Blog

Gods wapens

overweging op zondag 9 mei 2021  zondag ‘Rogate’

 

PG De Open Hof ~ Oud-Beijerland

 

Waar Paulus verschijntom het evangelie te verkondigen

ontstaan altijd onrust en relletjes.

Dat ligt aan Paulus: hij neemt geen blad voor de mond en wat hij te vertellen had over de opstanding van Jezus gaat vóór alles.

Het ligt ook aan de omgeving.

Veel Joodse gelovigen zitten er helemaal niet op te wachten om hun geloof in een ander licht te gaan zien.

De Joodse leiders kunnen hem niet uitstaan.

Maar ook onder de heidenen zorgt Paulus regelmatig voor commotie, zoals bijvoorbeeld in Efeze. Daar staat de tempel van Artemis en rond de tempel wordt veel geld verdiend aan het verkopen van souvenirs, kleine tempeltjes. Als Paulus roept dat er maar één God is, en dat de andere goden nep zijn, raakt hen dat in hun handel. (Dat kun je lezen in Handelingen 19: 23vv) En zo komt het dat Paulus regelmatig met geweld de stad uit wordt gegooid, wordt bedreigd met geweld en zelfs in de gevangenis belandt. Dan is het geen wonder dat hij in een van zijn brieven schrijft over zijn wapens. Het zijn wel heel andere wapens dan de Romeinse soldaten in zijn omgeving dragen.

 

uit de Bijbel: Efeziërs 6: 10-20

 

kaartje

Vorig jaar, toen corona net begon, heb ik bij veel mensen een kaartje in de bus gedaan. Ik schreef er bij veel mensen dezelfde tekst op. Omdat die mijzelf aansprak en moed gaf in die onzekere eerste coronamaanden. Toen we nog geen idee hadden wat ons boven het hoofd hing. Die tekst staat in Jozua: ‘Wees vastberaden en standvastig, laat je door niets weerhouden of ontmoedigen, want waar je ook gaat, de Heer, je God, staat je bij.’ (Jozua 1: 9) Ik had het nodig om tegen mijzelf te zeggen wat Paulus ook schrijft aan Efeze: houd stand, blijf overeind. En vergeet niet dat God bij je is. Hij is er ook bij als jij te kampen hebt met moeilijkheden.

 

tweestrijd

Ik noem het ‘te kampen hebben’ maar Paulus zegt: strijd. Strijd tegen kwade krachten en machten die overal om ons heen zijn. En waarvan we soms ook deel zijn. Krachten die wereld willen in hun greep houden, duisternis, de hoogste kwade machten. (zie Ef 6:12 in Bijbel in Gewone Taal) Paulus noemt dat de listen van de duivel.

Waarom? Omdat de duivel de tegenkracht is die mensen uit elkaar drijft. Dat hoor je er in terug: diablo, diabolos, betekent ‘door elkaar heen gooien.

Waar het evangelie mensen bij elkaar wil brengen, en oproept tot eenheid en eensgezindheid, daar brengt de duivel met duivelse dilemma’s ons hoofd in de war.

 

Waar je in de Bijbel hoort over de duivel, daar gaat het over kiezen. Over verantwoordelijkheid nemen voor wat je gelooft. Over beslissingen nemen vanuit je geloof. Je herkent misschien de tweestrijd, het in de war zijn over wat je moet doen. Kies je wat juist is of kies je voor jezelf. Kies je voor wat jij op dat moment wilt, of voor wat de ander op de lange termijn nodig heeft.

 

Denk aan het moment dat Jezus op de proef werd gesteld door de duivel. Hij mocht kiezen. Brood voor zijn eigen honger, want hij had al 40 dagen zonder eten in de woestijn rondgezworven. Verleidelijk. Maar Jezus koos voor het Woord van God dat mensen voedt en altijd op het spoor van de medemens zet. (lees bijvoorbeeld Matteus 4)

 

Houd stand, zegt Paulus. Zet de eenheid van de gemeente niet op het spel. En zet ook je eigen integriteit niet op het spel. Blijf bij wat je gelooft. Neem daarom de wapens van God op om weerstand te kunnen bieden op de dag van het kwaad. Wapen je voor het moment dat het kwaad, in welke vorm dan ook, jouw leven binnenkomt. En dat kwaad kan een van alles zijn. Dat kan een verleidelijke kans zijn die jou voordeel brengt maar anderen niet; dat kan strijd zijn tegen ziekte of noodlot; dat kan jouw innerlijke strijd zijn tegen vragen en onzekerheid. Jij, u, weet zelf waar tegen je vecht, waar je mee te kampen hebt. Jij weet wat jouw weerstand aantast.

de wapenrusting

De wapens voor dat gevecht zijn Gods wapens. Ze vinden hun oorsprong in hem, niet in de mens. Niet in jou. Dan moet het wel zo zijn dat ze gesmeed zijn met zijn liefde, met trouw. Ik loop ze met jullie langs.

 

De gordel om je heupen is de waarheid. Je oprechtheid is wat de boel bij elkaar houdt. Ik denk opnieuw aan Jezus. Hij bracht in de praktijk wat hij preekte. Het waren geen vrome praatjes. Hij deed wat Hij zei en Hij zei wat Hij deed. Zo heeft Hij onder de mensen geleefd. (lees Johannes 1:14)

 

Je harnas is de gerechtigheid. Dat is de gerechtigheid die hoort bij Gods koninkrijk. Jezus zei: dáárover zou je je druk moeten maken. Niet over wat je zult eten of drinken; niet over wat je moet aantrekken. (Matteus 5:10)

De valkuil waarin we allemaal stappen is dat ons harnas zo vaak wordt gevormd door onze bezorgdheid over ons zelf, over ons huis, onze portemonnee, ons lijf. Dat kan ons zo in beslag nemen dat we dat koninkrijk soms laten wachten. Een andere valkuil is dat we ons zo pantseren dat geen mens onze echte ik te zien krijgt. Zo bang om onszelf te laten zien, bang om gekwetst te worden.

 

De sandalen aan onze voeten vragen naar onze bereidheid, onze tijd en aandacht, voor het evangelie van de vrede.

Willen we inderdaad onze voeten zetten op de wegen van vrede; op de weg die leidt naar een mens in nood; op de weg van de hoop. Laten wij onze voeten sturen door ons geloof? Ik moet eerlijk zeggen dat elk van de wapens die Paulus mij aanreikt een gewetensvraag inhoudt. 

 

In onze handen dragen wij een schild. Het is het schild waarover David zo graag zong. Het is ‘mijn Schild ende Betrouwe zijt Gij, o God, mijn Heer’. En ‘Ik bouw op U, mijn Schild en mijn verlosser’. Het is ons vertrouwen dat God ons beschermt tegen wat er op ons afgevuurd wordt. Met dat schild van geloof blijven we overeind. We klampen ons eraan vast. Ook hier zou je jezelf moeten afvragen of je jezelf er niet achter verschuilt; je verstopt achter vrome praatjes terwijl je verzuimt om je vijand, wie of wat dat ook mag zijn, onder ogen te zien.

 

Op ons hoofd is de helm van de verlossing. Wat er ook in ons hoofd omgaat, bezwaren, argumenten, angsten, daar bóven is het vertrouwen dat God ons redt van kwaad en dood. Wij kunnen van alles bedenken om níet te doen wat God ons vraagt, maar uiteindelijk is het niet wat wij bedenken maar wat Hij ons toedenkt; namelijk dat Hij bij ons zal zijn, waar onze wegen ook gaan.

 

Gordel, harnas, sandalen, schild en helm hangen om ons lijf als kleding.

Het enige echte wapen dat Paulus noemt is het zwaard. Daarmee kunnen we van ons afslaan. Met Gods Geest, Gods woorden. Dat is dus geen verbaal geweld. Maar dat zijn woorden van liefde en vergeving. En er zal vast ook wel eens gevraagd worden om iets níet te zeggen. Om geduldig te zwijgen of te verdragen.

 

Met liefde, met trouw, met waarheid, met hoop, gaan wij te lijf wat ons naar het leven staat. Het enige antwoord op kwaad is goed. Het antwoord op haat is liefde. De wapenrusting van God is niet uit op agressie of geweld. Maar is juist ontwapenend. Het brengt mensen bij elkaar. Terwijl de duivel mensen uit elkaar slaat.

We worden er dus geen krachtpatsers of geweldenaars door. Die wapenrusting van God legt eerder onze weerloosheid bloot. De wapens van God zijn dan ook zachte krachten; de druppels op gloeiende platen, het water naar de zee. Maar ook het brood dat van de honger redt, de hand die omhoog trekt, het woord dat iemand redt.

 

gebed

Wij zijn toegerust met zachte krachten. Ga er maar aan staan, in deze harde wereld. Maar denk eens aan David en Goliat. Toen David op Goliat af ging, ging hij niet in de wapenrusting die Saul hem had aangeboden. Dat paste hem niet, het was veel te groot. En al die anderen, die wél zo’n wapenrusting droegen, waren bevroren van angst. Wat wél bij David paste, was dat hij vertrouwde op God en op zijn eigen kwaliteiten als herder, als mens.

Paulus dringt daar ook op aan bij de gemeenteleden: vergeet je vertrouwen niet, vergeet niet te bidden. Vóórdat jij het gevecht aangaat, of als jij midden in je eigen gevecht zit, vergeet niet te bidden. Vergeet niet om je open te stellen voor wat de Geest je brengt: kracht, moed inzicht, wijsheid, bemoediging of terechtwijzing. Bid, zodat jij de juiste dingen zegt. Bid, zodat jij het goede doet. Bid, zodat je aangesloten blijft op Gods liefde. Bid dat je de moed niet verliest of bitter wordt over wat je met zachte krachten voor elkaar krijgt. Bid voor jezelf en bid voor elkaar.

En bid ook voor mij, zegt Paulus. Dat mij de juiste woorden worden gegeven. Dat ik vrijmoedig ben, het evangelie niet verhul. Ik weet dat ik het jullie niet hoef te vragen om voor mij te bidden. Of voor elkaar. Het is in het gebed dat wij elkaar dragen; daarin zit onze eenheid. In dat gebed zit ook onze kracht. Het verbindt ons met God in zijn liefde, ‘alles overwinnend wapen’. (Sytze de Vries, Nieuw Liedboek 791) Als ik jullie vandaag een kaartje zou sturen, om je moed te geven in wat je ook bezighoudt, zou dat nog altijd met dezelfde tekst zijn: Wees vastberaden en standvastig. Waar je ook gaat, de Heer, je God, staat je bij.