetsbaar we zijn, hoe machteloos als het kostbaarste ons wordt afgenomen. Ons gebed is voor zijn ouders en broertje, voor zijn familie, voor zijn vrienden, ook hier in De Achthoek. Het is onbegrijpelijk. Op de vraag naar het waarom zullen we geen antwoord krijgen maar hij mag wel worden gesteld. Onze vragen bij het leven dat ons overkomt, onze boosheid, onze tranen, mogen we neerleggen bij God. We mogen huilen en klagen, het uitschreeuwen desnoods. God is er tegen bestand, als een dijk tegen opwassend water.

David leert ons dat met zijn Psalmen. Alles wat hij voelt en meemaakt brengt hij bij God. En altijd zal hij óók het vertrouwen verwoorden dat God erbij is. Zelfs als dat vertrouwen wankel is of aangevochten. Van David is het gebed: ‘Vang mijn tranen op in uw kruik.’ (Psalm 56:9) En in dezelfde Psalm: ‘Op God vertrouw ik.’ Dat is geen goedkope of voorbarige troost. Er is ruimte voor het verdriet; onze tranen mogen er zijn voor God. Maar David weet wat de grond onder zijn voeten is.

Vandaag bidden we God voor wie huilen, voor wie rouwen, dat Hij troostend nabij zal zijn. 

 

(afbeelding: Mensbootje)