Dag Dominee - Mijmeringen

oudewijvenzomer

Wat een prachtige dagen hadden we de afgelopen week. Temperaturen ruim boven de 20 graden en bijna geen wind. In de volksmond heet dit een oudewijvenzomer. Gelukkig niet omdat dit mooie weer alleen bedoeld zou zijn voor oude wijven. Ik heb tenminste heerlijk in de tuin gezeten, om aan het eind van de middag nog even van de zon te genieten.

‘Oudewijven’ doelt op de ochtendnevel (witte wieven) die bij deze mooie dagen hoort en op de spinnenwebben die we dan in de tuin zien. Soms glinsterend van de dauw en bijna zilver in het morgenlicht. Alsof het de haren van oude vrouwen zijn, die ze tijdens het kammen zijn verloren. Zo dacht men vroeger dat de spinnenwebben de haren van de godinnen waren die de mensen hun lot toebedeelden.  

In de Bijbel lees ik dat geen haar van ons hoofd zal vallen buiten God om. God legt ons geen lot op maar Hij wéét wat wij meemaken en Hij is erbij. Op de draden van ons leven legt Hij zijn dauw. Dat is Bijbeltaal voor zegen. ‘Zijn goedheid is als morgendauw.’ 

mondkapje

Wat we niet zullen missen: de misprijzend getuite lippen, de naar beneden getrokken mondhoeken, de boos samengeknepen mond. Wat we zeker wel zullen missen zijn de glimlach, de mimiek en, voor wie slechter hoort, de woorden op de lippen. Des te belangrijker worden onze ogen, spiegels van de ziel. Zij zijn het meest oprechte deel van ons gezicht; ogen kunnen niet liegen en tonen in alle puurheid wat we voelen. Ze vullen zich met tranen of met sterretjes van plezier. Ze verharden van boosheid en verzachten van liefde. Je kunt je afvragen wiens ziel wordt weerspiegeld. De mijne? Of zie ik jou?

Een rabbi vroeg eens aan zijn studenten: Hoe weten we wanneer de nacht voorbij is en de dag is begonnen? De eerste antwoordde: Als ik over de velden uitkijk en onderscheid kan maken tussen mijn veld en dat van mijn buurman, dan is de dag begonnen. De tweede zei: Als ik over de velden uitkijk en onderscheid kan maken tussen mijn huis en dat van mijn buurman, dan is de dag begonnen. Een derde gaf als antwoord dat de dag is begonnen als je van ver een dier weet te onderscheiden en kunt zeggen of het een paard is of een schaap.

Bij elk antwoord keek de rabbi bedroefder en tenslotte riep hij: Jullie begrijpen het niet. Jullie hebben het over onderscheid en verdelen in wat van jou en van je buurman is. Maar is dat alles waartoe we in staat zijn? Is dat wat de Tora ons leert? De studenten keken geschrokken en vroegen: Maar rabbi, hoe weten we dan wanneer de nacht voorbij is en de dag is begonnen? En de rabbi antwoordde: Als je in het gezicht van de persoon die naast je staat kijkt en ontdekt dat deze persoon je broeder of je zuster is, dan is de nacht eindelijk voorbij en is de dag begonnen. Ik wens u allen een hele mooie week, met ogen die elkaar niet alleen zien maar ook aankijken. ds. Lyonne Verschoor 

beperkingen

Wat is er veel gebeurd de afgelopen week. De aandacht die een kerkdienst in Staphorst kreeg van de media leidde tot veel reacties. Zo zie je maar hoe zwaarwegend beeldvorming is. We zijn er verdrietig over, boos, teleurgesteld, gelaten,  -het wisselt bij mij af- maar we kunnen niet anders dan de nieuwe adviezen aanhouden. 

Ik moest maar steeds denken aan ‘In de beperking toont zich de meester’. Ik dacht dat het een spreekwoord was maar het is een dichtregel van Goethe. Dit zijn de laatste regels van het betreffende sonnet:

Wer Großes will, muß sich zusammenraffen: In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister,

Und das Gesetz nur kann uns Freiheit geben.

[ Iets groots ontstaat waar men zich verzamelt. Uit de beperking moet de meester blijken

en wet alleen kan ons de vrijheid geven. ]

Wie iets groots wil bereiken, moet zich beheersen en de regels volgen. En dan ook samen! Natuurlijk doelt Goethe op heel andere dingen maar ik lees er vandaag in dat we alleen zó ons gedroomde doel kunnen halen; een samenleving zonder angst, zonder anderhalve meter, maar vooral ook zonder mensen die heel ziek worden en zonder overbelaste mensen in de zorg. Het zijn de beperkingen die ons onze vrijheid zullen teruggeven. 

Collega opende

de vergadering

en de Bijbel

en sprak

over alles

waaraan een mens

zekerheid ontleent:

een huis, een bankrekening,

de liefde, gezondheid,

een baan, een mening.

Dat valt eens om,

sprak hij.

Het laat los; wij vallen..

maar

God houdt ons vast.

Een mooie conclusie

en heel waar

maar

als dat nu eens niet

het eindpunt was

maar het begin

van ons doen en denken.

Wat dan?

Dat laat mij niet los.

Page 21 of 27